Athene en Sparta: bestuur
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Referentiekader : in welke tijd situeren we deze les :
Hoe bestuurden de Atheners hun polis?
Hoe bestuurden de Atheners hun polis?
A
prehistorie
B
oude nabije oosten
C
klassieke oudheid
D
middeleeuwen
Slide 2 - Quizvraag
Referentiekader : in welke ruimte situeren we deze les?
A
Griekse Schiereiland
B
Eilanden in de Egeïsche Zee
C
Ionië of Klein-Azië
D
Romeinse Rijk
Slide 3 - Quizvraag
Referentiekader : welk domein past bij deze les?
A
cultureel
B
politiek
C
economisch
D
sociaal
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de taak van het parlement?
A
Ministers kiezen
B
Wetten maken
C
Wetten uitvoeren
D
Recht spreken
Slide 6 - Quizvraag
Wie zorgt er in België voor dat wetten uitgevoerd worden?
A
de koning
B
de regering
C
de eerste minister
D
het parlement
Slide 7 - Quizvraag
Plaats een foto van de toekomstige koning(in) van België.
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Wat hebben de Griekse en Belgische koningen met elkaar gemeen?
A
erfelijk
B
alle macht
Slide 11 - Quizvraag
Hoe verschillen de Griekse en Belgische koningen van elkaar?
A
erfelijk
B
alle macht
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Bij een aristocratie is een kleine groep aan de macht. De elite. Op basis waarvan zijn zij aan de macht?
A
Ze hebben veel geld.
B
Ze hebben veel grond.
C
Ze zijn erg slim.
D
Ze zijn heel sterk.
Slide 14 - Quizvraag
Deze bestuursvorm (aristocratie) is...
A
eerlijk
B
oneerlijk
Slide 15 - Quizvraag
Welke economische activiteit wordt steeds belangrijker na de Griekse migraties?
A
handel
B
landbouw
Slide 16 - Quizvraag
Veel handelaars in Athene (vaak migranten) worden meer en meer ontevreden. Waarom?
A
Ze zijn rijk en hebben politieke rechten.
B
Ze zijn rijk, maar hebben geen politieke rechten.
C
Ze zijn arm en hebben politieke rechten.
D
Ze zijn arm, maar hebben geen politieke rechten.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Na deze vernieuwingen wordt Athene bestuurd op basis van ...
A
grondbezit
B
afstamming
C
rijkdom
Slide 19 - Quizvraag
Wie kreeg door Solon MINDER macht?
A
grondadel
B
geldadel
Slide 20 - Quizvraag
Het gewone volk kreeg ook meer macht. Welke functie kregen ze NIET?
A
afschaffing schuldslavernij
B
wetten maken
C
volksrechtbank
D
volksvergadering
Slide 21 - Quizvraag
Wie was niet zo blij met deze nieuwe bestuursvorm?
A
grondadel
B
geldadel
C
gewone volk
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Video
Welke naam past niet bij deze nieuwe bestuursvorm?
A
Solon
B
Kleisthenes
C
Pericles
Slide 24 - Quizvraag
Wat bepaalde of je mee in het bestuur zat?
A
Hoeveel grond je had.
B
Hoeveel geld je had.
C
Dat werd door loting bepaald.
Slide 25 - Quizvraag
Plaats hier een foto van het schervengerecht of ostraka.
timer
1:00
Slide 26 - Open vraag
timer
1:00
Wie mocht niet deelnemen aan het bestuur?
Slide 27 - Woordweb
Slide 28 - Tekstslide
Het ostracisme was een democratische maatregel om de invoer van .... te vermijden.
A
Oligarchie
B
Timocratie
C
Tirannie
D
Aristocratie
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Om een doel te bereiken zijn alle middelen toegelaten.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 31 - Quizvraag
Het gezinsleven bij de Spartanen in belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Aan gehandicapten besteedt men de nodige zorgen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
De staat heeft weinig invloed op de opvoeding van Spartanen
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 34 - Quizvraag
Als jongeling moet je goed studeren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quizvraag
De Spartanen zijn beroepsmilitairen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quizvraag
Betrapt worden op een fout is niet dramatisch
A
waar
B
niet waar
Slide 37 - Quizvraag
De kinderen hebben een aangename jeugd
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Som 1 verschil en 1 gelijkenis op tussen de bestuursvorm in Athene en Sparta.
Slide 41 - Open vraag
Athene
Sparta
Democratie
Oligarchie
Volksvergadering en 'Raad van 500'
Vrouwen, slaven en vreemdelingen hadden geen inspraak.
2 koningen
Volksvergadering en 'Raad der Ouderen'
5 Eforen
