Seksualiteit en voortplanting
1 / 23
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Primair
geslachts-
kenmerk
Secundair
geslachts-
kenmerk
Vagina
Schaamhaar
Een lage stem
Balzak
Schaamlippen
Borsten
Slide 2 - Sleepvraag
Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Zaadbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal
Slide 3 - Sleepvraag
Vagina
Blaas
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Slide 4 - Sleepvraag
Welk onderdeel van het
mannelijk geslacht
zorgt voor een erectie?
mannelijk geslacht
zorgt voor een erectie?
A
Zaadleider
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Urinebuis
Slide 5 - Quizvraag
Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen
Slide 6 - Quizvraag
Een gevoelig gedeelte van het mannelijk geslachtsorgaan is...
A
de voorhuid
B
de penis
C
de teelballen
D
de eikel
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet het deel van de mannelijk geslachtsorgaan aangegeven met nummer 4?
A
Zaadblaasje
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Prostaat
Slide 8 - Quizvraag
Baarmoeder
Eierstok
Vagina
Eileider
Blaas
Slide 9 - Sleepvraag
Wat gebeurd er tijdens de ovulatie?
A
De eicel gaat van de eierstok naar de eileider
B
De eicel gaat van de eileider naar de baarmoeder
C
De eicel zet zich vast in het baarmoederslijmvlies
D
De eicel verlaat via de vagina het lichaam
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35
Slide 11 - Quizvraag
Op welke dag van de menstruatiecyclus is de kans op zwangerschap het grootste?
A
Dag 1
B
Dag 4
C
Dag 14
D
Dag 24
Slide 12 - Quizvraag
Hieronder zie je de 28 dagen van de menstruatiecyclus,
zorg dat de menstruatiedagen (rood) en de eisprong op de juiste plek terecht komen.
3.
4.
Menstruatie
o
v
u
l
a
t
i
e
Slide 13 - Sleepvraag
Sperma bestaat uit
A
Zaadcellen en vocht uit de urinebuis en prostaat
B
Zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en prostaat
C
Zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en balzak
D
Zaadcellen, vocht en voedingstoffen uit de zaadblaasjes en vocht uit de prostaat
Slide 14 - Quizvraag
Waar zitten de onrijpe eicellen in?
A
eierstokken
B
eileiders
C
baarmoeder
D
vagina
Slide 15 - Quizvraag
Hoe vaak rijpt er een eicel in de eierstok?
A
elke week
B
elke maand
C
5 keer per jaar
D
1 keer per jaar
Slide 16 - Quizvraag
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken van de man?
A
balzak en penis
B
borsthaar en penis
C
balzak en borsthaar
D
borsthaar en lagere stem
Slide 19 - Quizvraag
Lichamelijke veranderingen ontstaan onder invloed van?
A
Hormonen
B
Hypofyse
C
Receptor
D
hersens
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een primair geslachtskenmerk?
A
Borsten
B
Baardhaar
C
Okselhaar
D
Schaamlippen
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
A
Borsten en vagina
B
Vagina en schaamlippen
C
Bredere heupen en borsten
D
Ronde lichaamsvormen en vagina
Slide 22 - Quizvraag
Een vorm van sociale verandering in de puberteit is dat je
A
je woede uitbarstingen krijgt
B
je borsthaar krijgt
C
over relaties nadenkt
D
graag bij een groepje wilt horen
