GGZ deelopdracht 2 Afdeling Wortel

GGZ-A Deelopdracht 2 
Kennismaking met afdeling Wortel 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GGZ-A Deelopdracht 2 
Kennismaking met afdeling Wortel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen 
1. Jij kunt vertellen welke wet- en regelgeving een rol spelen binnen de GGZ en van onderstaande op welke manier ik daar als professional mee in aanraking kom: WGBO, WVGGZ, WZD en Wet Mentorschap 

2. Jij kunt uitleggen wat wordt bedoeld met psycho-educatie en kan de kernbegrippen benoemen.

3. Jij kunt van onderstaande stemmingsstoornissen uitleggen wat de symptomen zijn en welke behandelmogelijkheden en benaderingswijze toegepast kunnen worden: Depressieve stoornis & Bipolaire stoornis.

4. Jij kunt van onderstaande angststoornissen uitleggen wat de symptomen zijn en welke behandelmogelijkheden en benaderingswijze toegepast kunnen worden: Fobie, Obsessief compulsieve stoornis, Paniekstoornis en Hypochondrie

5. Jij kunt uitleggen wat de symptomen zijn en welke behandelmogelijkheden en benaderingswijze toegepast kunnen worden bij zorgvragers met een psychose."

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bestudeer de theorie in zorgpad
Thema geestelijke gezondheidszorg 
- leerpad: 4. Psychische stoornissen en gedragsstoornissen
4.4 Stoornissen in de affectieve functies

                         !!Noteer voor jezelf de moeilijke
                   woorden die je tegen komt!!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke moeilijke woorden kom je tegen in de theorie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is psycho educatie?
 psycho-educatie in de vorm van voorlichting, advies en instructie een belangrijke stap richting het herstel van een psychiatrische ziekte en het voorkomen van terugval
 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel psycho educatie 
- voorkomen van ernstig psychiatrische problemen 
- vroege herkenning van symptomen 
- grotere kans op succesvolle behandeling 
- negatieve gevolgen van een psychische stoornis worden beperkt.
- meer inzicht geven in zijn problematiek ->  bevordert de acceptatie van een psychiatrisch ziektebeeld. 
- zorgvrager kan beter omgaan met zijn stoornis  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je het
heb over stemmingsstoornissen?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingsstoornissen 
Stemmingsstoornissen horen in de groep van affectieve stoornissen. Dat betekent dat er stoornissen zijn binnen de affectieve functies: stemmingen en emoties, het "voelen".

‘Met je hoofd in de wolken’ 
 ‘in een diepe put zitten’ 
-> uitdrukkingen die iemands affectieve functies weergeven.
 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Depressie 
Aanhoudende gemoedstoestand waarin bedroefdheid, pessimisme en een gebrek aan zelfvertrouwen overheersen.

* kans bij mannen 10%
* kans bij vrouwen 20% 

-sombere stemming-

-verlies van interesse-



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitale kenmerken depressie 
-geen zin in eten

-altijd maar moe zijn
-moeite met de stoelgang
-weinig seksuele belangstelling
-moeite met opstaan en ook moeite om ’s avonds weer te gaan slapen (het dag- en nachtritme is vaak omgedraaid)



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken depressie 
Niet altijd duidelijk.
Vaak combinatie van biologische, psychische en sociale oorzaken.


Biologische oorzaken
- erfelijke factor aanwezig
- er kan bij een depressie sprake zijn van een verstoring in het brein. 
- behandeling -> antidepressiva 
- lichamelijke ziekten, zoals schildklieraandoeningen, kunnen ook een depressie veroorzaken.
Psychische oorzaken
- oorzaken die samenhangen met de psychische draagkracht van de zorgvrager.
- Ook het karakter en de vaardigheden van de zorgvrager om oplossingen te vinden voor problemen kunnen meespelen bij het ontstaan van een depressie.
Sociale oorzaken
Hierbij kun je denken aan voor de zorgvrager traumatische gebeurtenissen en omgevingsfactoren, bijvoorbeeld in armoede of zonder liefhebbende ouder(s) opgroeien.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis of manisch depressief?   

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 




1. Schrijf na het zien van de filmpjes wat volgens jou de belangrijkste verschillen zijn.
2. Vergelijk je bevindingen met je groepsgenoten.
3. Klassikaal nabespreken 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager met een sociale angststoornis is bang voor mensen

A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vitale kenmerken komen voor bij zowel depressie als de bipolaire stoornis
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaak hebben mensen met een manie grootheidswanen
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met stemmingsstabilisatoren kan worden geprobeerd de stemming te verergeren
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

- niet verergeren, juist stabiliseren 
Hartkloppingen, trillen en flauwvallen zijn fysieke verschijnselen die bij angst kunnen horen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 Depressie 

casus van mevrouw van Veen gelezen, zij is na de dood van haar man depressief geworden. 





- Wat herken je vanuit de theorie en de filmpjes bij mevrouw van Veen?
 - Voor welke benaderingswijze zou jij in haar geval kiezen en waarom?
- Vergelijk je ideeën met je groepsgenoten. Schrijf jullie uitkomsten op flapovers Wat zijn de      overeenkomsten en verschillen?
-  klassikaal flapovers bespreken 




Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4 Psychose 
- Maak deze opdracht in je subgroep
- Wat herken je in de casus vanuit de bovenstaande theorie en filmpjes? Schrijf deze op en vergelijk dat met je groepsgenoten.

Klassikaal per subgroep terugkoppeling 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5 Psycho-educatie 





Maak opdracht 5 individueel 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over
wet- en regelgeving
in de GGZ?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

bestudeer in de theorie 
Thema geestelijke gezondheidszorg

- leerpad: 11. Psycho-educatie
Alle hoofdstukken

Noteer voor jezelf de moeilijke
 


timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke moeilijke woorden komen jullie
tegen in de theorie?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

WGBO 
 Iedere behandelaar verplicht de zorgvrager informatie te geven over de inhoud van de behandeling.

DOEL 
 risico’s en andere mogelijkheden voor behandeling 
worden overlegd met de zorgvrager

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Hierin is vastgelegd dat aan de zorgvrager
(en partner, familielid of wettelijke vertegenwoordiger) een aantal zaken schriftelijk - en zo spoedig mogelijk na opneming - moet worden meegedeeld.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WZD 
Wet zorg en dwang: 
 rechten van mensen die te maken krijgen met onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname. 

-vervanging oude BOPZ 
(sloot onvoldoende aan op zorgverlening/cliënten) 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichting voor psychiatrische zorgvragers
  • het ziektebeeld
  • decompensatie (terugval) en omgevingsfactoren
  • behandelings- en therapiemogelijkheden
  • gevolgen en risico's van de behandeling
  • medicijngebruik en bijwerkingen
  • rechten
  • ontslag/nazorg (bij opgenomen zorgvragers)
  • patiëntenorganisaties/lotgenootschap







Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichting: Medicijngebruik en bijwerkingen
  • Welke groepen medicijnen zijn er? Bijvoorbeeld: antipsychotica, antidepressiva, lithium, angstremmers, slaaptabletten, middelen tegen bijwerkingen van medicijnen.
  • Welke medicijnen krijgt de zorgvrager?
  • Wanneer moet de zorgvrager de medicijnen innemen?
  • Hoelang moet de zorgvrager de medicijnen blijven slikken?
  • Wat is de (bij)werking van de medicijnen?
  • Wat kan er tegen de bijwerkingen gedaan worden?
  • Welke alternatieven zijn er voor medicijnen?






Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je
voorlichting geven??

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 Wetgeving 




* Bespreek met je groepsgenoten wat het voor zorgvragers kan betekenen als ze gedwongen worden opgenomen of behandeld.
* Waar moet je als verzorgende en verpleegkundige rekening mee houden?
* Hoe denk je dat het voor jezelf zal zijn als jij dwang toe moet passen in de begeleiding en verzorging van zorgvragers?
* Klassikaal nabespreken 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 aspect
wat je in deze deelopdracht
hebt geleerd:

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

checking 
1. maak in 2 tallen een vlog waarin jullie het antwoord op de volgend vragen geven:
Wetgeving en benaderingswijzen 
2. Deze module wordt afgesloten met een integratieve opdracht. Lees deze opdracht goed door en besluit welke zorgvrager uit de casussen je hiervoor kiest. 
3. Geef de uitkomsten door aan de docent. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies