De regelmatige werkwoorden die eindigen op -er, -ir en -re

B
O
N
J
O
U
R


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B
O
N
J
O
U
R


Slide 1 - Tekstslide

Les verbes réguliers 
en -er, -ir et -re

De regelmatige werkwoorden op -er in de présent

Slide 2 - Tekstslide

Reageer op de volgende stelling:
Regelmatige werkwoorden in de présent vervoegen,
dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Regelmatige werkwoorden 
In het Frans zijn er drie groepen regelmatige werkwoorden: 
  1. Werkwoorden op -er
  2. Werkwoorden op -ir
  3. Werkwoorden op -re

Er zijn veel regelmatige werkwoorden. 
Alleen de werkwoorden op -er zijn er al meer dan 280!
-er
aimer, parler, manger, voyager, marcher, jouer
-ir
choisir, mentir, avertir, finir, punir, remplir, réussir
-re
vendre, répondre, perdre, mordre, entendre, descendre, correspondre, attendre

Slide 4 - Tekstslide

La règle: verbes réguliers en -er
  1. Haal -er van het hele werkwoord af om de stam te vinden:  Jouer    jou
  2. Je moet nu uitzoeken welk onderwerp er wordt gebruikt. Wie 'doet' het werkwoord? 
  3. Zet nu de juiste uitgang achter het werkwoord. 

Een werkwoord bestaat altijd uit een persoonsvorm, een stam 
en een uitgang. De uitgang plak je direct achter de stam. 
Voorbeeld: Je joue
Ik = je
jij = tu
hij = il
zij = elle
men/wij = on
wij = nous
jullie/u = vous
zij (meervoud) = ils/elles
Je = e
Tu = es
il/elle/on = e
nous = ons
vous = ez
ils/elles = ent

Slide 5 - Tekstslide

Vervoeg het volgende werkwoord:
Hij valt (tomber)
A
il tomber
B
il tomba
C
il tombe
D
il tombes

Slide 6 - Quizvraag

Vervoeg het volgende werkwoord:
Zij ontmoeten (rencontrer)
A
il rencontre
B
elle rencontre
C
ils rencontrent
D
nous rencontrons

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeg het volgende werkwoord:
jij blijft (rester)
A
je restes
B
tu restes
C
je reste
D
tu restent

Slide 8 - Quizvraag

UItzonderingen / bijzonderheden
Als een werkwoord begint met een klinker of h, dan gebruik je in 
de ik-vorm geen je maar j'
Voorbeeld: J'habite, j'aime, j'adore

Als de stam van een werkwoord eindigt op een g, dan gebruik je in de nous-vorm de uitgang -eons in plaats van -ons
Voorbeeld: Nous voyageons, nous mangeons

Slide 9 - Tekstslide

Les verbes -ir

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1: Hoe vind je de stam van een werkwoord op -ir?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de stam van het werkwoord 'remplir'?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de stam van het werkwoord 'choisir'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de stam van het werkwoord 'finir'?

Slide 14 - Open vraag

La rège: verbes réguliers en -ir
Dit werkt hetzelfde als de werkwoorden op -er, maar de uitgangen zijn:
je choisis
tu choisis
il/elle/on choisit
nous choisissons
vous choisissez
ils/elles choisissent

Slide 15 - Tekstslide

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Slide 16 - Open vraag

Je ... le rouge. (choisir)

Slide 17 - Open vraag

Léa ne ... jamais bien. (réfléchir)

Slide 18 - Open vraag

Nous ... le gagnant. (choisir)

Slide 19 - Open vraag

Vervoeg:
je (finir)

Slide 20 - Open vraag

Vervoeg:
nous (finir)

Slide 21 - Open vraag

Vervoeg:
tu (finir)

Slide 22 - Open vraag

Vervoeg:
elle (remplir)

Slide 23 - Open vraag

La rège: verbes réguliers en -re
Dit werkt hetzelfde als de werkwoorden op -er, maar de uitgangen zijn:
je rends
tu rends
il/elle/on rend
nous rendons
vous rendez
ils/elles rendent

Slide 24 - Tekstslide

Welk vorm is goed?

attendre - j'
A
j'attende
B
j'attendis
C
j'attends
D
j'attendre

Slide 25 - Quizvraag

Welk vorm is goed?

perdre - tu
A
tu perdes
B
tu perdis
C
tu perds
D
tu perdu

Slide 26 - Quizvraag

Welk vorm is goed?

habiter - tu
A
tu habites
B
tu habitis
C
tu habits
D
tu habiter

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?
-ER
-IR
-RE
-ER
-IR
-RE
-e
-es
-e
-ons
-ez
-ent
-is
-is
-it
-issons
-issez
-issent
-s
-s
-ons
-ez
-ent

Slide 28 - Sleepvraag

Reageer nu weer op dezelfde stelling als voor de uitleg:
Regelmatige werkwoorden in de présent vervoegen,
dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?
-ER
-IR
-RE
timer
1:00
-ER
-IR
-RE
-e
-es
-e
-ons
-ez
-ent
-is
-is
-it
-issons
-issez
-issent
-s
-s
- -
-ons
-ez
-ent

Slide 30 - Sleepvraag