- Je speelt het spel in groepjes van twee tegen het andere tweetal. Elke tweetal legt om de beurt een kaartje aan, waarbij het antwoord overeen moet komen met de som.
- Als een speler geen passende kaart heeft, moet het tweetal een kaart uit de trekstapel pakken. Als je dan nog geen passend kaartje heb, moet je passen.
- Het spel eindigt wanneer het tweetal al zijn kaartjes heeft gespeeld, of wanneer geen tweetal meer een kaartje kan aanleggen en de trekstapel op is.
Winnaar: De speler die als eerste al zijn kaartjes heeft weggespeeld, wint de ronde.