Energie

Energiesoorten
  • verschillende energiesoorten kennen
  • rekenen aan bewegingsenergie (kinetische energie), zwaarte-energie
  • rekenen aan energieomzettingen  (Ez en Ek)
  • de wet van behoud van energie 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Energiesoorten
  • verschillende energiesoorten kennen
  • rekenen aan bewegingsenergie (kinetische energie), zwaarte-energie
  • rekenen aan energieomzettingen  (Ez en Ek)
  • de wet van behoud van energie 

Slide 1 - Tekstslide

Soorten energie
  1. Chemische energie
  2. Kernenergie
  3. Electrische (en magnetische) energie
  4. Stralingsenergie (warmte)
  5. Bewegingsenergie Ekin
  6. Zwaarte-energie Epot
  7. Veer- of elastische energie

Slide 2 - Tekstslide

Energie
Om te kunnen fietsen, is daar energie voor nodig. Een lamp heeft energie nodig om licht te geven. Energie is overal aanwezig. Maar wat is het eigenlijk?

Energie is de mogelijkheid van een systeem om warmte, straling of beweging te produceren. In deze context wordt een systeem gezien als een omgeving waarin natuurwetten werken.

Wanneer een systeem of voorwerp beweegt, spreken we over kinetische energie
Als een voorwerp de mogelijkheid of potentie heeft om zichzelf of een ander voorwerp in beweging te krijgen, spreken we van potentiële energie.

Slide 3 - Tekstslide

Kinetische energie
De formule voor kinetische energie luidt als volgt:


waarin:
           =  kinetische energie in      J
           =  massa in                               kg
           =  snelheid in                           m/s

Zoals te zien is, is de kinetische energie afhankelijk van de snelheid waarmee het voorwerp beweegt.
Ekin=21mv2
Ekin
m
v

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zwaarte-energie
De formule voor zwaarte-energie luidt als volgt:


waarin:
           =  zwaarte-energie in      J
           =  massa in                           kg
           =  valversnelling in            m/s²
           =  hoogte in                          m  (niveau ; het aardeoppervlak of het middenpunt van de aarde)

Zwaarte-energie is een vorm van potentiële energie. Wanneer je een krat optilt, heeft het door deze zwaarte-energie elke keer de neiging om naar beneden te vallen van hoogte h.
Epot,z=mgh
Ez
m
g
h

Slide 6 - Tekstslide

De zwaarte-energie gaat volledig op in bewegings-energie
Neem aan m= 100 kg en g=10 m/s2 Ez=10000 J= 100 kg x 10 m/s2 x ....?
hoogte =10 m
v op de grond ?
v=14 m/s



v=m(Ekin2)

Slide 7 - Tekstslide

energie omzetting van Ez in Ek
je laat per ongeluk een camera vallen vanaf een hoogte van 10 meter. Met welke snelheid valt de camera op de grond? geen last van wrijving. 


Ez=Ek
mgh=21mv2
v=2gh

Slide 8 - Tekstslide

opgave 7 
beginsnelheid is 30 km/h, valhoogte is 2,4 m, valsnelheid in water?   Energie bij de kade = energie in water
Ek+Ez=Ek
21mv2+mgh=21mv2
21(vb)2+gh=21(ve)2
(vb)2+2gh=(ve)2
(3,630)2+29,812,4=(v2)e

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kinetische energie

Je bent aan het fietsen met een constante snelheid. Je weegt samen met je fiets 80 kg.
Je hebt 2000 J energie geleverd om op snelheid te komen. Hoe snel ga je? (we gaan ervan uit dat er geen wrijving)
Gegeven

Gevraagd

Formule

Bereken

Antwoord + eenheid

Slide 12 - Tekstslide

ANTWOORD

Je bent aan het fietsen met een constante snelheid. Je weegt samen met je fiets 80 kg.
Je hebt 2000 J energie geleverd om op snelheid te komen. Hoe snel ga je? (we gaan ervan uit dat er geen wrijving)
Gegeven m = 80 kg 
                    Ekin = 2000 J
Gevraagd  v
Formule 


Bereken



Antwoord + eenheid v = 7,1 m/s
Ekin=0,5mv2
v=m(Ekin2)
v=80(20002)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

opg8:opg 6: h= 15 m en vb=5 m/s

Slide 15 - Tekstslide

opgave 9a

Slide 16 - Tekstslide

9b

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide