bijlessen rekenen: procenten

  • Procentuele af- en toename
  • Terug naar 100%
  • Rente
Toepassingen met procenten
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Procentuele af- en toename
  • Terug naar 100%
  • Rente
Toepassingen met procenten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bijlessen rekenen

Slide 3 - Tekstslide

Welk rekenonderwerp denk jij te kunnen uitleggen aan jouw buurman of -vrouw?

Slide 4 - Woordweb

  • Grootheden en eenheden
  • Oriëntatie 2D en 3D wereld
  • Verhoudingen herkennen en gebruiken
  • Procenten
  • Kwantitatieve informatie
Domeinen

Slide 5 - Tekstslide

En wat vindt jij het (aller-)moeilijkste onderdeel van rekenen ?

Slide 6 - Woordweb

  • Procenten
  • Verhoudingen
  • Omtrek/Opp/Inhoud
  • Grafieken/diagrammen
Waar komt het op neer?

Slide 7 - Tekstslide

Maar.....ook goed lezen!
Jan en 3 vrienden gaan een weekendje Amsterdam organiseren. 
Voor hoeveel personen dien je dit uit te rekenen?
Hoeveel korting krijg je?
Hoeveel betaal je na de korting?
Korting in bedrag of in percentage?

Slide 8 - Tekstslide

Procenten!

Slide 9 - Tekstslide


Een broek kost €75,00. Je krijgt 15% korting. 
Welke vraag heb je het liefst?
Hoeveel korting krijg ik?
Wat betaal ik na de korting?

Slide 10 - Poll


En hoeveel is 15% van 75?

Slide 11 - Open vraag


1% = Eén van de honderd = 0,01 = 



Procenten
1001

Slide 12 - Tekstslide

30 % uitrekenen =
het aantal delen door 100 (= 1%) en dat keer 30
 

30% van 400 = 400 : 100 x 30 = 120

Het mag ook via de verhoudingtabel!
1. Het aantal uitrekenen!

Slide 13 - Tekstslide

Oefeningen!

Slide 14 - Tekstslide

30 van de 150 auto's hebben de kleur zwart

DEEL gedeeld door GEHEEL x 100%

30 : 150 x 100% = 20%

Of...ook de verhoudingtabel!
2. Procenten uitrekenen!

Slide 15 - Tekstslide

  • Je krijgt het percentage, het aantal uitrekenen
  • Je krijgt het aantal, percentage uitrekenen
2 situaties:

Slide 16 - Tekstslide

Oefeningen!

Slide 17 - Tekstslide

Procentuele af- en toename
oudnieuwoudX100
%

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
200174200X100
%

Slide 19 - Tekstslide


In 2022 stegen de bezoekersaantallen bij Disneyland Parijs ten opzichte van 2021. Hoeveel procent is dit?

Slide 20 - Open vraag


De meest gebruikte is natuurlijk de korting uitrekenen in procenten. Voorbeeld....

Slide 21 - Open vraag

  • BTW Inclusief/Exclusief
  • Bezoekersaantallen zijn gestegen. Dit is....
  • Voorbeelden!
Terug naar 100%...

Slide 22 - Tekstslide

Sleep de juiste beginwaarde op het juiste plaatje....
90%
121%
110%

Slide 23 - Sleepvraag

Verhoudingtabel!
En nu terug naar 100%!

Slide 24 - Tekstslide

Oefeningen

Slide 25 - Tekstslide

  • Rente op leningen
  • Rente op spaargeld

Rente

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Oefenen

Slide 29 - Tekstslide


Voordat we de rente berekenen eerst de aflossing. Stel je krijgt de woning met een bod van €300.000,- (per opbod!). Dit bedrag dien je terug te betalen aan de bank. Dit noemen ze aflossen. Je mag het aflossen in 30 jaar. Wat is de aflossing per jaar?

Slide 30 - Open vraag


Naast de aflossing betaal je rente. Gebruik de rentes van de aanbieders hiernaast. Hoeveel rente per jaar betaal je bij de goedkoopste aanbieder?

Slide 31 - Open vraag


En wat betaal je per maand voor aflossing en rente? Rond af op 2 decimalen
A
€178,08
B
€17,80
C
€17.803,33
D
€1.780,33

Slide 32 - Quizvraag

  • Je betaalt rente = lenen (o.a. hypotheek)
  • Je ontvangt rente = sparen

Slide 33 - Tekstslide


Stel je spaart bij de beste aanbieder van hiernaast. Je stort €1000,00 op de rekening. Hoeveel spaargeld heb je na 2 jaar op de rekening (je stort ondertussen niets bij)

Slide 34 - Open vraag

Student Aaron wordt 's ochtends om 6.45 gewekt door zijn ingestelde alarm. Hij kijkt en weet dat hij om 9.00 zijn eerst les heeft. Hij weet dat hij 3 kwartier onderweg is waardoor hij uiterlijk om 8.15 moet vertrekken. Dit is ook inclusief de looptijd van huis, fiets, bushalte en wandeling naar school. Hij gaat zich eerst opfrissen voordat hij gaat ontbijten. Hij knijpt ong. 0,75 ml op de borstel. Hij ziet dat een tube tandpasta 75 ML bevat. Hoeveel poetsbeurten kan ik dan met een tube tandpasta? Hij wast zich en rent naar het ontbijt. Zijn broertje en zusje zitten er al. Zijn vader en moeder komen ook zo. Hij las ergens de volgende regel: Het minimum aantal vierkante meters per persoon volgens de NEN normen: 1 persoon 7 vierkante meter. Goh, denkt Aaron, wij zijn met zijn vijven dus hoeveel vierkante meter zouden wij in totaal nodig zijn? En onze keuken is 3 bij 4 dus dat gaat niet voldoende zijn. Hij leest ondertussen op zijn insta dat de kaartverkoop van de kerstmiddag van start gaat. Hij rekent even snel hoeveel hij op zijn rekening heeft staan. Hij weet dat hij genoeg saldo heeft. Maar hij moet zijn kameraad ook nog een tikkie terug betalen. Dan zou hij niet genoeg hebben. Gelukkig hoorde hij dat op zijn uurloon 10% inflatiecorrectie wordt toegepast. Hoeveel dat precies is weet hij ook niet maar bij gemiddeld 12 uur per week bij een uurloon van 7,50 krijgt hij toch extra uitbetaald. Hij probeert nog snel uit te rekenen hoeveel uur hij moet werken voor een kaartje van €30,00 (de verhoging nog niet meegerekend). Na het ontbijt kan hij gelukkig na insta, snap, app nog ff snel op TikTok. Hij krijgt de laatste tijd veel tiktoks van influencers die zeggen dat je helemaal geen 40 uur hoeft te werken. Zij zijn bijna millionair met slechts 2 dagen werken. Stel. denkt Aaron, hij doet het met 7,50 per uur, hoeveel uur moet hij dan werken voordat hij een miljoen verdient heeft. Pfff, dat is 1.000.000 : 7,50 = 13.333 uur. Je kunt per jaar ongeveer 1700 uur werken had hij ergens gelezen.  

Slide 35 - Tekstslide