Toets voorbereiding hoofdstuk 3

Welkom
Vandaag ga ik jullie vertellen wat er allemaal op de toets komt.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Vandaag ga ik jullie vertellen wat er allemaal op de toets komt.

Slide 1 - Tekstslide

Welke begrippen zijn belangrijk?

Slide 2 - Woordweb

Paragraaf 3.1
Dit moet je weten:
- Hoe je de temperatuur meet.
- Het omrekenen van ℃ naar K.
- Het meetbereik van een thermometer.
- Welke thermometers er zijn.
- Hoe een thermometer eruit ziet.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel graden Kelvin is 100 graden Celsius?
A
273 Kelvin
B
173 Kelvin
C
373 Kelvin
D
0 Kelvin

Slide 4 - Quizvraag

25 graden Celsius = .....
A
25 Kelvin
B
-248 Kelvin
C
298 Kelvin
D
300 Kelvin

Slide 5 - Quizvraag

De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt

Slide 6 - Quizvraag

Paragraaf 3.2
Dit moet je weten:
- Wat een warmtebron is.
- Wat fossiele brandstoffen zijn.
- Wat nodig is voor een verbranding. (Branddriehoek)
- Wat het versterkt broeikaseffect is.

Slide 7 - Tekstslide

Een koffiezetapparaat is een warmtebron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Hout
D
Aardolie

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we de extra uitstoot van de broeikasgassen ook wel?
A
Super broeikaseffect
B
Extra broeikaseffect
C
Extra afvalgassen
D
Versterkte broeikaseffect

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebruikt de vlam van een kaars als brandstof?
A
kaarsvet
B
zuurstof
C
Ontbrandingstemperatuur
D
Alle drie

Slide 11 - Quizvraag

Paragraaf 3.3
Je moet weten:
- Wat voor verwarming in huizen zit.
- Wat warmtegeleiding, warmtestroming en warmtestraling is.
- Wat warmtetransport is.

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurt er vlak boven een radiator als de verwarming aan staat?
A
De warme lucht stijgt op
B
De koude lucht stijgt op
C
De warme lucht daalt naar beneden
D
De koude lucht daalt naar beneden

Slide 13 - Quizvraag

De warmte van de zon komt op je lichaam als je in de zon ligt.

Welke vorm van warmtetransport is dit?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
D
geen van allen

Slide 14 - Quizvraag

wanneer kan er koolstof mono-oxide gas uit een ketel komen?
A
als de ketel aan staat
B
als er te weinig zuurstof bij het vuur komt
C
als er te weinig gas bij het vuur komt
D
als de ketel uit staat

Slide 15 - Quizvraag

Het warme water van een rivier stroomt de zee in.

Welke vorm van warmtetransport is dit?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
D
geen van allen

Slide 16 - Quizvraag

Een ijzeren staaf in het vuur wordt langzaam helemaal heet.

Welke vorm van warmtetransport is dit?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
D
geen van allen

Slide 17 - Quizvraag

Paragraaf 3.4
Je moet weten:
- Wat warmtetransport is.
- Wat warmteverlies is.
- Wat isoleren is.
- Welk isolatiemateriaal gebruikt wordt.

Slide 18 - Tekstslide

Metaal is een goede isolator
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Dubbele ramen zorgt ervoor dat er minder..... plaatsvind.
A
Warmte straling
B
Warmte geleiding
C
Warmte stroming
D
Alle drie zijn goed.

Slide 20 - Quizvraag

Paragraaf 3.5
Je moet weten:
- Hoe je een vuur blust.
- Hoe de branddriehoek gebruikt wordt om vuur weg te nemen.
- Wat je niet moet doen bij een brand.

Slide 21 - Tekstslide

De kleding van een klasgenoot staat in de brand. Je weet niet hoe de brand is ontstaan. Wat doe je?
A
Je zet de leerling snel onder de douche.
B
Je gebruikt de koolstofdioxideblusser en blust de kleding van de klasgenoot
C
Je rolt de klasgenoot in een branddeken
D
Je gooit water over de leerling heen.

Slide 22 - Quizvraag

Als je een brand wil blussen, kan dat alleen door de temperatuur te verlagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke brand mag je absoluut niet blussen met water?
A
houtkachel in de brand
B
Frituurbrand
C
kleding in de brand
D
natuurbrand

Slide 24 - Quizvraag

Wat kunnen we doen om een brand te blussen?
A
Zuurstof wegnemen
B
Brandstof wegnemen
C
Ontbrandingstemperatuur wegnemen
D
Alle antwoorden zijn mogelijk

Slide 25 - Quizvraag