V3 - Spelling H1 (2)

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • plenda 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 3K! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • onlinebibliotheek.nl
  • plenda 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  • Spellingstest
  • Werkwoordspelling herhalen
  • Wat weet je nog van Spelling H1? 
  • Aan de slag!
  • Volgende les 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  • Spellingstest
  • Werkwoordspelling herhalen
  • Wat weet je nog van Spelling H1? 
  • Aan de slag!
  • Volgende les 

3K > toets plannen



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Spelling H1: Trema, apostrof, accenttekens en cedille

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken;
  • weet je de regels van alle werkwoordsvormen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van tijd
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een trema? Begin je antwoord met: Je gebruikt een trema in een samenstelling als ...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is met een trema
(plaats alleen een woord met trema):
aorta - beinvloeden - dieten

Slide 10 - Open vraag

beïnvloeden, diëten 
accent grave
A
décolleté
B
crèche
C
enquête

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: decolleté
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: crêpe
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Accent grave/aigu/circonflex
  • Korte klank, 'rem erop': scène, appèl, carrière, twee à drie

  • Lange klank, 'doorglijden': café, paté, saté, logé

  • Franse woorden: enquête, crêpe, crème fraîche, gêne, frêle
--> oefen en leer ze

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof/overig
's Morgens laat ik Frans' en Alex' hond uit en dan loop ik langs Robs huis.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
  • We kijken samen Spelling H1, opdr. 1 en 2 na.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht deze les
Maak H1 Spelling: opdr. 1 t/m 5, 9 t/m 12. De eerste tien minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar? 
Lezen in je leesboek, werk verder aan je korte verhaal,
maak opdr. 6. 
timer
6:30

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3K
Woensdag 14 september:
  • Spelling H1: opdr. 1 t/m 5, 9 t/m 12



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3J
Donderdag 15 september:
  • Spelling H1: opdr. 1 t/m 5, 9 t/m 12



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies