powercollege 3_nabeschouwing 2b

Arbeiders vertellen

Het is 1890 en Twente is hét industrieel walhalla van Nederland met Enschede als één van de grotere textielsteden van Europa. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen vinden werk in de fabrieken en werken daar de klok rond. Ze staan in slecht geventileerde kamers vol machines en verdienen nét genoeg om rond te komen. Maar hoe voelt dat eigenlijk, elf uur per dag aan het werk?
Lees op de volgende dia's 3 dagboekverhalen.

PC 3 Nabeschouwing
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Arbeiders vertellen

Het is 1890 en Twente is hét industrieel walhalla van Nederland met Enschede als één van de grotere textielsteden van Europa. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen vinden werk in de fabrieken en werken daar de klok rond. Ze staan in slecht geventileerde kamers vol machines en verdienen nét genoeg om rond te komen. Maar hoe voelt dat eigenlijk, elf uur per dag aan het werk?
Lees op de volgende dia's 3 dagboekverhalen.

PC 3 Nabeschouwing

Slide 1 - Tekstslide

Gerrit Bennink(32) dagboek 1

Ooit was ik zelf een ‘werkman der fabriek’, totdat de weverij afbrandde en ik van vier hoog naar beneden heb moeten springen. Pas toen tijdens het werk mijn rug brak realiseerde ik mij hoe beklagenswaardig de toestand van de volwassen slaven en slavinnen in de ‘Twentse hel’ is. Het is een arm bestaan, zonder maar ook één perspectief op beter leven: Elf uur lang verrichten ze in een bedompte fabriek eentonige arbeid. Elke dag weer. Het loon is niet veel en in elk huishouden moet ieder kind werken om het hoofd boven water te houden. Het voedsel bestaat uit roggebrood, aardappelen en soms een stukje varkensvet. Vlees is hun totaal onbekend. Bij ziekte krijgen zij niet het nodige om beter te worden. Het is triest…

Slide 2 - Tekstslide

Hendrik Greve (31), wever
Op mijn negende begon ik als wever, maar er is zo’n groot verschil tussen het weven van toen en nu. Het werk is zwaar geworden, het is verstandiger om pas op een latere leeftijd te beginnen. Het lichaam van een negenjarige is echt niet gebouwd voor dit fabriekswerk. Wat mij betreft beginnen ze pas op hun achttiende jaar. Maar zelfs voor een volwassen man is het uitputtend. Het werk is zwaar, de tijden zijn lang. Zelfs op feestdagen moeten wij aan de bak. En dan is het ook eens bloedheet. En die machines… Ik kan in Enschede negen mensen aanwijzen, die door het uitschieten van de spoel met een kunstoog rondlopen.

Slide 3 - Tekstslide

Alfons Ariens (30), priester
Vaak kom ik bij arbeiders over de vloer. Och, wat verschrikkelijk! Ze klotsen ’s morgens al voor zessen naar de fabriek en sjokken ’s avonds pas rond achten terug, om daarna nog – zo lang als ze kunnen – op hun eigen stuk land te werken. Kinderen gaan mee. Als schimmen lopen ze achter hun ouders aan, de slaap nog uit hun ogen wrijvend. Zeventig uur per week werken mannen, vrouwen en kinderen in een slecht verlicht en geventileerd hol. Om nog niet over het eten te spreken, het middagmaal bestaat enkel uit een schaal aardappelen. Ondervoeding is daardoor net zo vanzelfsprekend als longtering als gevolg van het geregeld inademen van die oliestank in de fabriek. De werkman is geen medewerker. Het is een werktuig!

Slide 4 - Tekstslide

1. Uit de verhalen blijkt dat werken in de fabriek gevaarlijk was. Geef hiervan twee voorbeelden.

Slide 5 - Open vraag

2. Gerrit Bennink beschrijft de arbeiders als slaven en slavinnen. Leg uit waarom hij de arbeiders slaven en slavinnen noemt.

Slide 6 - Open vraag

3. Wat aten arbeiders vooral?

Slide 7 - Open vraag

4. Waarom was het volgens Hendrik Greve niet goed voor negenjarigen om in de fabriek te werken?

Slide 8 - Open vraag

5. Hoe beschrijft Alfons Ariëns de kinderen die in de fabriek werken? Kinderen zijn:
A
gedrochten
B
schimmen
C
viezeriken
D
magere heintjes

Slide 9 - Quizvraag

6. Leg uit wat het verband is tussen eenzijdig voedsel en ondervoeding.

Slide 10 - Open vraag

Deze tekst gaat over de slechte arbeidsomstandigheden. In het powercollege hebben we die genoemd.
Welke slechte omstandigheid komt niet in de drie verhalen aan de orde?

A
lage lonen & kinderarbeid
B
gevaarlijk & onhygiënisch werk
C
geen vakanties & lange werkdagen
D
kleine huizen met grote gezinnen

Slide 11 - Quizvraag

8. Kijk op de website van UNICEF.

https://www.unicef.nl/bescherming/kinderarbeid

Hoeveel kinderen werken in 2020 als kinderarbeider?

Slide 12 - Open vraag

9 Noem twee dingen die je zelf kunt doen om kinderarbeid te voorkomen.

Slide 13 - Open vraag

10 Wat doet UNICEF tegen kinderarbeid? Noem twee dingen.

Slide 14 - Open vraag

9. Zoek 5 foto's van arbeiders uit de 19e eeuw (de ijzeren eeuw).

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide