3.5 Wat is criminaliteit?

Hoofdstuk 3
3.5 Wat is criminaliteit?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
3.5 Wat is criminaliteit?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is criminaliteit?
Het geheel van gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld.

Is ieder verkeerd gedrag ook echt crimineel gedrag?
--> Nee, het is een subjectief begrip;
--> Nee, niet alles is strafbaar gesteld;

Slide 2 - Tekstslide

Strafbaar en strafwaardig 
Strafbaar gedrag = In de wet staat aangegeven wanneer gedrag bestraft dient te worden.

Strafwaardig gedrag = Mensen vinden dat ervoor gestraft zou moeten worden, maar het gebeurt niet in verband met de wet.

Slide 3 - Tekstslide

Strafbaar en strafwaardig
Strafbaarheid wordt bepaald door:
  1. Gevolgen voor slachtoffers en samenleving;
  2. Mening van bevolking
  3. Morele opvattingen over macht

Opvatting over strafwaardig gedrag wordt beïnvloed door:
  1. Maatschappelijke ontwikkelingen (zoals individualisering)
  2. Berichtgeving in de media
  3. Politiek en maatschappelijk debat

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ver kunnen we gaan?
Alles strafbaar stellen in de samenleving leidt tot ongelukkige situaties. Het kost veel geld en burgers kunnen de naleving van de wet niet altijd meer garanderen.

Nu ligt de focus op negatieve rechtshandhaving: bestraffing

Ultimum remedium-principe / subsidiariteitsbeginsel
  • Inzet ervan door strafbaarstelling van gedrag is alleen zinvol als er een goede reden voor is en wanneer andere systemen van rechtshandhaving te weinig voor wenselijke en haalbare oplossingen kunnen zorgen.

Slide 5 - Tekstslide

Delict = strafbaar feit
Het wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen:

  • Misdrijven = Ernstige strafbare feiten
  • Overtredingen = Minder ernstige strafbare feiten

Voorbeelden?

Slide 6 - Tekstslide

De wet verandert
Legaliteitsbeginsel = Mensen mogen alleen worden gestraft voor iets wat door de overheid in de wet is vastgelegd.

Wat crimineel is, verandert onder invloed van:
  • Tijd
  • Plaats en de daar heersende cultuur

Jurisprudentie = De interpretatie van de wet door een hogere rechter die door lagere rechters moet worden gevolgd.


Slide 7 - Tekstslide

Het subsidiariteitsbeginsel bepaalt welk middel/bevoegdheid de opsporingsambtenaar kiest. Dit moet het minst ingrijpende middel/bevoegdheid zijn.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 8 - Quizvraag

Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit

Slide 9 - Quizvraag

22: Fraude is een vorm
A
Zware criminaliteit
B
Witte boorden criminaliteit
C
Lichte criminaliteit
D
Geen criminaliteit

Slide 10 - Quizvraag

Georganiseerde criminaliteit
A
Fietsendiefstal
B
Mensenhandel

Slide 11 - Quizvraag

Van welke soort criminaliteit is hier sprake ?
A
plaatsgebonden criminaliteit
B
tijdsgebonden criminaliteit

Slide 12 - Quizvraag

Dat de overheid zich aan de wet moet houden is onderdeel van:
A
Gelijkheidsbeginsel
B
Legaliteitsbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

9. Wat is GEEN kenmerk van de rechtsstaat?
A
Scheiding van de macht
B
Legaliteitsbeginsel
C
Grondrechten
D
Vrijspraak

Slide 14 - Quizvraag


Een handeling kan nooit achteraf alsnog strafbaar gesteld worden.
A
Legaliteitsbeginsel
B
Onafhankelijkheid van de rechter
C
Misdrijf
D
Objectiviteit

Slide 15 - Quizvraag

Tekstvraag 4
geef aan of het gaat om een strafbaar feit of een misdaad. sleep het gele vlak naar het juiste antwoord
strafbaar feit / misdrijf
1 zwart rijden in bus of trein           strafbaar feit / misdrijf
2 een bank overvallen                      strafbaar feit / misdrijf
3 door rood licht fietsen                  strafbaar feit / misdrijf
4 illegaal muziek downloaden      strafbaar feit / misdrijf
5 winkeldiefstal                                  strafbaar feit / misdrijf
1
2
3
4
5

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep naar de juiste term
Aanhouden
Staande houden
Een ieder
Algemeen opsporingsambtenaar
Verdachte op heterdaad
Verdachte van strafbaar feit

Slide 17 - Sleepvraag

Juist
Onjuist
Te laat komen op school is een strafbaar feit
Het verkopen van softdrugs is een strafbaar feit
Rechten en plichten van burgers zijn in wetten vastgelegd
De officier van justitie probeert de onschuld van de verdachte te bewijzen

Slide 18 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken: opdracht 29 t/m 48 (p.87-90)

Slide 19 - Tekstslide