Week 35: introductie schooljaar mavo 4

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Les buts: de doelen

-je kent de 4 basis werkwoorden en regelmatige ww in 2 tijden

- je kan een persoonlijk briefje schrijven, reageren op vragen

-je kent de examenwerkwoorden deel 1 en examenvagen

-je hebt met aandacht de paragrafen 5.1 en 5.2 gemaakt

Bienvenue au cours de français

Révision voca et verbes

https://quizlet.com/507585708/live?type=classic

examenwerkwoorden in groepjes ( of dinsdag )

Daarna: ken je de présent en passé composé van de verbes être, avoir, faire, aller?

Hoe zeg je: jij maakt, hij doet

Hoe zeg je in het Frans: ik ben, ik heb, jij bent, jij hebt

Welke zin is onjuist?

1. Il est allé à l' école
2. Vous avez fait vos devoirs?
3. Tu as eu un bonbon de la semaine
4. Je suis été à Paris

Hoe zeg je in het Frans: zij hebben een ijsje gehad

Hoe zeg je:
wij gaan naar school

Tu as été où?

Thème du chapitre 5

Héro et héroïne.

Qui est ton héro?

et pourquoi?

Welke Franse strips ken je al?

Welke Nederlandse strip heet Bob&Bobette in het Frans?

1. Donald Duck
2. Kuifje
3. Suske en Wiske
4. Jan, Jans en de kinderen.

Wat is de Franse naam voor Bobbie, de hond van Tintin, Kuifje?

1. Milou
2. Loulou

Les schtroumpfs

Le professeur tournesol

Riri, Fifi et Loulou

oncle Picsou

Nog meer BD helden, maar waarom zijn Asterix en Obelix zo beroemd? Zie 1 jour 1 actu en daarna A et O aux jeux olympiques

Guust Flater

www.1jour1actu.com

www.google.com

Boek B + online

• Op SOM staat hoe en wat je moet doen
  
• Ga via leermiddelen 
• Meld je aan met de code van LIBRE SERVICE,  zie SOM
• Altijd én je boek, pen én je laptop bij je

Terugblik intro brief en gemaakte foutjes en maak de brief af met de vragen van  Nour uit de examenmodule 1 écrire

Let op:

Je m' appelle

Mes parents s' appellent

mes hobbies sont...

mon père, il a .....ans

Dans mon temps libre.....

je joue au hockey/foot of je fais du hockey/foot

Bezit vnw: mon/ma/mes etc. richten zich op woord waar het bij hoort

Au travail!

Werkboek B

- Unité 5: 5.1 regarder, 5.2 lire

- Woorden leren

-verbeteren oefenbrief en aanvullen met vragen Nour

pronociation

ils présentent

vous discutez

nous admirons

elles rêvaient

il avait sauvé

ils luttent

elles ont frappé

vous suivez

Connaïtre. Maak een mooie zin met dit werkwoord waar door je weet wat het betekent

Je suis d'accord, parce que

je pense que

je trouve que

c'est

je ne suis pas d'accord, parce que

je pense que

je trouve que

c'est