Q&A

Communicatie
Lesweek 6: opdracht 6
  • Vragen stellen
  • soorten gesprekken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie
Lesweek 6: opdracht 6
  • Vragen stellen
  • soorten gesprekken

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Contact maken en in gesprek gaan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vragen stellen
Waarom?
  • Gesprek op gang houden
  • Interesse tonen
  • De ander helpen verder na te denken
  • De ander kunnen begrijpen
  • Informatie krijgen
  • Lijn vasthouden in het gesprek

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met een vragenrondje

Slide 7 - Tekstslide

Soorten vragen
Open vragen:
Hoe, waarom, kun je iets meer vertellen over? > Nodigt uit om veel te vertellen.
Gesloten vragen:
Wie, wat, wanneer? > Maar 1 antwoord op mogelijk.
Concretiserende vragen:
“Hoe bedoelt u dat?” “Kunt u een voorbeeld geven?” > Vragen om verduidelijking.
Reflecterende vragen:
“Ik krijg de indruk dat…, klopt dat?” > Controleren of je de ander goed begrepen hebt.


Slide 8 - Tekstslide

Goed luisteren

Slide 9 - Tekstslide

Sandra evalueert de zorg en dienstverlening met mevrouw Goedhart. Mevrouw Goedhart stelt voor een douchebeurt in te leveren, zodat zij voorgelezen kan worden uit de krant.
Luistert Sandra naar de onderliggende wens?
Vraagt ze door en vat ze het samen?
Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

  • Bestudeert de theorie van het gesprek: doel, vorm, opbouw 
We beperken ons tot advies-, probleemoplossend- en helpend gesprek.
Waar?/Hoe?
  • Je bepaald vooraf wat je wil bereiken
Groot of klein doel
  • Je gebruikt gesprekstechnieken
Welke ken je nog van vorig jaar?

Slide 12 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
  • Een gevoelsreflectie is het onder woorden brengen van de gevoelens van de zorgvrager.
 A vertelt aan B over iets wat emotie heeft opgeroepen (positief of negatief).
  • Parafraseren is het weergeven van het belangrijkste onderwerp van het verhaal van de zorgvrager (dus een hele korte samenvatting).
  • Geef samenvattingen.
  • Let op non-verbale signalen en maak ze bespreekbaar



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Helpend gesprek
Bij een probleem. Een oplossing zoeken of een luisterend oor?
 (Een zelfbedachte oplossing werkt altijd beter dan een aangeprate oplossing).

Slide 15 - Tekstslide

Advies gesprek
Heb jij wel eens advies gekregen van iemand?
Was dit een prettig gesprek, had je iets aan het advies?
Wat maakte dat het goed/ geen goed advies was voor jou?

Slide 16 - Tekstslide

Probleemoplossend gesprek
Waarbij je een probleem beschrijft, bespreekt en samen probeert op te lossen.
Stappen :
  1. Positie, doel en werkwijze bepalen.
  2. Probleem beschrijven.
  3. Zelf oplossingen laten bedenken en meedenken.
  4. Afronding (is het probleem opgelost?).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Lesopdracht in groepjes
  • 1 student begint door kort te vertellen over een gebeurtenis die op hem of haar als kind indruk gemaakt heeft
  • De student links van deze student reageert op dit verhaal en gebruikt hierbij een gesprekstechniek (een samenvatting, een parafrase, een gevoelsreflectie)
  • Dit gesprek blijft doorgaan tot de linker student het idee heeft dat de kern van de gebeurtenis boven tafel is
  • De verteller geeft aan of dit wel of niet gelukt is en geeft feedback
  • Nu deelt de linker student zijn of haar gebeurtenis enzovoorts

Ik start met het delen van mijn ervaring als voorbeeld.

Slide 19 - Tekstslide

Klassikaal nabespreken 
Reflecteer met elkaar, welke feedback kun je jezelf en je  klasgenoten geven?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide