Fa-2425-1tlh-Ch-5- Passé-Composé-herhaling

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Quel jour et quelle date sommes nous aujourd'hui?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Quel jour et quelle date sommes nous aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Klaar voor de les?
  • Zit je op de goede plek?
  • Ben je naar de wc geweest?
  • Zit je telefoon in je kluisje?
  •  Ben je klaar voor de les (niet meer kletsen, wachten op je docent)?

Slide 3 - Tekstslide

Leg allemaal je spullen op de tafel
ton livre:  Grandes Lignes  Cahier d'activités B

- ton cahier 


ton stylo



timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

1, 2, 3

Slide 5 - Tekstslide

Programme du cours
  1. Check-in: passé composé en bijvoeglijk naamwoord
  2. Oefenen schrijfvaardigheid:  stukje tekst over wat je in het weekend hebt gedaan (toepassing van le passé composé)
  3. Chanson C'est la vie, Claude
  4. Lesevaluatie
  5. Les devoirs



Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je kunt zinnen in le passé composé (vtt) maken.
  • Je kunt vertellen wat voor kleur haar en ogen je hebt.
  • Je kunt over een klasgenoot vertellen wat voor kleur haar en ogen hij of zij heeft.
  • Je kunt schriftelijk vragen beantwoorden over jezelf, je familie en wat je in het weekend heb gedaan en met wie.

Slide 7 - Tekstslide

LE PASSÉ COMPOSÉ 
Prenez vos ordinateurs. Connectez-vous à LessonUp

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is le passé composé?
schrijf een Nederlandse zin op als voorbeeld

Slide 10 - Open vraag

Hoe maak je le p.c?

Slide 11 - Open vraag

avoir
=
 hebben
Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
as
avez
a
ai
ont
avons

Slide 12 - Sleepvraag

Je hebt dus het rijtje van AVOIR nodig! Geef het schrijf het rijtje van AVOIR nog eens op.

Slide 13 - Open vraag

Om de passé composé te vormen, moet je twee stappen doen. welke stappen zijn het?

Slide 14 - Open vraag

Check-in bijvoeglijk naamwoord

  • Je gaat vertellen wat je kleur haar is en je kleur ogen.
  • Spreek het bijv.nmw. goed uit! (eind -s, -t, -ts, -d, -ds spreek je NIET uit)

Gebruik de volgende woorden:

  • haar - les cheveux (m.mv.) [li sjuveu]
  • ogen - les yeux (m.mv.) [li zjeu]
  • blond = blond [bloñ]
  • bruin = brun/marron [marroñ]
  • zwart = noir [nwar]
  • blauw = bleu [bleu]
  • groen = vert [ver]
  • grijs = gris [ghrie]

Slide 15 - Tekstslide

Check-in bijvoeglijk naamwoord

  • Nu ga je over iemand uit de klas vertellen wat zijn/haar kleur haar is en kleur ogen.
  • Spreek het bijv.nmw. goed uit! (eind -s, -t, -ts, -d, -ds spreek je NIET uit)
  • Voorbeeld: Elle a les yeux marron/ Il a les cheveux bruns.

Gebruik de volgende woorden:

  • haar - les cheveux (m.mv.) [li sjuveu]
  • ogen - les yeux (m.mv.) [li zjeu]
  • blond = blond [bloñ]
  • bruin = brun/marron [marroñ]
  • bruin ogen = marron
  • zwart = noir [nwar]
  • blauw = bleu [bleu]
  • groen = vert [ver]
  • grijs = gris [ghrie]

Slide 16 - Tekstslide

Au travail 
Prenez vos livres à la page 27



Wat ga je doen?
ex. 20 a-b, p. 27
Hoe en hoe lang? 
in groepjes van 4 (10 min)
Is iedereen klaar?
kies het beste verhaal van jouw groep. Dat wordt gelezen voor de klas
Wat als je eerder klaar bent?
Teken op een plaatje 3 vrije tijdsactiviteiten. schrijf een passende zin in le p. c eronder
hulpmiddelen
ex.6b, de tekst ''Tu es jaloux?"  
p. 13 en 14)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen


Slide 19 - Tekstslide

Checkout
Schrijf het antwoord op de post-its
Maak deze zinnen in le passé composé (vtt) 
Je joue au foot
Je regarde un film à la télé.
Je fait du shopping.


-

Slide 20 - Tekstslide

Lesevaluatie
Vertaal in het Frans:

Heb jij een goede weekend gehad?
Wat heb jij gedaan?
Ik heb een vriend ontmoet
Ik heb een film gekeken

Slide 21 - Tekstslide

Les devoirs
  • Je leert de woorden en zinnen van Ch. 5: ABCEF F>N.
  • Je leert Frans naar Nederlands voor je leestoets


Slide 22 - Tekstslide