oefentoets Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid HAVO 23
Toets H6 Nederland: klimaat en duurzaamheid
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Toets H6 Nederland: klimaat en duurzaamheid
Slide 1 - Tekstslide
Waarom is leven op aarde niet mogelijk zonder broeikaseffect?
Slide 2 - Open vraag
Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets
Slide 3 - Quizvraag
Waardoor stijgt de zeespiegel? Noteer twee redenen.
Slide 4 - Open vraag
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 5 - Quizvraag
Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Slide 6 - Sleepvraag
Schrijf de letters op van de zinnen die goed zijn 1 In Nederland wordt al zo veel windenergie opgewekt, dat er niet nog meer windenergie kan worden opgewekt. 2 Recycling is een vorm van duurzaam gebruik. 3 Wereldwijd neemt het gebruik van fossiele brandstoffen al af. 4 Windenergie wordt vooral in het westen van Nederland opgewekt.
A
1-2
B
3-4
C
1-3
D
2-4
Slide 7 - Quizvraag
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 8 - Quizvraag
Ook moeten we klimaatneutraal gaan leven. Dit betekent dat onze manier van leven....
A
een mooie bijdrage levert aan de opwarming van de aarde
B
geen bijdrage levert aan de opwarming van de aarde
Slide 9 - Quizvraag
Meer CO2 in de lucht
Sleep de stappen naar de juiste plek
Verbruik van fossiele brandstoffen
Temperatuur op aarde neemt toe
Klimaatverandering
Slide 10 - Sleepvraag
Welke van de onderstaande maatregelen horen bij energietransitie?. a Oude huizen isoleren. b Het dak van de school bedekken met zonnepanelen. c Een windpark op zee plaatsen. d Minder lang onder de douche staan.
A
Alle vier de maatregelen
B
B en C
C
A en D
D
geen van de vier maatregelen
Slide 11 - Quizvraag
Geef een omschrijving van het begrip 'duurzaam'
Slide 12 - Open vraag
Sleep de energiebronnen naar de juiste plaats in het diagram.
4%
11%
38%
42%
Aardgas
Steenkool
Aardolie
Duurzame energie
Slide 13 - Sleepvraag
Is het in steden in het algemeen warmer of kouder dan op het platteland? Leg je antwoord op de vraag uit. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten
Slide 14 - Open vraag
Iemand zegt: ‘Er rijden steeds meer elektrische auto’s op de weg. Dat is duurzaam volgens veel mensen. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Want hoe wordt de elektriciteit opgewekt?’ In welk geval is elektrisch rijden echt duurzaam en in welk geval niet?
Slide 15 - Open vraag
Omschrijf twee gevolgen door klimaatverandering.
Slide 16 - Open vraag
Welke stof wordt uitgestoten door koeien, wat slecht voor het klimaat?
Slide 17 - Open vraag
Wat zijn voordelen van fossiele brandstoffen?
A
ze zijn vrij goedkoop te winnen
B
ze raken niet op
C
Er is altijd wind
D
de verbranding zorgt niet voor luchtverontreiniging
Slide 18 - Quizvraag
Er is internationaal afgesproken dat de aarde niet te veel mag opwarmen. Hoeveel graden mag dat maximaal zijn in 2050-2100?
A
1 graad
B
1,5 graden
C
2 graden
D
2,5 graden
Slide 19 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje. Waar vindt het versterkt broeikaseffect plaats
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quizvraag
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven naar de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging
Slide 21 - Sleepvraag
Nederland loopt achter bij de andere Europese landen in de energietransitie. Noem 1 reden hoe dat komt.
Slide 22 - Open vraag
De zeespiegel aan de kust van Nederland stijgt met zo’n 2 mm per jaar. Het land in Groningen daalt 17 mm per jaar. Hoeveel mm is de relatieve zeespiegelstijging in Groningen per jaar?
A
2 mm
B
15 mm
C
17 mm
D
19 mm
Slide 23 - Quizvraag
Wat wil je tekenaar met deze cartoon duidelijk maken
Slide 24 - Open vraag
Noteer bij de volgende maatregelen of het om energiebesparing of energietransitie gaat. a Oude huizen isoleren. b Het dak van de school bedekken met zonnepanelen. c Een bos kappen en het hout gebruiken voor houtkachels. Ervoor in de plaats wordt gras gezaaid. d Een windpark op zee plaatsen. e Minder lang onder de douche staan.
Slide 25 - Open vraag
Zijn de volgende stellingen goed of fout? a Een polder is een gebied onder zeeniveau. b Door klimaatverandering wordt het op aarde overal heter en droger. c Door het smelten van het ijs in het noordpoolgebied stijgt de zeespiegel. d De duinen in Nederland behoren tot het type aanslibbingskust.