scheikunde veiligheid les 5

Lesplan

  • Terugblik
  • Uitleg
  • Proef 5 moleculen bouwen (blz 35 en 36)
  • lz. blz 30 t/m 32
  • Mk vraag 1 t/m 10 van blz 33, 34
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesplan

  • Terugblik
  • Uitleg
  • Proef 5 moleculen bouwen (blz 35 en 36)
  • lz. blz 30 t/m 32
  • Mk vraag 1 t/m 10 van blz 33, 34

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Fase en faseovergangen

Slide 2 - Tekstslide

Welke fase overgang vindt plaats?
Je bril beslaat wanneer je de school binnenloopt.
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 3 - Quizvraag

Welke fase overgang vindt plaats?
De ijsklontjes in het glas cola worden langzaam kleiner.
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 4 - Quizvraag

In welke fase is het water?

Dauw op het gras.
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 5 - Quizvraag

In welke fase is het water?

IJzel op de weg.

A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 6 - Quizvraag

stoffen
Stoffen bestaan uit moleculen.

molecuul = kleinste deeltje van de stof met nog de eigenschappen van deze stof

Slide 7 - Tekstslide

voorbeelden van moleculen
een watermolecuul
een glucosemolecuul
een zwavelzuurmolecuul

Slide 8 - Tekstslide

Moleculen & atomen
Moleculen bestaan uit atomen.
Er zijn ca. 110 verschillende atomen
Moleculen bestaan uit atomen.
Er zijn ongeveer 110 verschillende atomen.

Slide 9 - Tekstslide

Moleculen:

-Iedere stof is opgebouwd uit moleculen
-Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
-Moleculen bewegen altijd
-Moleculen trekken elkaar aan
Atomen:

-Moleculen zijn opgebouwd uit atomen
-2 of meer atomen vormen een molecuul. Deze kunnen van dezelfde soort zijn, maar ook van verschillende soorten.

Slide 10 - Tekstslide

Een element is een molecuul dat bestaat uit dezelfde atomen.

Vb. Zuurstof (O2), stikstof (N2)






Een verbinding is een molecuul dat bestaat uit verschillende atomen.

Vb. water (H2O), glucose (C6H12O6)

Slide 11 - Tekstslide

C6H12O6
Een molecuul glucose bestaat uit 6 C atomen, 12 H atomen en 6 O atomen

Schrijfvolgorde molecuul: alfabet
H2O
Een molecuul water bestaat uit 2 H atomen en 1 O atoom
Uitleg bij de molecuulformules:

Slide 12 - Tekstslide

Naamgeving van Atomen
  • alle atomen hebben een Nederlandse naam 
  • en een afkorting
  • Afkorting schrijf je met een Hoofdletter en eventueel een kleine letter

vb    H  waterstof                  S   zwavel
         He helium                       

Slide 13 - Tekstslide

 Zuivere stoffen en mengsels

  • Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen.


  • Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen

Slide 14 - Tekstslide

stoffen
zuivere stoffen
mengsels
scheiden

mengen
vb 
zuurstof
 stikstof 
koolstofdioxide


vb
lucht

cola
jam

Slide 15 - Tekstslide

Welke van de plaatjes geeft een zuivere stof weer?
Tekst
plaatje 1
plaatje 2
A
plaatje 1
B
plaatje 2

Slide 16 - Quizvraag

Zie je hier een zuivere stof of een mengsel?
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 17 - Quizvraag

cola
ijzer
ijs
appeltaart
zuurstof
zuivere stof
mengsel

Slide 18 - Sleepvraag

Voor de proef:

Slide 19 - Tekstslide

lz blz 30, 31, 32
mk vraag 1 t/m 10 blz 33,34

Slide 20 - Tekstslide