In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Arbeid
Slide 1 - Tekstslide
Welk beeld heb je van middeleeuwse horigheid?
Slide 2 - Woordweb
Welk beeld heb je van de 19e eeuw en fabrieksarbeiders?
Slide 3 - Woordweb
Het hofstelsel is een systeem in grote delen van West-Europa waarin:
A
land werd geleend door een leenheer aan een vazal
B
waarin land werd land werd geleend door een leenheer aan een horige
C
horigen aan de heer arbeidsdiensten en goederen leverden
D
horigen arbeid leverden in ruil voor raad en daad
Slide 4 - Quizvraag
De pest in 1348-1352…:
A
Doodde zo’n 2,5 miljoen van de 5 miljoen Engelse inwoners
B
roeide hongersnood in de 14e eeuw praktisch uit
C
Verbeterde de leefomstandigheden van de overlevers
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 5 - Quizvraag
Volgens Dyer generaliseren historici het boerenleven in de middeleeuwen sterk. Welk van de generalisaties bevecht hij in zijn artikel? Dyer schrijft..
A
dat (1) landbouw veel te dynamische is omschreven terwijl het traditioneel bleef, en (2) dat huizen van boeren eigenlijk kleine paleisjes waren.
B
dat (1) hoewel historici het traditionele karakter van landbouwtechnieken benadrukken boeren betrekkelijk veel innoveerden, en (2) dat horigen niet massaal zo’n erbarmelijk en onderdanig leven hadden als gedacht.
C
dat (1) de impact van de pest op het sociale leven onderschat wordt door historici, en (2) dat er een té zwartwit beeld bestaat van de onderdanigheid van horigen.
D
Alle bovenstaande generalisaties
Slide 6 - Quizvraag
Volgens Dyer was de 14e-eeuwse Engelse plattelandsbevolking geen willoze speelbal van het weer omdat ze…:
A
land braak lieten, door bemestten en diverse gewassen plantten
B
voorraden aanlegden, brood van haver en gerst aten
C
geld leenden en stukjes land verkochtten
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 7 - Quizvraag
Dyer schrijft dat historici over de Middeleeuwen generaliseren. Volgens hem overdrijven historici:
A
het dynamische karakter v/d landbouw
B
het traditionele karakter van landbouw en slechte leven v/d horige
C
de impact van de pest op het sociale leven
D
Alle bovenstaande generalisaties worden beschreven
Slide 8 - Quizvraag
Door het kinderwetje van Van Houten werd
A
fabrieksarbeid voor kinderen tot 12 jaar verboden
B
werken in werkplaatsen en fabrieken tot 12 jaar verboden
C
alle arbeid voor kinderen tot 12 jaar verboden
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quizvraag
Kinderarbeid werd steeds onwenselijker omdat
A
het lot van kinderen bij de burgerij tot verzet leidde
B
technologische ontwikkeling maakte kinderarbeid overbodig
C
moderne bedrijven hadden geschoold personeel nodig
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 10 - Quizvraag
De burgerlijke klasse zag zichzelf als de motor van de samenleving. Dat werd duidelijk door:
A
de wens om het 'gewone volk' te onderwijzen
B
het bijbrengen van een religieuze moraal
C
de pogingen om drankgebruik te reduceren
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 11 - Quizvraag
De fabriek van Petrus Regout was een voorbeeld van:
A
grootschalige ambachtsnijverheid
B
zware industrie
C
huisnijverheid
D
verregaande mechanisatie
Slide 12 - Quizvraag
In 'Oriëntatie op geschiedenis' wordt de industriële revolutie omschreven met de volgende kenmerken:
A
water-, wind- en spierkracht worden geleidelijk door stoomkracht vervangen
B
verschillende soorten nijverheiden industrie bestaan naast elkaar
C
gaat gepaard met verstedelijking en bevolkingsgroei