Blok 4: Wat eet jij?

Blok 4 Wat eet jij?
M&M 
Les 1
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 Wat eet jij?
M&M 
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
  • de verschillen noemen in eetgewoonten tussen vroeger en nu.
  • uitleggen waar voedsel vandaan komt en waar je het kunt kopen.
  • verklaren waardoor eetgewoonten zijn veranderd.
  • beschrijven hoe een supermarkt is ingericht en wat promotie is.
  • Uitleggen waarom mensen verschillende dingen eten en drinken
  • Uitleggen hoe het voedsel van de toekomst eruitziet en hoe het wordt gemaakt.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw lievelingseten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eten Nederlanders?
  • 20ste eeuw: Eten uit eigen land.
  • 21ste eeuw: Ook veel buitenlands eten op menukaart.
  • Typisch NL: Aardappels, vlees en groente. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaren 50 &60 & 70
Verandering in eetpatroon NL.
  • Komst gastarbeiders
  • Inwoners oude koloniën

Kennis met nieuwe gerechten: 
-Bami, Nasi, Pizza, Pasta's, couscous, Roti.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eten & Globalisering
  • Doordat de wereld kleiner is geworden door de komst van het Internet, snellere transport, wereldhandel, etc. nu ook goedkoper buitenlands voedsel in NL.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lezen: Tekst blokken van blok 4
Maken: 
  • kb: opdracht  2 t/m 5, 7, 9, 11, 15, 18, 19 t/m 21  
  • tl: opdracht 2 t/m 5, 7, 9 t/m 11, 15, 16, 18, 19 t/m 21  
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak                - zelftoets
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen
Jaren 40:
  • Boodschappen doen bij: slager, bakker, melkboer, kruidenier, etc.
Jaren 50:
  • Komst supermarkt. Alles onder 1 dak! 
  • 1946: 1e supermarkt in NL

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kookt er vanavond?
21ste eeuw:                                                                        Jaren 50/60

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemaksvoedsel
In de supermarkt is er tegenwoordig veel snel en gemakkelijk voedsel te vinden.
-voorverpakt
-kant en klaar 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eten uit de fabriek?
  • Ons dagelijks voedsel is bewerkt, voordat het op je bord ligt.
  • Vb: Melk van de koe: gaat naar fabriek: boter, kaas, yoghurt, etc.
  • Graan --> brood, koekjes, cakes, etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel bewerken
Veel voedsel wordt in de fabriek op verschillende manieren verwerkt/bewerkt:
  • Conserveermiddelen: houdbaarheid verlengen
  • Smaakstoffen: lekkerder eten maken (zoet, zout,etc.)
  • Kleurstoffen toevoegen: mooier en aantrekkelijk maken.
(vb kleurenspaghetti)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel suiker eten wij gemiddeld per persoon in Nederland per jaar?
A
25 kilo
B
45 kilo
C
85 kilo
D
60 kilo

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lezen: Tekst blokken van blok 4
Maken: 
  • kb: opdracht  2 t/m 5, 7, 9, 11, 15, 18, 19 t/m 21  
  • tl: opdracht 2 t/m 5, 7, 9 t/m 11, 15, 16, 18, 19 t/m 21  
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak                - zelftoets
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak af:
"Vroeger aten mensen ....
A
... minder buitenlandse producten"
B
... meer buitenlandse producten"
C
... net zoveel buitenlandse producten"

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dit veranderd?
A
Mensen waren het zat om steeds hetzelfde te eten
B
Buitenlandse producten worden goed geadverteerd
C
Het wordt steeds makkelijker om over de wereld te reizen
D
Nederlandse boeren exporteren te veel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee manieren waarop buitenlandse producten onderdeel worden van "onze cultuur"
(En ja iedereen krijgt straks een rood scherm)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Blok 4 Wat eet jij?
M&M LJ1
Les 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
  • de verschillen noemen in eetgewoonten tussen vroeger en nu.
  • uitleggen waar voedsel vandaan komt en waar je het kunt kopen.
  • verklaren waardoor eetgewoonten zijn veranderd.
  • beschrijven hoe een supermarkt is ingericht en wat promotie is.
  • Uitleggen waarom mensen verschillende dingen eten en drinken
  • Uitleggen hoe het voedsel van de toekomst eruitziet en hoe het wordt gemaakt.




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewuster eten
Welke stoffen eten bevat, staat op het etiket. Ook kun je lezen wat er precies in zit in het product, zoals: 
  • Aantal calorieën
  • eiwitten
  • koolhydraten
  • vetten 
  • Kleur- smaakstoffen. EN ook E-nummers voor de veiligheid van producten. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussendoortje
Eetgewoonte 21ste eeuw:
  • Snacken/tussendoortje 
Vb: Mars/Snickers/Liga/Muslireep
  • Overal ook te koop, maar is het wel gezond?
  • Vroeger aten ze maar 3x per dag!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussendoortjes: Wel zo gezond?
-Nee! Lichaam heeft het niet nodig. 
Waarom eten we het dan?
  1. weinig voorbereidingstijd
  2. gemakzucht
  3. voor het grijpen (in de winkels)
  4. laten beïnvloeden door reclames
  5. Luxe: genoeg geld

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lezen: Tekst blokken van blok 4
Maken: 
  • kb: opdracht  2 t/m 5, 7, 9, 11, 15, 18, 19 t/m 21  
  • tl: opdracht 2 t/m 5, 7, 9 t/m 11, 15, 16, 18, 19 t/m 21  
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak                - zelftoets
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerlijk en goed eten
Eisen aan producten.
-Goed eten
-Gezond eten
-Goedkoop eten
-Milieu bewust eten.
-ect.
  • Keurmerken voor voedsel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schijf van vijf
Schijf van vijf

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lezen: Tekst blokken van blok 4
Maken: 
  • kb: opdracht  2 t/m 5, 7, 9, 11, 15, 18, 19 t/m 21  
  • tl: opdracht 2 t/m 5, 7, 9 t/m 11, 15, 16, 18, 19 t/m 21  
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak                - zelftoets
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reclames
Mensen laten zich beïnvloeden door reclames. Ook als het om voedsel gaat.
-vb. (chips) reclames
-Acties op social media
-Zichtbaarheid in winkels
-Aanbiedingsacties: 2e halve prijs!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toekomst voedsel
2020: 7,5 miljard mensen op de wereld. 2050: 9 miljard.
  • Hoe voeden we deze mensen?
  • Meer dieren? Niet goed voor milieu!
  • Bossen kappen voor landbouwgrond? Nee!
Kweekvlees: 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak eet jij vlees ?
A
Elke dag
B
Ik eet geen Vlees
C
1 a 3 keer per week
D
4 a 6 keer per dag

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lezen: Tekst blokken van blok 4
Maken: 
  • kb: opdracht  2 t/m 5, 7, 9, 11, 15, 18, 19 t/m 21  
  • tl: opdracht 2 t/m 5, 7, 9 t/m 11, 15, 16, 18, 19 t/m 21  
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak                - zelftoets
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort vlees zorgt voor de meeste uitstoot van broeikasgassen ?
A
Rundvlees
B
Kippenvlees
C
Lamsvlees
D
Varkensvlees

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel water is nodig voor de productie van 1 kilo rundvlees ?
A
120 liter
B
3.000 liter
C
15.000 liter
D
25.000 liter

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind je dat jijzelf minder vlees zou moeten eten ?
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Alles voor een beter Klimaat: "Ik zou best insecten kunnen eten".
A
Ja hoor, geen probleem !
B
Nee, Nooit !
C
Alleen als ze verwerkt zijn zodat ik niet zie !

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef 3 redenen waarom het klimaat verandert door onze vleesindustrie ?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering is een probleem van de toekomst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quizvraag

test 123
In Nederland merken we niks van klimaatverandering
A
Ja dat klopt
B
Nee, klopt niet

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering in nederland: Wat merken we er hier eigenlijk van ?
  • De temperatuur is in Nederland sinds 1900 net 1,7 graden gestegen ( wereldwijd 0,8 graden)
  • Neerslag met 20 % gestegen sinds 1950. 
  •                                          

  • Eigenlijk zou je kunnen stellen dat het weer in Nederland extremer is geworden
Opvallend
Opvallend hierbij is dat het aantal regendagen in de winter niet heel erg is veranderd. Maar als het regent, regent het net iets harder. Hetzelfde gebeurt in de zomer. Het aantal regendagen neemt dan zelfs af, maar de hevigheid van de buien neemt toe.”

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere landen hebben meer last van klimaatverandering. Zij moeten het dan ook maar oplossen. Eens of eens ?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik hoef klimaatverandering niet op te lossen. De overheid moet dat doen? Eens of oneens, motiveer je antwoord.

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies