Proeftoets H 4 -1
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een eenheid van
snelheid?
snelheid?
A
uur per kilometer
B
kilometer per uur
C
meter
D
seconde
Slide 2 - Quizvraag
Snelheid is de afstand die je in
een bepaalde tijd aflegt.
een bepaalde tijd aflegt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
In de bebouwde kom mag je
50 km rijden?
50 km rijden?
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 4 - Quizvraag
In de Natuurkunde gebruik je
de km/h als eenheid van snelheid
de km/h als eenheid van snelheid
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 5 - Quizvraag
Reken om!
20 m/s = ... km/h
20 m/s = ... km/h
A
71 km/h
B
72 km/h
C
61 km/h
D
68 km/h
Slide 6 - Quizvraag
Reken om!
0,25 m/s = ... km/h
0,25 m/s = ... km/h
A
0,9 km/h
B
0,9 m/s
C
1,0 m/s
D
0,99 m/s
Slide 7 - Quizvraag
Reken om!
180 km/h = .. m/s
180 km/h = .. m/s
A
55,5 km/h
B
49,9 m/s
C
50 m/s
D
50 km/h
Slide 8 - Quizvraag
Reken om! Rond af op 1 decimaal!
50 km/h = ... m/s
50 km/h = ... m/s
A
13,8 m/s
B
13,9 m/s
C
13,88 m/s
Slide 9 - Quizvraag
De formule van snelheid is
afstand : tijd
afstand : tijd
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
als de afstand groter wordt die je aflegt in dezelfde tijd heb je
een......... snelheid
een......... snelheid
A
grotere
B
kleinere
C
even grote
Slide 11 - Quizvraag
Een fietser legt in een half uur 10 km af. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 km/h
B
20 km/h
C
0,05 km/h
D
15 km/h
Slide 12 - Quizvraag
Een auto rijdt met 80 km/h gedurende 1,5 uur. Wat is de afstand dat de auto aflegt?
A
53,3 km
B
120 km
C
140 km
D
100 km
Slide 13 - Quizvraag
Een wandelaar loopt met een snelheid van 5 km/h en legt een afstand af van 17,5 km.
Wat is de tijd dat hij er over doet?
Wat is de tijd dat hij er over doet?
A
37,5 uur
B
0,3 uur
C
3,5 uur
D
3 uur
Slide 14 - Quizvraag
welke afstand leg je af als je met
15 km/h 2,5 uur fietst?
15 km/h 2,5 uur fietst?
A
30 km
B
15 km
C
45 km
D
37,5 km
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de beweging van een optrekkende auto?
A
voortstuwend
B
constant
C
versneld
D
hard
Slide 16 - Quizvraag
Een kat valt met een vertraagde beweging.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor soort beweging
is in deze grafiek getekend?
is in deze grafiek getekend?
A
vertraagde
B
versnelde
C
constante
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de snelheid tijdens
het horizontale gedeelte
van de grafiek?
het horizontale gedeelte
van de grafiek?
A
constant
B
versneld
C
vertraagd
D
staat stil
Slide 19 - Quizvraag
Je rijdt met 15 km/h als je ziet dat je moet remmen. Je reactietijd is 1,2 s.
Wat is de reactieafstand?
Wat is de reactieafstand?
A
1,2 m
B
4,17 m
C
5 m
D
9,17 m
Slide 20 - Quizvraag
Als een bestuurder alcohol of drugs heeft gebruikt wordt zijn reactietijd ......
A
groter
B
kleiner
C
even groot
