Les 3 klas1 Muziek noten

Periode 3 Muziek les 3 





1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periode 3 Muziek les 3 





Slide 1 - Tekstslide

Deze les gaat over:
herhaling les 2 door middel van een quiz; 
Noten met een stip. 
 


Slide 2 - Tekstslide

Wat ik geleerd heb deze les: 

  • Ik kan een toets maken over maatsoorten, noten, notenbalk;
  • Ik kan maatsoorten herkennen door te horen ( toon), maar ook door te zien (noten);
  • Ik weet waar de stip voor staat in de muzieknotatie.

Slide 3 - Tekstslide

QUIZ 

Slide 4 - Tekstslide

Uit hoeveel horizontale lijntjes bestaat de notenbalk waar alle muziek op geschreven wordt?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 5 - Quizvraag

MAAT 
De hoeveelheid tellen waarin we de muziek verdelen, noemen we de maat. 

Slide 6 - Tekstslide

De ruimte tussen de verticale lijntjes noemen we een maat. Hoe noemen we de verticale lijntjes?

Slide 7 - Open vraag

Veel voorkomende maatsoorten

Slide 8 - Tekstslide

Veel voorkomende maatsoorten

Slide 9 - Tekstslide

Welke maatsoort hoor je hier?
A
2/2
B
4/4
C
3/4
D
6/8

Slide 10 - Quizvraag

Welke maatsoort hoor je hier?
A
2/2
B
3/8
C
3/4
D
4/4

Slide 11 - Quizvraag

De maatsoort wordt altijd aan het begin van een muziekstuk  aangegeven met twee cijfers boven elkaar. 

Slide 12 - Tekstslide

Betekenis cijfers
Het onderste cijfer (van de breuk) geeft aan welk soort noot we als één tel beschouwen.

Het bovenste cijfer (van de breuk) geeft aan hoeveel er van die noot in één maat zitten. Met andere woorden hoeveel tellen elke maat heeft. 
 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Bij een 2/2 maat is de hele noot hoeveel tellen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Als het onderste cijfer een 4 is, dan zijn 1/4 de noten- kwart noten- hoeveel tellen?
A
4 tellen
B
2 tellen
C
1 tel
D
1/2 tel

Slide 16 - Quizvraag

Als het onderste cijfer een 8 is dan zijn de 1/4 de noten - kwart noten- hoeveel tellen?
A
4 tellen
B
2 tellen
C
1 tel
D
1/2 tel

Slide 17 - Quizvraag

Hele, halve, kwart noot. 
achtste, zestiende, tweeëndertigste noot

Slide 18 - Tekstslide

Hele noot 
halve noot
kwartnoot
achtste noot
Zestiende noot

Slide 19 - Sleepvraag

Noten met stip
Een noot van één, twee en vier tellen weten we hoe die eruit ziet. Maar hoe zit het met een noot van drie tellen?
Daar is geen aparte noot voor. In plaats daarvan gebruiken we een halve noot en zetten we er een stip naast. 

Slide 20 - Tekstslide

De stip verlengt de noot met de helft van de waarde.
We kunnen achter elke noot een stip zetten. 
De noot wordt dan altijd groter met de helft van de waarde.

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting.
vandaag heb je je kennis getest over maatsoorten, noten, en over de notenbalk. 
Je hebt geleerd over de stip na een noot en wat deze betekend. 
Volgende les gaan we de noten een naam geven. 

Slide 22 - Tekstslide

Periode 3 Muziek les 4 





Slide 23 - Tekstslide

Deze les gaat over:
  • De G sleutel 
  • Noten en hun naam


Slide 24 - Tekstslide

Wat ik geleerd heb deze les: 

  • Ik weet dat een muzieksleutel aangeeft welke tonen horen bij de noten op papier. 
  • Ik kan de noten op de notenbalk met een G-sleutel verbinden met een letter en zo de juiste noot met de juiste toon verbinden. 

Slide 25 - Tekstslide