Wet zorg en Dwang

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel weet je al ?
- testen hoeveel kennis je al hebt over de wet zorg en dwang

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer treedt de Wet zorg en dwang (Wzd) in werking?
A
1 januari 2020
B
1 juli 2021
C
1 juli 2020
D
1 januari 2021

Slide 3 - Quizvraag

Onvrijwillige zorg is volgens de wet:
A
Zorg die door de arts wordt opgelegd
B
Zorg waartegen de cliënt (of vertegenwoordiger) zich verzet
C
Zorg die door de vertegenwoordiger of familie wordt opgelegd
D
Zorg die door de begeleiders worden opgelegd

Slide 4 - Quizvraag

Uitleg:
Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is; dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. 
Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.

Slide 5 - Tekstslide

Een cliënt is heel erg vergeetachtig, maar niemand heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening.
Is de Wet zorg en dwang dan van toepassing?

Slide 6 - Open vraag

Onbegrepen gedrag van een cliënt komt altijd door psychische problemen van de cliënt, zoals slaapproblemen, angsten, wanen of een psychose.

Slide 7 - Open vraag

Wanneer mag je volgens de Wet zorg en dwang onvrijwillige zorg toepassen?
A
Als er 'ernstig nadeel' dreigt
B
Als de cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) heeft of een verstandelijke beperking
C
Als er geen andere oplossing is om 'ernstig nadeel' te bestrijden
D
Alle drie zijn een voorwaarde

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg van het antwoord
Volgens de Wet zorg en dwang mag je onvrijwillige zorg toepassen bij mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ en er geen vrijwillige alternatieven te vinden zijn.  

Slide 9 - Tekstslide

Ernstig nadeel:
De cliënt brengt zichzelf of anderen in levensgevaar.
- De cliënt brengt ernstig lichamelijk letsel toe.
- De cliënt brengt ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade toe.
- Verwaarlozing of ‘maatschappelijk teloorgang van de cliënt of andere.
- De veiligheid van de cliënt wordt bedreigd.
- De cliënt roept met hinderlijk gedrag agressie van anderen op.
- De algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.

Slide 10 - Tekstslide

Bij het toepassen van onvrijwillige zorg moet je voortaan een stappenplan doorlopen. Wat is de kern van het stappenplan?
A
Analyse van het gedrag en zoeken naar alternatieven
B
Multidisciplinair overleg
C
Zorgvuldige besluitvorming
D
Registratie: vastleggen in zorg- of ondersteuningsplan

Slide 11 - Quizvraag

In de Wet zorg en dwang worden 9 categorieën van onvrijwillige zorg genoemd.
Bij welke drie vormen van onvrijwillige zorg moet bij een wilsonbekwame cliënt altijd het stappenplan worden doorlopen, ook als de cliëntvertegenwoordiger van een wilsonbekwame cliënt het eens is met de onvrijwillige zorg?
A
Toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn, beperking van bewegingsvrijheid en insluiting
B
Toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn, insluiting en onderzoek van woning op drank, drugs, gevaarlijke voorwerpen
C
Onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van woning op drank, drugs, gevaarlijke voorwerpen en beperking van vrijheid het eigen leven in te richten
D
Geen van allen

Slide 12 - Quizvraag

Is psychofarmaca onvrijwillige zorg?

Slide 13 - Open vraag

Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 4 weken
B
Minimaal elk half jaar
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
Minimaal elk jaar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moet je onvrijwillige zorg registreren?
A
Om verantwoording af te leggen
B
Om de maatregel te kunnen evalueren
C
Beide

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link

Doel van de Wet zorg en Dwang
Is dat onvrijwillige zorg bij mensen met een beperking zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Cliënten met dementie of een verstandelijke beperking beschermen tegen de nadelen van onvrijwillige zorg.

Slide 17 - Tekstslide

Verschil met de BOPZ
De Wet zorg en dwang is in een aantal opzichten anders dan de Wet Bopz. Bijvoorbeeld: als de zorgaanbieder en de cliënt (of zijn vertegenwoordiger) het niet eens worden over vrijwillige zorg, moet de zorgaanbieder een stappenplan doorlopen. Hierbij wordt steeds naar alternatieven gezocht in een multidisciplinair team.
 

Een tweede verschil met de Wet Bopz is dat de Wzd cliëntvolgend is. Dit betekent dat ook in de zorg aan huis, kleinschalig wonen, school of dagbesteding de wet kan gelden.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het uitgangspunt?
Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is 'Nee, tenzij'. Dat wil zeggen dat vrijheidsbeperking, of 'onvrijwillige zorg' zoals het in deze wet heet, in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel. De wet benadrukt dat onvrijwillige zorg een allerlaatste optie is.

Slide 19 - Tekstslide

Voor wie geldt de Wzd?

Mensen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking met een Wlz-indicatie, of een verklaring van een diagnose van een ter zake kundige arts; 

Slide 20 - Tekstslide

Voor wie geldt de wet?
Mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), Korsakov of Huntington die dezelfde 
gedragsproblemen en hetzelfde regieverlies ervaren als mensen met dementie of een verstandelijke beperking en die vergelijkbare zorg ontvangen in een zorginstelling. 

Slide 21 - Tekstslide

Wzd op meerdere plekken

…in een instelling wonen na een vrijwillige opname.
…thuis wonen en zorg ontvangen van een zorgorganisatie.
…gebruik maken van logeeropvang/
kleinschalige opvang/dagbesteding/dagbehandeling/
onderwijs. 
…onvrijwillig zijn opgenomen in een zorginstelling. 



 

Slide 22 - Tekstslide

Vrijheid
Ieder mens heeft recht op vrijheid en veiligheid.
Dit recht is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet.
Leven in vrijheid is normaal.

Slide 23 - Tekstslide

Geef een voorbeeld wanneer jij weleens de vrijheid van een cliënt hebt beperkt.

Slide 24 - Open vraag

Casus-checker

Gebruik voor casus 1 en 2 de Wzd casus-checker.
Heeft de zorginstelling op deze manier de Wzd op de juiste wijze toegepast?
Welke dilemma’s zie jij?
Bekijk ook de toelichting op de Wzd casus-checker. 

Slide 25 - Tekstslide

Casus 1: Deur op slot

Mevrouw van den Brink is een weduwe van 86 jaar. Ze heeft dementie en woont zelfstandig en alleen in een volksbuurt in een grote stad. Haar kinderen wonen bij haar in de buurt en komen regelmatig langs. De laatste tijd merken zij dat hun moeder in toenemende mate in de war is. Ze weet vaak niet meer welke dag het is en laatst belde ze hen midden in de nacht voor een gezellig praatje. Ze is duidelijk haar dag- en nachtritme aan het omgooien. De thuiszorg komt tweemaal per dag langs om haar de medicijnen aan te reiken en om te zorgen dat ze haar avondeten eet.

Slide 26 - Tekstslide

Vervolg casus deur op slot.
Mevrouw gaat tweemaal per week naar een ontmoetingscentrum. De oudste dochter, die veel van de mantelzorg op zich neemt en eerste contactpersoon is, maakt zich zorgen over haar toegenomen vergeetachtigheid en haar nachtelijke onrust. Ze is bang dat haar moeder ’s nachts op stap gaat en dan verdwaalt. Ze vraagt daarom de thuiszorg de deur achter zich op slot te draaien als ze de avondzorg bij mevrouw hebben gedaan. Mevrouw zelf heeft hier geen probleem mee.  

Slide 27 - Tekstslide

Casus 2:Medicatie weigeren

Corine heeft een matige verstandelijke beperking en de laatste tijd lijkt ze niet goed in haar vel te zitten. Ze woont in een 24-uurs woonvorm, waarbij altijd begeleiding aanwezig is. Ze loopt veel heen en weer in huis en lijkt graag in de buurt van de begeleiding te willen zijn. Er zijn wat wisselingen in het team geweest, maar eigenlijk is dat geleidelijk gebeurd en heeft ze de tijd gehad om aan nieuwe begeleiders te wennen. Ze heeft op de dagbesteding een ander programma gekregen, met meer activiteiten om te bewegen.

Slide 28 - Tekstslide

Vervolg Casus 2:
Corine lijkt de activiteiten ook wat af te raffelen. Iets waar ze normaal met volle aandacht bij is. 
Corine krijgt medicijnen voor haar epilepsie die ze normaal gesproken zonder moeite in de ochtend en avond inneemt. Nu wil ze haar medicijnen niet meer innemen. Ze gooit ze van tafel. Dit wordt pas later ontdekt en na enkele dagen zijn er meerdere MIC-meldingen. Haar eten wordt altijd gepureerd. Er wordt voorgesteld om de medicijnen in haar eten te doen, zodat ze die in ieder geval inneemt. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Opname onvrijwillige zorg in het zorgplan  stappenplan!
Is onvrijwillige zorg noodzakelijk?
Kies dan voor de minst erge vorm en voor zo kort mogelijk.
Er wordt gestart met het stappenplan  deze stappen zorgen ervoor dat de beslissingen over onvrijwillige zorg heel zorgvuldig worden genomen, dat meerdere zorgverleners meedenken en dat het periodiek wordt geëvalueerd.

Slide 32 - Tekstslide

Het stappenplan in het kort

Heroverweging van het zorgplan/ opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan (max. 3 mnd.).

Verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden (max. 3 mnd.).
Tweede verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden (max. 3 mnd. tot over extern advies is besloten).
Derde verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden (max. 6 mnd.).
Vierde én iedere volgende verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden (max. 6 mnd.).





Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide