NN6 - TH1 - H1 - Schrijven

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Theorie begrijpelijk schrijven

Je schrijft een tekst met een reden. Je wilt dat de lezer je tekst in één keer begrijpt. Daarom denk je goed na over ieder woord en iedere zin. 

Je tekst is begrijpelijk als de informatie volledig en duidelijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Zo schrijf je begrijpelijk:

  • Schrijf een kladversie van je tekst.
  • Controleer je tekst met deze vragen:
     – Is mijn tekst volledig? Heb ik alles opgeschreven wat mijn lezer moet weten?
     – Is mijn tekst duidelijk? Begrijpt de lezer wat ik bedoel?
  • Als het nodig is, maak je de tekst vollediger of duidelijker.
  • Schrijf je tekst in het net:
     – Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of vraagteken.
     – Schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar.







Slide 6 - Tekstslide

Theorie Begrijpelijk schrijven

Voor de nette versie controleer je of de tekst geen spelfouten meer heeft en bekijk je of je de tekst netjes hebt opgesteld. Denk hierbij aan hoofdletters en punten

Slide 7 - Tekstslide


Wat weet je al?

Wat wordt bedoeld met "begrijpelijk schrijven"?
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Klassikaal bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel

Je leert een korte, begrijpelijke tekst te schrijven

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat probeert Sire duidelijk te maken?
- Kon je het zelf volgen?
- Kon je begrijpen dat ze hem wilden ontslaan?

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht 1
Wil je samenwerken of alleen?

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel bereikt?
  1. Wanneer is je tekst begrijpelijk? 2 begrippen.
  2. Hoe schrijf je begrijpelijk?

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel bereikt?
Antwoord vraag 1
  • Je tekst is begrijpelijk als de informatie volledig en duidelijk is.

Antwoord vraag 2
  1. Eerst een kladversie.
  2. Volledig en duidelijk?
  3. Als het nodig is pas je het aan.
  4. Schrijf je tekst in het net.

Slide 16 - Tekstslide


Huiswerk

Heb je H1 Schrijven opdracht 1 t/m 3 af? Dan hoef je geen huiswerk te maken. Anders maakt je thuis H1 schrijven af.

Slide 17 - Tekstslide