Eind vragen over hoofdstuk 1

Eind vragen over hoofdstuk 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekBeroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eind vragen over hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is logistiek?
A
Het vervoeren van producten
B
Alle processen om een product bij de consument te brengen
C
Artikelen van van A naar B brengen
D
Het bevoorraden van de winkels die verkopen aan de consument

Slide 2 - Quizvraag

Een handelsbedrijf is...
A
Een bedrijf die goederen inkoopt en verkoopt
B
Een bedrijf die een dansles verzorgt

Slide 3 - Quizvraag

Non-profitorganisatie
A
Een organisatie of een instelling die GEEN winst hoeft te maken
B
Een organisatie of een instelling die WEL winst moet maken.
C
Een organisatie of instelling die zich inzet voor gezond eten.
D
Een organisatie of instelling waar vrijwilligers werken.

Slide 4 - Quizvraag

In de bedrijfskolom gaat de informatiestroom
A
Alleen van boven naar beneden
B
Twee kanten op
C
Alleen van beneden naar boven

Slide 5 - Quizvraag

Differentiatie betekent dat er een schakel bijkomt in de bedrijfskolom.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een bedrijfskolom?
Een bedrijfskolom ....
A
... zijn de bedrijven waarmee een bedrijf handelt
B
...is de productieweg binnen een bedrijf
C
...zijn alle bedrijven die eenzelfde soort product maken
D
...geeft aan welke bedrijven in de productieweg van een product voorkomen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen tussenpersonen binnen de bedrijfskolom?
A
Advocaat
B
Stuwadoor
C
Expediteur
D
Douane-expediteur

Slide 8 - Quizvraag

Deze tussenpersoon is verantwoordelijk voor het laden en lossen van het schip.
A
cargadoor
B
verscheper
C
expediteur
D
stuwadoor

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een distributiecentrum en een logistiek dienstverlener?
A
Er is geen verschil
B
De een ontvangt altijd alleen goederen van 1 klant en de ander altijd van meerdere klanten.
C
Een Logistiek dienstverlener werkt voor andere bedrijven en een DC voor het eigen bedrijf.

Slide 10 - Quizvraag

Welk soort logistieke dienstverlener verricht de meeste diensten voor een klant?
A
1PL
B
2PL
C
3PL
D
4PL

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een collecterende groothandel?
A
Een groothandel die alleen producten van één fabrikant verkoopt.
B
Een winkel die alleen producten van verschillende fabrikanten verkoopt.
C
Een groothandel die producten verzamelt van verschillende fabrikanten.
D
Een winkel die alleen producten van één fabrikant verkoopt.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een order?
A
Een bestelling
B
Goederen
C
Verkoopartikelen
D
Een levering

Slide 13 - Quizvraag

Een debiteur is kredietwaardig als
A
hij bereid is op krediet te kopen
B
hij in staat is de factuur te betalen
C
hij de crediteur krediet verleend

Slide 14 - Quizvraag

Je werkt met meerdere orderverzamelaars tegelijk aan het verzamelen van verschillende orders. Hoe noem je deze manier van verzamelen
A
parallel orderverzamelen
B
eenzijdig orderverzamelen
C
sequentieel orderverzamelen
D
tweezijdig orderverzamelen

Slide 15 - Quizvraag

Leervragen
Maak alle leervragen die je krijgt op een A 4tje
Lever verslagen in van de bedrijfsbezoeken als je er geweest bent.
Zie Its learning voor alle info.

Slide 16 - Tekstslide