Plannen, pva

Waar denk jij aan bij het woord plannen?
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar denk jij aan bij het woord plannen?

Slide 1 - Woordweb

Plannen
  • Zorgt voor overzicht
  • Goede verdeling tussen vrije tijd en huiswerk
  • Het zorgt voor rust als je precies weet wat je moet doen
  • Je komt nooit in tijdsnood

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen
We gaan nu zelf de weekplanner voor aankomende week invullen.

Vul eerst voor jezelf in welke afspraken je aankomende week allemaal hebt staan (denk aan sport, afspraken, hobby's etc.) 

Pak daarna je agenda er bij, wat moet aankomende week allemaal af zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk aankomende week
Maandag: 
Duits           Mk oef. 2.3  Lr woordenlijst A Ned/Du
Latijn           Lr woorden van les 1 (t/m lacrimare)
Biologie      Mk opdr. 1 t/m 8 van 1.2  Lr onderdelen microscoop

Dinsdag
... 
Hoe lang ben je hier mee bezig?

Slide 5 - Tekstslide

Leren, hoe doe je dat?

Slide 6 - Woordweb

Lees de volgende woorden:
Je mag de woorden niet zeggen en niet overschrijven.
Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden in 20 seconden.

Fiets, vogel, harnas, banaan, stoeptegel, oranje, ridder.

timer
0:20

Slide 7 - Tekstslide

Typ in één zin zoveel mogelijk woorden van de vorige pagina.

Slide 8 - Open vraag

Lees de volgende woorden:
Je mag de woorden hard op zeggen, maar niet opschrijven.
Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden in 20 seconden.

Geel, zebra, viool, baksteen, tomaat, bloem, herfst



timer
0:20

Slide 9 - Tekstslide

Typ in één zin zoveel mogelijk woorden van de vorige pagina.

Slide 10 - Open vraag

Lees de volgende woorden:
Je mag de woorden opschrijven.
Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden in 20 seconden.
Na 20 seconden leg je je papier aan de kant.

Flamingo, blauw, gordijn, auto, schildpad, vliegtuig, bal



timer
0:20

Slide 11 - Tekstslide

Typ in één zin zoveel mogelijk woorden van de vorige pagina.

Slide 12 - Open vraag

Welke manier werkte voor jou het beste?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide