Hoofdstuk 4.3

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • Wat er wordt bedoeld met arbeidsverdeling
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  •        - Wie zorgt voor VRAAG N arbeid? 
           - Wie zorgt voor AANBOD V arbeid?
  • wat werkgelegenheid is.
  • wie er in de beroepsbevolking meetellen

  • Wanneer er een RUIME of juist een KRAPPE arbeidsmarkt is
  • wanneer je meegeteld (geregistreerd) wordt in de werkloosheidscijfers
  • Wat het UWV is en welke rol die speelt op de arbeidsmarkt
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • Wat er wordt bedoeld met arbeidsverdeling
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  •        - Wie zorgt voor VRAAG N arbeid? 
           - Wie zorgt voor AANBOD V arbeid?
  • wat werkgelegenheid is.
  • wie er in de beroepsbevolking meetellen

  • Wanneer er een RUIME of juist een KRAPPE arbeidsmarkt is
  • wanneer je meegeteld (geregistreerd) wordt in de werkloosheidscijfers
  • Wat het UWV is en welke rol die speelt op de arbeidsmarkt

Slide 1 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • In een bedrijf wordt de arbeid verdeeld tussen personen. Iedereen doet waar die goed in is.

  • Ook elk bedrijf doet waar ze goed in zijn dus arbeidsverdeling is er ook tussen bedrijven. Die bedrijven zijn in 4 verschillende sectoren in te delen --> zie volgende sheet!!!!!

  • En ook het ene land is beter in bepaalde arbeid/ productie dan het andere en dus is er ook sprake van arbeidsverdeling tussen landen (hierdoor ontstaat ook import en export...)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid komt van de werkgevers (bedrijven en overheid) De totale vraag n arbeid (oftewel alle beschikbare banen) noem je de werkgelegenheid. Dat zijn dus alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen
  • Aanbod van arbeid komt van de werknemers (arbeiders). Het totale aanbod noem je de beroepsbevolking. Dat zijn alle mensen tussen 15-75 jaar die willen EN kunnen werken (dus alle werkenden en werkzoekende werklozen )
Vraagje: Is de arbeidsmarkt een concrete markt of een abstracte???

Slide 4 - Tekstslide

Vacature
  • Een vacature is een onbezette arbeidsplek bij een bedrijf (of overheid). Daar wordt dus een arbeider voor gezocht...

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een  KRAPPE arbeidsmarkt?

Als de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeid.
(oftewel: dan is het voor bedrijven erg moeilijk om geschikt personeel te vinden voor hun vacatures!!)
(oftewel: arbeid is erg schaars!!)

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een RUIME arbeidsmarkt?

Als AANBOD van arbeid groter is dan de VRAAG naar arbeid.
(oftewel: dan is het voor bedrijven erg makkelijk om geschikt personeel te vinden!! En voor personeel dus moeilijk een baan te vinden...)
Gevolg is: werkloosheid!!)

Slide 7 - Tekstslide

Waar tel je mee op de arbeidsmarkt?
  • Met Arbeidsparticipatie (=arbeidsdeelname) wordt bedoeld: Het gedeelte (%) van de bevolking (15-75 jr) dat in de Beroepsbevolking zit. Dus het % dat betaald werk heeft of zoekt (zoeken= ingeschreven, dus geregistreerd bij UWV)
  • Als je geen werk hebt en niet ingeschreven staat bij het UWV, dan ben je VERBORGEN (=ongeregistreerd) werkloos

Slide 8 - Tekstslide

UWV
  • Uitkeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
  • Het UWV bepaalt of je recht hebt op een Werkloosheidsuitkering 

  • Belangrijke rol op de arbeidsmarkt!: Het UWV probeert werkgevers die vacatures hebben te koppelen aan werkzoekenden (en andersom...)

Slide 9 - Tekstslide


Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 10 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de juiste beroepen naar de juiste sectoren. 
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Kapper
Brandweerman
Stratenmaker
Aardbeien kweker
Bakker
Verpleger
Winkelpersoneel
Melkveehouder

Slide 12 - Sleepvraag

Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers

Slide 13 - Quizvraag

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
werkgevers
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 14 - Quizvraag

Bij een krappe arbeidsmarkt zullen
de lonen waarschijnlijk ........
A
stijgen
B
dalen

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer de vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid, spreken economen van een ...
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 16 - Quizvraag

Als je 14 jaar bent en een krantenwijk hebt hoor je dan bij de beroepsbevolking?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid groter/kleiner dan het aanbod er van
A
groter
B
kleiner

Slide 18 - Quizvraag