In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Interculturele communicatie
Thema 4
Boek: Communicatie en gedrag voor sociaal werk
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kent je eigen culturele achtergrond
Je kunt je inleveren in de ander
Je kent de begrippen etnocentrisme en cultuurrelativisme
Slide 2 - Tekstslide
Lesinhoud
Huiswerk check vrijdag 13 juni
Theorie 4.1: Interculturele communicatie
Theorie 4.2: Omgaan met cultuurverschillen
Theorie 4.3: Aandachtpunten en valkuilen
Zelf aan de slag:
- Oefenen met STARRT methode
- Herkansingen vanaf 15.15uur
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw Eindcasus toets
A. Opdracht casus B. Je wordt beoordeelt op je deelname en inzet tijdens de behandeling van de casus (zie bijgevoegd schema) en op een individueel geschreven reflectieverslag volgens STARR
C. Meerkeuzevragen over thema 4 en 19
Slide 4 - Tekstslide
Tekst
Wat versta je onder interculturele communicatie?
Slide 5 - Woordweb
4.1 Interculturele communicatie
Interculturele communicatie: communicatie tussen verschillende culturen.
Iedereen heeft eigen normen en waarden
Hierdoor kunnen misverstanden ontstaan door cultuurverschillen.
Hoe kun je mensen met een andere culturele achtergrond, zonder oordeel, goed helpen?
Slide 6 - Tekstslide
4.2 Omgaan met cultuurverschillen
Inzet en betrokkenheid: communicatie goed afstemmen en flexibel omgaan met wensen en behoeften
Verschillen en conflicten: perspectieven van anderen aannemen -> vergroot je je eigen denkruimte en verrijk je je inlevingsvermogen
Wederzijds begrip
Slide 7 - Tekstslide
4.3 Aandachtspunten en valkuilen
Als sociaal werker ben je je bewust van eventuele valkuilen en aandachtspunten:
Vooroordelen
Aannames
Verschil in verbale communicatie
Verschil in non-verbale communicatie
Etnocentrisme
Slide 8 - Tekstslide
Vooroordelen en aannames
Vooroordeel= een mening die niet op feiten is gebaseerd.
Aannames: een gedachte die je over iets of iemand hebt, zonder dat je zeker weet of die gedachte klopt. bv: als iemand knikt nadat je iets vertelt hebt, dan kun je de aanname hebben dat de ander begrijpt wat je zei.
of hij begreep er niks van en knikt hij uit beleefdheid.
Slide 9 - Tekstslide
Verschil in verbale - en non verbale communicatie
Interculturele misverstanden kunnen ook ontstaan door taalverschil enculturele uitdrukkingen.
Non-verbale communicatie: Bepaalde gezichtsuitdrukkingen of gebaren kunnen tot misverstanden leiden.
Slide 10 - Tekstslide
Etnocentrisme
Is het beoordelen van andere culturen op basis van de maatstaven van je eigen cultuur.
Het kan zijn dat je sommige aspecten uit een andere cultuur afkeurt zoals bijv eten met de handen.
Etnocentrisme staat voor superioriteitsgevoel. Je voelt je beter dan de ander. In gedachten denk je over wij- en zij groepen. Je eigen waarden, normen en geloof zijn beter.
Slide 11 - Tekstslide
4.4 TOPOI model
Een manier om je bewust te worden van misverstanden in de communicatie Het TOPOI-model maakt communicatiemisverstanden inzichtelijk op de volgende gebieden:
taal
ordening
personen
organisatie
inzet
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Opdracht (in duo's)
1. Je gaat met Valentijnsdag een bingo organiseren in het buurthuis voor eenzame buurtbewoners.
2. Je gaat een voorlichting geven aan de buurt in verband met de komst van 20 asielzoekers.