10.2 + 10.3

Paragraaf 10.2 Sinus, Cosinus en Tangens  
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 10.2 Sinus, Cosinus en Tangens  

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je weet wat een geometrische verhouding is.
2. Je weet waar sinus, cosinus en tangens op de rekenmachine staan
3. Je weet hoe de geometrische formule is opgebouwd

We doen in 10.2 nog geen berekeningen!

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben we al besproken?

Slide 4 - Tekstslide

Overstaand, aanliggend, schuin

Slide 5 - Tekstslide

Zijden
Vanuit hoek B:
BC schuine zijde
AB aanliggende zijde 
AC overstaande zijde
 
schuine zijde
aanliggende zijde
overstaande zijde
A
B
C

Slide 6 - Tekstslide

Zijden
Vanuit hoek C:
BC schuine zijde 
AC aanliggende zijde 
AB overstaande zijde

schuine zijde
overstaande zijde
aanliggende zijde
A
B
C

Slide 7 - Tekstslide

Wat kun je hier mee?
Als je de lengte twee zijden weet, dan kun je de grootte van een hoek berekenen. 

Je hebt hiervoor je rekenmachine nodig.
Zoek de knoppen: SIN COS TAN

Slide 8 - Tekstslide

Welke 2 zijden weet je?

Slide 9 - Tekstslide

Goniometrie

Slide 10 - Tekstslide

Welke zijde is de O?
Welke zijde is de S?

Slide 11 - Tekstslide

Goniometrie

Slide 12 - Tekstslide

Welke zijde is de A?
Welke zijde is de S?

Slide 13 - Tekstslide

Goniometrie

Slide 14 - Tekstslide

Welke zijde is de O?
Welke zijde is de A?

Slide 15 - Tekstslide

EZELSBRUG: SOS CAS TOA

Slide 16 - Tekstslide

SOS CAS TOA
Welke zijden weet je?

Welke hoek wil je weten? 

Slide 17 - Tekstslide

SOS CAS TOA

Slide 18 - Tekstslide

SOS CAS TOA
Schrijf achter de zijden of het de S, de O of A zijde is van hoek A. Zo bepaal of je tan, sin of cos moet gebruiken

Slide 19 - Tekstslide

10.3 Hoeken berekenen met SOS CAS TOA

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
10.2:   blz 190:   Opdracht 12 t/m 18

Volume moet laag blijven
Stel vragen als je er niet uitkomt

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Paragraaf 10.3
Berekenen van hoeken met goniometrie

Kennen jullie het ezelsbruggetje nog voor de sinus, cosinus, en de tangens?

Slide 22 - Tekstslide

Verhoudingen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1. vul SOA in

Slide 25 - Tekstslide

2. Welke hoek wil je weten?

Slide 26 - Tekstslide

3. Gebruik je SIN, COS of TAN?
SOS 
 
CAS

TOA 

Slide 27 - Tekstslide

4. Vul de formule in
SOS 
 
CAS

TOA 
Cos hoek M = 6 : 8

Slide 28 - Tekstslide

5. Bij een hoek gebruik je SHIFT

Slide 29 - Tekstslide

6. Een hoek rond je af op hele graden



SHIFT COS (6 : 8) = 41 graden

Slide 30 - Tekstslide

Een hoek berekenen
Je vult het stappenplan in
 AB   12 cm
O   BC    5 cm
A   AC 

Je weet de overstaande en de schuine zijde. 
SOS CAS TOA
Dan kies je dus voor Sin.

Sin A = 5 : 12 
Bij een hoek gebruik je SHIFT. Sin -1 (5:12) = 25 graden




Slide 31 - Tekstslide

Vul SOA in

Slide 32 - Tekstslide

Welke code kun je invullen?

Slide 33 - Tekstslide

Vul TAN in

Slide 34 - Tekstslide

SHIFT TAN (40 : 30)

Slide 35 - Tekstslide

Vul SOA in

Slide 36 - Tekstslide

Welke code ga je gebruiken?

Slide 37 - Tekstslide

Vul COS in

Slide 38 - Tekstslide

SHIFT COS (2,50 : 4,10)

Slide 39 - Tekstslide

Testopgave bladzijde 194

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 20 t/m 28

Rustig overleggen

Vragen?  Steek je vinger op
Klaar? Steek je vinger op 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide