ww-spelling vd en od

Lezen
timer
15:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- je weet (weer) hoe je het voltooid en onvoltooid deelwoord spelt
- je weet wat de planning is voor de eerste weken na TEA1
- je weet wat de toetsopdracht TEA2 aanraderspraatje inhoudt

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lezen (15 min)
- welkom en introductie (5 min)
- terugblik: portfolio (5 min)
- uitleg ww-spelling (10 min)
- zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide


- je weet hoe je met het portfolio schrijfvaardigheid moet werken
- je weet hoe je een persoonlijke brief opstelt
- je hebt een oefenbrief geschreven



Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke data na de herfstvakantie
- woensdag 3 november: volgmeting: zinsdelen, werkwoordspelling en leestekens
- Toets TEA2 aanraderspraatjes vanaf woensdag 10 november

Zorg dus dat je op tijd je leesboek uit hebt

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik werkwoordspelling
werkwoordspelling: PVTT en PVVT zwakke en sterke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide



Slide 7 - Tekstslide

De ik-vorm(stam)+t regel
a. Geldt in de tegenwoordige tijd, dus bij PVTT (duim omhoog)
b. Geldt in de verleden tijd, dus bij PVVT (duim omlaag)

Slide 8 - Tekstslide

Hij .................... (vinden) haar leuk
PVTT (PV tegenwoordige tijd)
a. vind (duim omhoog)
b. vindt (duim omlaag)

Slide 9 - Tekstslide

Hij ........................ (willen) die auto graag. 
PVVT (PV verleden tijd)
a. wilde (duim omhoog)
b. wildde (duim omlaag)

Slide 10 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen.
A. Waar (staan)
B. Niet waar (zitten)

Slide 11 - Tekstslide

De lamp ................... (verlichten) de hele kamer.
PVVT (PV verleden tijd)
a. verlichte (duim omhoog)
b. verlichtte (duim omlaag)

Slide 12 - Tekstslide

De dolfijn ……… (duiken) in de zee.
PVVT (PV verleden tijd) 
a. dook (duim omhoog) 
b.duikte (duim omlaag)

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Geeft aan dat een handeling afgerond (voltooid) is. 
- Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
- Er staat altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.

Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd.
Vorig jaar is hij naar Spanje gevlogen

Slide 14 - Tekstslide

Spelling voltooid deelwoord
1. Sterke werkwoorden: eindigt vaak op -en
Ik heb lekker gegeten (eten, ik eet, ik at) 
De trein is op tijd aangekomen (aankomen, kom aan, kwam aan)

2.Zwakke werkwoorden: eindigt op -t of -d: kofschip/fokschaap
Klaverjassen  wordt.....................
Verwaarlozen wordt................

Slide 15 - Tekstslide

Even checken
Ik heb .................... (werken)
Ik heb .................... (rennen) 
Ik heb .................... (praten)
Ik heb .................... (schieten)
…………….(fluisteren) liepen wij over de gang

Slide 16 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord= od
Het onvoltooid deelwoord (od) geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid):
Hele ww + d
luisterend
kijkend
In de touringcar rijden de supporters luid zingend naar het stadion. 

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
maken: Nieuw Nederlands Planning ww-spelling H4 (H4 opdracht 1,2 en 3) of maak de opdrachten uit je boek: opdracht 1, 2 en 3  (blz. 126/127)
De theorie over voltooid en onvoltooid deelwoord kun je nalezen op blz. 126





Slide 18 - Tekstslide