H7.1 deel 2

Havo 4 
7.1 De verlichting

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe verlichte denkers dachten over sociale verhoudingen.
- hoe verlichte denkers dachten over politiek.
- hoe verlichte denkers dachten over economie.


KA: rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 4 
7.1 De verlichting

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe verlichte denkers dachten over sociale verhoudingen.
- hoe verlichte denkers dachten over politiek.
- hoe verlichte denkers dachten over economie.


KA: rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Slide 1 - Tekstslide

Zet de stromingen
met de bijbehorende begrippen in de juiste chronologische volgorde van vroeger (boven) naar later.
1 Oudheid
2 Vroeg moderne tijd rond 1500
3 Vroeg moderne tijd
4 17e eeuw
5 18e eeuw
Griekse filosofen zoeken logische verklaringen.
Rationalisme
Renaissance
Wetenschappelijke revolutie
Empirisme
Humanisme 
Verlichting
Empirisme en Rationalisme worden ook op terreinen zoals menselijk geluk, godsdienst, politiek en het recht gericht.
Aristoteles, Plato en Socrates.
Hernieuwde interesse in de Oudheid.
Bestudering oude klassieke teksten.

Slide 2 - Sleepvraag

Havo 4 
7.1 De verlichting
Sociale verhoudingen
In de 18e eeuw was er veel ongelijkheid in de samenleving. Adel en geestelijkheid hadden allerlei voorrechten. Voltaire vond dit wel best, volgens hem kon slechts tien procent van de bevolking zelf nadenken.​
De rest moest zich maar laten leiden door het gezag.

Anderen zoals Rousseau stelden dat alle mensen verstand hadden gekregen en dus ook gelijke rechten moesten hebben. Hij schreef in 1754 dat alle mensen van nature gelijk zijn.​ Verschillen die niet gebaseerd zijn op prestaties moesten verdwijnen.
​Sommigen vonden zelfs dat mannen en vrouwen gelijke rechten hadden.​ Er kwam veel kritiek op de standenmaatschappij.




Voltaire
Rousseau

Slide 3 - Tekstslide


Wat betekent rationalisme? Het rationalisme is…
A
een denkwijze waarin men meer hun ratio(verstand) gingen gebruiken in plaats van het geloof te vertrouwen.
B
een denkwijze waarin men geloofde wat de kerk hun vertelde en de wetenschap naast hun neer legden.
C
een denkwijze waarin men uit ging van de ratio(verstand) van de Paus.
D
een denkwijze waarin men meer hun gevoel gingen gebruiken in plaats van het geloof te vertrouwen.

Slide 4 - Quizvraag

Havo 4 
7.1 De verlichting
Politiek
Verlichte denkers vroegen zich met rationalisme en optimisme af hoe de politieke situatie verbeterd kon worden.
John Locke stelde dat koningen en regeringen hun macht van de burgers hebben ontvangen, niet van God. Het was in een rechtsstaat de taak van de overheid om de mensenrechten (Bijv. recht op leven, vrijheid en bezit) te beschermen. ​
De overheid staat niet boven de wet. Wanneer bestuurders niet meer de goedkeuring van het volk hebben, mogen ze worden vervangen.

​Ook Rousseau meende dat de soevereiniteit bij het volk ligt 
en dat de overheid het gezag moet uitoefenen in naam van 
het volk. Rousseau noemde de volkssoevereiniteit
‘de algemene wil’.​





John Locke

Slide 5 - Tekstslide

Havo 4 
7.1 De verlichting
Politiek
Montesquieu wilde corruptie en onderdrukking voorkomen. 
Charles Montesquieu concludeert dat er drie machten zijn die gescheiden moeten worden:
De wetgevende macht ,de uitvoerende machten de rechtsprekende macht.
Deze drie verschillende machten moeten elkaar controleren. Ook moeten de machten gezamenlijk voorkomen dat één van die drie machten te machtig wordt (evenwicht).


Slide 6 - Tekstslide

Havo 4 
7.1 De verlichting
Economie
Adam Smith wordt gezien als de vader van de moderne economische wetenschap. Volgens hem streven mensen hun eigen voordeel na. De wet van vraag en aanbod brengt steeds meer welvaart voor iedereen.​

De overheid moest volgens Smith zorgen voor eerlijke spelregels, maar zich niet bemoeien met de economie. Zijn devies was: laissez-faire, mensen vrijlaten in hun handelen. Tegenhanger van het Mercantilisme.

Adam Smith

Slide 7 - Tekstslide

Zet de naam van de Verlichte denker boven zijn pasfoto.
Zet zijn idee onder zijn pasfoto.
timer
2:00
Descartes
Locke
Montesquieu
Rousseau
Voltaire
Deïsme
Koning heeft de macht van het volk
Rationalisme
Algemene wil
Trias Politica

Slide 8 - Sleepvraag

geloof in verstand; pleidooi voor onderwijs.
geloof in vrijheid; pleidooi voor rechten van de burger.
Oorzaak:
Bestudering klassieke teksten.
Renaissance
Gevolg:
Wetenschappelijke revolutie
verlichting
vrijheid
rationalisme
reformatie
boekdrukkunst
humanisme

Slide 9 - Sleepvraag

Beschrijf de standpunten van Voltaire en Rousseau over sociale ongelijkheid.

Slide 10 - Open vraag

Geef aan wat de begrippen (volks)soevereiniteit , rechtsstaat en mensenrechten inhouden.

Slide 11 - Open vraag

Geef aan:
- wat de driemachtenleer van Montesquieu inhield,
- hoe deze kon worden toegepast en
- waarom deze volgens hem moest worden toegepast.

Slide 12 - Open vraag

De economische theorie van Smith is een voorbeeld van rationeel en optimisme en verlicht denken. Leg dit uit.

Slide 13 - Open vraag

Geef aan;
- welk bezwaar Smith had tegen het mercantilisme,
- welke taak de overheid volgens hem heeft in de economie en
- wat in de economie bedoeld wordt met laissez-faire.

Slide 14 - Open vraag

Werk het leerdoel uit;
Leg uit hoe verlichte denkers dachten over politiek.

Slide 15 - Open vraag

Werk het leerdoel uit;
Leg uit hoe verlichte denkers dachten over economie.

Slide 16 - Open vraag