Woorden Once upon a time lesson 3

Woorden lesson 3
thema Once Upon A Time
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Woorden lesson 3
thema Once Upon A Time

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eternity

destroy


enchanted forrest


last

suffer
be trapped
gift

hapiness


powerful
bad
victory
key

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

- nieuwe woorden leren die bij het thema Once upon a time horen
- oefenen met de woorden
Doel van vandaag : 

- Ik weet de betekenis van minimaal 10 nieuwe woorden na deze les. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

horrible
(horribol)

afschuwelijk/verschrikkelijk

My first kiss was a horrible experience.
(Mijn eerste kus was een afschuwelijke ervaring.)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

obey
(oobeej)

gehoorzamen

You are my slave and you will have to obey me.
(Je bent mijn slaaf en je zult me moeten gehoorzamen.)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

power
(pauwer)

kracht, macht

Do you have the power to read my mind?
(Heb je de kracht om mijn gedachten te lezen?)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dragon
(dregon)

draak

What is the difference between a dinosaur and a dragon?
(Wat is het verschil tussen een dinosaurus en een draak?)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kill
(kil)

doden

Don't kill bees. Just make them go away.
(Dood geen bijen. Zorg gewoon dat ze weggaan.)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

princess
(prinses)

prinses

A princess is the daughter of a king and queen.
(Een prinses is de dochter van een koning en een koningin.)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

king
(king)

koning

A king is the husband of a queen.
(Een koning is de man van een koningin.)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

magic
(mèdjik)

magisch

The lights are magic and look fantastic.
(De lichten zijn magisch en zien er fantastisch uit.)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wish
(wisj)

wens

Blow out your birthday candles and make a wish!
(Blaas de verjaardagskaarsen uit en doe een wens!)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

enemy
(ennemie)

vijand

The evil queen will turn her enemy into a frog.
(De boze koningin maakt van haar vijand een kikker.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

strike
(straik)

slaan

When all the clocks in the city strike 12 you will turn into a frog!
(Als de klok in de stad 12 uur slaat, verander jij in een kikker!)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dark
(dark)

donker

It was dark when I turned out the light.
(Het was donker toen ik het licht uit deed.)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen met de woorden
Je krijgt steeds een vraag over de woorden, probeer het juiste antwoord in te vullen.....
Succes!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord hoort bij het plaatje?
A
prince
B
princess
C
queen
D
king

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord hoort bij het plaatje?
A
power
B
victory
C
enemy
D
true love

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord hoort bij het plaatje?
A
kill
B
strike
C
power
D
obey

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 4 woorden hoort er NIET bij?
A
princess
B
king
C
prince
D
enemy

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 4 woorden hoort er NIET bij?
A
evil
B
happiness
C
bad
D
horrible

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de plek van de puntjes?
"My first kiss was a ............. (afschuwelijk) experience."
A
wonderful
B
horrible
C
powerful

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de plek van de puntjes?
"What is the difference between a dinosaur and a .......... (draak)?"
A
drag
B
dinosaur
C
dragon

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de plek van de puntjes?
"When all the clocks in the city ..........(slaan) 12 you will turn into a frog!"
A
hit
B
strike
C
slown

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de plek van de puntjes?
It was ..........(donker) when I turned out the light.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

In deze kahoot kun je nog even oefenen met wat woorden uit lesson 1, 2 en 3. 
https://create.kahoot.it/details/dd804ab6-1d63-4aef-9ef6-cb5fabe398d0 
Tijd over? Zelfstandig oefenen
Log in bij WIRED
Oefen met de WORDS van Once Upon A Time

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel van de woorden van vandaag heb je onthouden?
geen één, veel te moeilijk
een paar, maximaal 5
zeker 10 woorden
allemaal, lekker makkelijk dit

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden heb je van vandaag onthouden?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies