organismen uit vier rijken H1 Vmbo 3 BK

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welk levenskenmerk missen jullie nog?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welk diersoort kan GEEN vruchtbare nakomelingen krijgen?
2 antwoorden
A
Muildier
B
Vogelbekdier
C
Geit
D
Lijger

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor plant is de plant in de afbeelding?
A
mos
B
varen
C
zaadplant

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor plant is de plant in de afbeelding?
A
sporenplant
B
zaadplant
C
naaktzadige
D
bedektzadige

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Weefsels: welke weefsels heeft een plant?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Plantencel
  • Vacuole = blaasje gevuld met vocht in een plantencel
  • Celwand: stevige laag om de plantencel heen. 
  • Celwand is tussencelstof = niet de cel

Slide 17 - Tekstslide

Plantencellen leven!
Onderdelen van een plantencel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Een plant is een plant als de cel:
A
Bladgroenkorrels, geen celorganellen en geen celwand heeft.
B
Geen bladgroenkorrels, een celwand en geen celorganellen.
C
Bladgroenkorrels, geen celwand en celorganellen heeft.
D
Een vacuole, bladgroenkorrels en celmembraan heeft.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige
B
Houtachtige
C
niet te zien

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat zorgt voor stevigheid in houtachtige planten?
A
De celwand
B
De houtstof in de celwand
C
De vacuole
D
De celwand en vacuole

Slide 24 - Quizvraag

Plantencel
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de vacuole in een plantencel
A
blaasje gevuld met lucht
B
blaasje gevuld met vocht
C
blaasje gevuld met cytoplasma
D
fietsband in een cel

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Geen skelet
Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 30 - Sleepvraag

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma

Slide 31 - Quizvraag

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Vacuole

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Tekstslide

Weefsels in het dierenrijk
Organen bestaan uit weefsel.
Voorbeelden van weefsel zijn:
beenweefsel, spierweefsel en 
zenuwweefsel.

Slide 34 - Tekstslide

Weefsels
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie 
= weefsel

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 

Slide 35 - Tekstslide

Weefsels
Dekweefsel
bescherming

Zenuwweefsel
informatie doorgeven

Spierweefsel
samentrekkingen

Bindweefsel
steun
Weefsels en functies

Slide 36 - Tekstslide

Weefsels
Tussencelstof zit tussen de cellen in weefsels: hard (kalk) of vloeibaar (hersenvloeistof).

Slide 37 - Tekstslide

Wat is een weefsel?
A
Een groep organen met dezelfde vorm en functie
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
C
Een bepaald deel van een organisme met een functie

Slide 38 - Quizvraag

Bonusvraag
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel

orgaanstelsel

cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme

Slide 39 - Sleepvraag

Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel

Slide 40 - Sleepvraag

Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cellen

Slide 41 - Sleepvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Welk rijk heeft cellen zonder celkern?
A
schimmels
B
bacteriën
C
planten
D
dieren

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide