Theorie Hoofdstuk 6

H6 Parlementaire democratie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 Parlementaire democratie

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen van dit hoofdstuk
-Geschiedenis van de parlementaire democratie
-De inrichting van een parlemantaire democratie
-De actoren met macht in een parlemantaire democratie
-De visie van politieke partijen op de parlementaire democratie
-De toekomst van de parlementaire democratie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Paragraaf 1: Geschiedenis
-Parlementaire democratie: het volk kiest een volksvertegenwoordiging.
-Plakkaat van Verlatinghe(1581): Nederland verklaart zich onafhankelijk van Spanje.
-Onafhankelijkheidsverklaring (1776): Amerikanen breken met Britse vorst.
-Franse Revolutie (1789): Strijd voor macht bevolking.

Slide 4 - Tekstslide

Vervolg paragraaf 1
1848: Thorbecke voert (samen met een commissie) belangrijke veranderingen door in de grondwet:
-ministeriele verantwoordelijkheid ->de koning is onschendbaar en de ministers verantwoordelijk voor het beleid.
-censuskiesrecht -> mannen die genoeg belasting betaalden mochten stemmen.

Slide 5 - Tekstslide

Slot paragraaf 1
Scheiding kerk en staat: kerk heeft geen macht bij maatschappelijke problemen, de staat zorgt hiervoor.

*Om over na te denken:
Waarom is scheiding tussen kerk en staat iets anders dan 
scheiding tussen geloof en politiek?

Slide 6 - Tekstslide

Vervolg paragraaf 1
Historie algemeen kiesrecht in Nederland:
1917: voor mannen vanaf 25 jaar
1919: ook voor vrouwen vanaf 25 jaar
1946: iedereen vanaf 23 jaar
1965: voor Nederlanders vanaf 21 jaar
1972: voor Nederlanders vanaf 18 jaar

Democratisering: het proces dat steeds meer mensen meer machr krijgen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Paragraaf 2: de inrichting
Vooral deze 3 artikelen van de grondwet zijn belangrijk voor de inrichting van parlementaire democratie:
-Artikel 4: iedere Nederlander heeft het recht mensen te kiezen voor vertegenwoordige organen (actief kiesrecht) of gekozen te worden (passief kiesrecht).
-Artikel 8: Mensen mogen verenigingen oprichten.
-Artikel 9: Mensen mogen vergaderen en demonstreren.

Dit alles volgens de richtlijnen van de wet.

Slide 9 - Tekstslide

Slot paragraaf 2
Volgens het poldermodel overleggen we in Nederland altijd veel voordat er besluiten worden genomen. Zo komen er vaak in de regering politieke partijen bij elkaar die veel moeten toegeven op standpunten om toch samen een beleid te kunnen maken.

Hoe denk jij hierover? Zou er een betere manier van besturen zijn?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Paragraaf 3: De machten
Parlement
1e +2e Kamer
Wetgevend + controlerend
Kabinet
Ministers + staatsecretarissen
Uitvoerend
Rechters
Rechters
Rechterlijk
Ambtenaren
Mensen die politici helpen
Uitvoerend
Massamedia
Kranten, tv, radio, social media
Informerend, Agenda-vormend, controlerend
Externe adviseurs
Adviesbureaus, lobby-groepen
Raadgevend, macht proberen uit te oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijkste begrippen paragraaf 3
Parlement: 1e en 2e Kamer                             
Regering: koning en ministers
Kabinet: ministers en staatssecretarissen
Coalitie: politieke partijen die in de regring zitten
Oppositie: politieke partijen die niet in de regering zitten
Regeerakkoord: plannen van de regring voor 4 jaar
Fucties van media: informerend, agenda-vormend en controlerend
Lobbygroepen: proberen macht uit te oefenen op beleid voor bepaalde onderwerpen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slot paragraaf 3
Volksvertegen-woordiging
Dagelijks bestuur
Rijk
Parlement
Kabinet
Provincie
Provinciale Staten
Gedeputeerde Staten + CvdK
Gemeente
Gemeenteraad
College van Burgemeester en Wethouders

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Paragraaf 4: Politieke partijen over referendum
Referendum: volk mag stemmen over bepaad onderwerp, voor of tegen.

Politieke partijen zijn verdeeld hierover.
Sommige partijen zien liever meer inspraak vanuit de bevolking en willen dat burgers hun stem kunnen laten horen via een raadgevend of zelfs bindend referendum. 
Andere partijen vinden dat het volk hun vertegenwoordiging gekozen heeft en dat dat genoeg is, ze moeten het overlaten aan de mensen die gekozen zijn. 

Slide 17 - Tekstslide

Slot paragraaf 4
Een raadgevend referendum geeft een advies namens de bevolking, het kabinet hoeft er niet naar te luisteren.
Een bindend referendum zou ervoor zorgen dat het kabinet de stem van het volk moet volgen.

*Om over na te denken: wat vind jij beter? Een raadgevend, een bindend of geen referendum?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Paragraaf 5: De toekomst
Doe-democratie: een vorm dat burgers beslissen mee door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken.

De 3 randvoorwaarden voor een doe-democratie:
1. Sleutelfiguren
2. Respect voor burgers
3. Dilemma sturen-loslaten

Slide 20 - Tekstslide

Slot paragraaf 5
Vragen die voor de toekomst kunnen gelden:
-Gaat de doe-democratie de parlementaire democratie vervangen?
-Hoe staan we over een aantal jaar tegenover referenda?
-Wat voor invloed hebben de technologische ontwikkelingen op de parlementaire democratie over een aantal jaar?
-Meer inspraak of meer daadkracht?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide