Leer, leven en identiteit

Het jodendom: leer, leven en identiteit
Behandeling van H1 en H4, par. 2 en 3
- De joodse identiteit
- Nederland
- Besnijdenis, gebedsriemen, spijswetten en kleding
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het jodendom: leer, leven en identiteit
Behandeling van H1 en H4, par. 2 en 3
- De joodse identiteit
- Nederland
- Besnijdenis, gebedsriemen, spijswetten en kleding

Slide 1 - Tekstslide

De lesinhoud
H1: leer, leven en identiteit + H4, par. 2 en 3 
H2: Geschiedenis van het jodendom: 
  • Genesis: voorgeschiedenis jodendom
  • Exodus: Abraham en Mozes
  • Koningen: David en Salomon
  • De Babylonische ballingschap
H5: De joodse wereldbeschouwing 
H6: Feesten en gebruiken 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. De leerling kan aan de hand van de term mitswot uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
  2. De leerling kan uitleggen welke vier opvattingen er zijn aangaande de joodse identiteit. 
  3. De leerling kan binnen het jodendom het belangrijkste verschil tussen een orthodoxe en liberale opvatting herkennen en uitleggen. 
  4. De leerling kan aan de hand van het begrip seculier uitleggen wat het verschil is tussen de religieuze vorm van jodendom en de politieke vorm van jodendom
  5. De leerling kan uitleggen wat met betrekking tot de joodse gemeenschap in Nederland bedoeld wordt met dubbele loyaliteit.
  6. De leerling kan de totstandkoming van- en de betekenis achter het voorschrift van de besnijdenis onder woorden brengen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
7. De leerling kan de besnijdenis vanuit ethisch perspectief duiden en daarbij argumenten voor en argumenten tegen onder woorden brengen. 
8. De leerling kan aan de hand van de joodse gebedsriem/Deuteronomium, 6:4-8 uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
9. De leerling kan aan de hand van de mezoeza/Deuteronomium, 6:4-8 uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
10. De leerling is in staat voorbeelden van de joodse spijswetten te geven en/of te herkennen. 
11. De leerling is in staat de term koosjer zowel binnen als buiten een joodse context te gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Leer, leven en identiteit
Bestudeer leerdoel 1 t/m 11 en maak deze jezelf eigen. Hiervoor moet je:
1. H1 en H4, par. 2 en 3 lezen
2. De slides van deze LessonUp bestuderen
3. De vragen in deze LessonUp beantwoorden


Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben deze mensen met elkaar gemeen?

Slide 6 - Tekstslide

Achternamen
Cohen, Polak, Melkman, Zilversmid, Goudsmid, d'Ancona, Barend, Van Gelder, Lipschitz, Levi, Knoop, Schaap, Aarons, De Vries, Jakobs, Mok, Schellevis, Meijer, Benima, Brillemans, De Wolff, Amerongen, Appel, Asher, Spier, Markus, Levison, Bamberg, Beem, Belifante, Engelsman, Boas, Boekbinder, Soesman, Coevorden, Coronel, De Hond, Drukker, Van Praag, Erwteman, Fontein, Frenkel, Gans, Schrijver, Grunberg, Halberstadt, Bloemendal, Hausdorff, Heertje, Godschalk, Hijmans, Italiaander, Izaaks, Katz, Kleef, Oppenheimer, Onderwijzer.

Slide 7 - Tekstslide

Mitswot
Mitswot zijn de joodse geboden, oftewel: regels van de joodse wet. De belangrijkste worden 'de tien geboden' genoemd. De jodse geboden geven richting aan hoet het joodse leven eruit moet zien.

Slide 8 - Tekstslide

1. Maak twee kolommen in je schrift, schrijf links bovenaan 'orthodox' en rechts bovenaan 'liberaal'. Werk de kenmerken uit van het 'liberale' en het 'orthodoxe' jodendom. Upload een foto van je uitwerkingen.

Slide 9 - Open vraag

2. Wat is nu het allerbelangrijkste verschil tussen het liberale en het orthodoxe jodendom?

Slide 10 - Open vraag

Seculier
Wanneer iemand zichzelf seculier noemt, ziet diegene zichzelf vaak als niet-religieus. 
Een seculiere staat is een staat waarbij religie (of kerk) van de staat (of politiek) gescheiden zijn. De staat wordt niet ingericht volgens een bepaalde religie. Religie is iets dat behoort eerder tot de privésfeer van mensen. Een seculiere staat staat neutraal tegenover alle religies. Mensen van verschillende religieuze tradities zijn dus gelijk tegenover elkaar. 

Slide 11 - Tekstslide

3. Welke twee vormen van het jodendom heb je nog meer naast orthodox en liberaal?

Slide 12 - Open vraag

Het jodendom
Een uitverkoren volk
Een verbond met God
De mitswot (de geboden)
=
Bepalen de leer en het leven van de joden

Slide 13 - Tekstslide

Joden hebben altijd een band met de staat Israël

Slide 14 - Tekstslide

4. Iemand die in Nederland woont, niet religieus is en waarvan de hele familie uit Israël komt, noem je ook wel:
A
religieus joods: orthodox
B
religieus joods: liberaal
C
politiek joods: seculier
D
niet religieus of politiek joods

Slide 15 - Quizvraag

Deuteronomium 6:4-8
4 Luister, Israël, de Heer is onze God. De Heer is Eén. [a] 5 Houd van Hem met je hele hart, je hele ziel en alles wat je hebt. 6 Bewaar in je hart wat ik jullie vandaag leer. 7 Leer het aan je kinderen. Praat er met hen over als je thuis bent, als je onderweg bent, als je opstaat en als je naar bed gaat. 8 Bind het als een teken om je pols en als een herinnering om je voorhoofd.

Slide 16 - Tekstslide

De gebedsriem
De mezoeza (tekstkoker bij deurpost met tekst Deteronomium)

Slide 17 - Tekstslide

5. Koppel de afbeeldingen van slide 17 aan de tekst van slide 16 en vertel wat dit zegt over het leer en leven van de joden?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Dat is 'niet zo koosjer' 

Slide 20 - Tekstslide

6. Waarom is het voor joodse mannen belangrijk dat zij besneden zijn?

Slide 21 - Open vraag

7. Bekijk de besnijdenis vanuit ethisch perspectief (goed of kwaad), zet argumenten voor en argumenten tegen in een schema.

Slide 22 - Open vraag

Terugkoppeling leerdoelen
  1. De leerling kan aan de hand van de term mitswot uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
  2. De leerling kan uitleggen welke vier opvattingen er zijn aangaande de joodse identiteit. 
  3.  De leerling kan binnen het jodendom het belangrijkste verschil tussen een orthodoxe en liberale opvatting herkennen en uitleggen. 
  4. De leerling kan aan de hand van het begrip seculier uitleggen wat het verschil is tussen de religieuze vorm van jodendom en de politieke vorm van jodendom
  5. De leerling kan uitleggen wat met betrekking tot de joodse gemeenschap in Nederland bedoeld wordt met dubbele loyaliteit.
  6. De leerling kan de totstandkoming van- en de betekenis achter het voorschrift van de besnijdenis onder woorden brengen

Slide 23 - Tekstslide

Terugkoppeling leerdoelen
7. De leerling kan de besnijdenis vanuit ethisch perspectief duiden en daarbij argumenten voor en argumenten tegen onder woorden brengen. 
8. De leerling kan aan de hand van de joodse gebedsriem/Deuteronomium, 6:4-8 uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
9. De leerling kan aan de hand van de mezoeza/Deuteronomium, 6:4-8 uitleggen dat leer en leven in de joodse wereld- en levensbeschouwing zeer nauw op elkaar betrokken zijn. 
10. De leerling is in staat voorbeelden van de joodse spijswetten te geven en/of te herkennen. 
11. De leerling is in staat de term koosjer zowel binnen als buiten een joodse context te gebruiken. 

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
H1: leer, leven en identiteit + H4, par. 2 en 3 
H2: Geschiedenis van het jodendom: 
  • Genesis: voorgeschiedenis jodendom
  • Exodus: Abraham en Mozes
  • Koningen: David en Salomon
  • De Babylonische ballingschap
H5: De joodse wereldbeschouwing 
H6: Feesten en gebruiken 

Slide 25 - Tekstslide