6.1 Vooruitgang en onrust

6.1
Vooruitgang en onrust
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

6.1
Vooruitgang en onrust

Slide 1 - Tekstslide

Wederopbouw

Slide 2 - Woordweb

Na de Tweede Wereldoorlog was er eerst een periode van wederopbouw. Daarna …
A
gingen mensen meer verdienen en kochten ze apparaten die het leven prettiger maakten.
B
stopten mensen met hard werken en werden ze lui.
C
werden de mensen armer en raakte het hele land in een crisis.
D
zag je steeds meer mensen die niet met elkaar konden communiceren.

Slide 3 - Quizvraag

Tijd van televisie en computer 
1950 - nu

Vietnamoorlog
1951: eerste tv-uitzending
1981: eerste computer

Berlijnse muur,   aanslagen WTC

Slide 4 - Tekstslide

AOW
Iedereen die in Nederland woont of heeft gewoond en de AOW-leeftijd bereikt, heeft recht op AOW. Hoeveel AOW je krijgt, hangt af van hoeveel jaar je in Nederland hebt gewoond of gewerkt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Voor wie is de AOW?
A
Ouderen
B
Gehandicapten
C
Weduwes
D
Ouders

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent AOW?
A
Algemene Ouderenwet
B
Algemene Ouderdomswagen
C
Alle Ouderen Wet
D
Algemene Ouderdomswet

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de AOW?
A
Uitkering die je krijgt als je werkloos bent
B
Uitkering die je krijgt als je oud bent en mag stoppen met werken
C
Uitkering die je krijgt als je niet genoeg loon krijgt
D
Uitkering die je krijgt als je ziek bent en daarom niet kan werken

Slide 10 - Quizvraag

Verzuiling

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
individualisering
 Ze voelden zich steeds meer een individu met een eigen mening
ontkerkelijking
Mensen gingen minder naar de kerk en de kerk kreeg minder invloed in de samenleving.

Slide 12 - Tekstslide

Welke stelling over
de verzuiling is JUIST?
Verzuiling.
A
Het was verboden contact te maken met iemand van een andere zuil.
B
alleen sportclubs waren verzuild, verder merk je er niks van.
C
Er kwamen maar weinig huwelijken voor tussen mensen van andere geloven.
D
Het was niet mogelijk om naar een televisiezender van een andere zuil te kijken.

Slide 13 - Quizvraag

Wat was een gevolg van een economische crisis in 1973 en 2008?
De overheid moest bezuinigen op de verzorgingsstaat.
Nederland werd een participatiesamenleving. Wat wordt daarmee bedoeld?
Mensen die dat kunnen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en hun eigen omgeving.



Slide 14 - Tekstslide

Wat is ontkerkelijking?
A
Steeds meer mensen geloven in God.
B
Steeds meer mensen gaan bij een kerk horen.
C
Steeds minder mensen geloven in God.
D
Steeds minder mensen gaan bij een kerk horen.

Slide 15 - Quizvraag

Het ontstaan van jeugdculturen
babyboom + stijgende welvaart & meer vrije tijd = afzetten tegen ouders

Slide 16 - Tekstslide


Een eigen cultuur

  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart en luxe kunnen jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

Slide 17 - Tekstslide

Jeugdculturen
nozems
Werkende jongeren uit de steden.
Provo's
Hoogopgeleide jongeren, politiek zeer actief.
Hippies
De wereld verbeteren door aardig te zijn tegen elkaar.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video