Nederlands Thema 3 H1 Woordenschat Les 1

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Nederlands Thema 4 H1 Woordenschat Les 1

Doel

Ik ken de betekenis van de themawoorden over wonen.

Ik begrijp wat uitdrukkingen zijn.

Activeren voorkennis

Welke woorden kennen we al rondom het thema wonen?

De buurt

Een klein deel van een stad of dorp, meestal een paar straten die dicht bij elkaar liggen.

Het centrum

Het midden van een stad of dorp, binnenstad.

De gemeente

Het hele gebied waar een burgemeester de leiding over heeft, zoals een stad en meerdere dorpen.

Huren

Geld betalen om iets te gebruiken wat van iemand anders is.

Inschrijven

Je officieel ergens voor aanmelden.

De inwoner

Iemand die in een bepaalde plaats of in een bepaald land woont.

Het pand

Het gebouw.

Het platteland

Het gebied buiten de stad, vaak met weilanden en minder woningen en gebouwen.

Verbouwen

Iets veranderen door te bouwen of af te breken.

De wijk

Een deel van een stad of dorp met een eigen naam.

Aan de slag

We maken nu samen opdracht 2

Aan de slag

Je gaat nu aan de slag met de opdrachten
H.B. H1 blz 225 Je maakt opdracht 3+4

Daarna s.m.: T4 H1 --> themawoorden
Ben je klaar? Lever je boek open in op de inleverplek. Je mag wat voor jezelf doen!

Evaluatie

Hebben we het doel behaald?

Terug- en vooruitblik

Wat kunnen we nu met wat we geleerd hebben?

Volgende keer!