03. Verhaallijnen

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Hoofdpersoon
  2. Perspectief
  3. Verhaallijnen 
  4. Genres
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Hoofdpersoon
  2. Perspectief
  3. Verhaallijnen 
  4. Genres

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdpersoon
Hoofdpersoon: wat is een hoofdpersoon?
- Het personage van wie je weet wat hij/zij denkt of voelt.


Je zegt dan ook wel dat het perspectief bij hem ligt.

Slide 2 - Tekstslide

Verschil in perspectief
  • Ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven.
  • Hij/zij-perspectief: het verhaal is in de hij- of zij-vorm geschreven. 
  • Wisselend perspectief: het perspectief ligt bij meerdere personen. Bijvoorbeeld het ene hoofdstuk bij August en het andere hoofdstuk bij Julia.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ik perspectief voorbeeld
 “Ik zag hen allemaal om de tafel zitten, achter de warme chocomel, terwijl mijn meisjes druk zaten te praten tegen Babette, die Annabelles haar stond in te vlechten. Een misselijkmakende golf van walging sloeg door me heen. Ik kon niet langer aanzien hoe ze zich met haar giftige tentakels over mijn kinderen ontfermde.” 

Slide 5 - Tekstslide

Hij/zij perspectief voorbeeld

Ze stapte uit de auto, maar bleef met haar jas aan de gordel hangen. Ze viel recht vooruit met haar kin op de stoep. Dat gaat er niet mooi uitzien, dacht ze, terwijl ze probeerde weer overeind te krabbelen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verhaallijnen
  • Een verhaallijn beschrijft wat een personage allemaal meemaakt.

  •  Het verhaal heeft meerdere hoofdpersonen met elk een eigen perspectief.
  • Het verhaal speelt zich (vaak) af in verschillende tijden.
  • Het verhaal speelt zich (vaak) af op verschillende plaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

Verhaallijnen
Een verhaallijn bestaat uit:
  • begin, 
  • verloop 
  • einde 

Verhaallijn wordt soms als synoniem voor plot gebruikt.

In een verhaal kunnen meerdere verhaallijnen zitten. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Genres
Fictie verhalen zijn er in 
verschillende genres.

Genre = is een groep van 
dezelfde soort verhalen, films, muziek of andere werken.

Slide 11 - Tekstslide


  • Fantasy
  • Sciencefiction
  • Mysterie
  • Thriller
  • Romantiek 
  • Historische fictie 

  • Horror 
  • Avontuur 
  • Humor
  • Dystopie 
  • Magisch 
  • Young Adult (YA)






















Slide 12 - Tekstslide

Genre


Vertel in je groepje welk genre 
boeken/films jij het leukste vindt om te lezen/kijken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Check, kan ik de kennis toepassen?
Aan de slag in tweetallen.

  • Je krijgt een kort fictieverhaal, met vragen over wat we net geleerd hebben. 
  • Je maakt deze vragen in tweetallen en we bespreken daarna de antwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?

  1. Hoofdpersoon
  2. Perspectief
  3. Verhaallijnen 
  4. Genres

Slide 16 - Tekstslide

Mijn eigen boek
Welk perspectief zie je in jouw eigen leesboek?
Of in een leesfragment van Lees een stuk?

Bespreek dit samen met je buurman/buurvrouw.
Ik-perspectief
Hij/zij-perspectief

Slide 17 - Tekstslide