Fuente C + D

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Haz el ejercicio 8 y 9 en la página 94+95 

en tu libro de trabajo. 

¡A escribir!

Describe tu apariencia y 

tu estilo de moda.

1. Kleur haar
2. Kleur ogen
3. Lengte
4. Kledingstijl 

¡Usa el vocabulario en la página 121! 

Entrega tu descripción:

¿Por qué es incorrecto?

"Tengo pelo marrones"

"Mi ojos tiene marrones"

Bijvoeglijke naamwoorden

¿Cuáles ya conoces?

Verschil tussen Spaanse en Nederlandse taal

In het Spaans gaat alle bijvoeglijke naamwoorden achter het zelfstandige naamwoord, behalve degene die te maken hebben met hoeveelheid.

Haz el ejercicio 12, 13 y 14 b+c en la página 97 y 98 

en tu libro de trabajo.

~Zinsvolgorde~

Lidwoord

Zelfs. nw

(bijwoord)

bijv. nw

ww.

Ww. // bez. vnw

Lidwoord

Zelfs. nw

(bijwoord)

bijv. nw

Haz el ejercicio 14 en la página 99

en tu libro de trabajo.