breuken procenten decimalen werkblad 8

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6-8

Breuken, procenten, decimalen

doel

Aan het einde van de les heb ik de kennis over het verband tussen breuken, procenten en decimalen opgefrist.

Breuken

Waar kan je een breuk naar omzetten?

1. kommagetal
2. decimalen
3. kommagetal en procenten
4. procenten

Welk percentage hoort bij 1/4

1. 33,3%
2. 25%
3. 50%
4. 40%

Welk percentage hoort bij 1/5

1. 25%
2. 10%
3. 20%
4. 15%

Welk percentage hoort bij 1/2

1. 25%
2. 50%
3. 10%
4. 75%

Welk percentage hoort bij 1/4?

1. 20%
2. 25%
3. 30%
4. 50%

Welk percentage hoort bij 1/5?

1. 20%
2. 5%
3. 18%

Welk percentage hoort er bij

​4​​3​​

1. 3%
2. 30%
3. 25%
4. 75%

Welk percentage hoort bij de breuk 3/8?

1. 0,375%
2. 12,5%
3. 37,5%
4. 33,3%

Welk percentage hoort bij 1/8

1. 8%
2. 18%
3. 12,5%
4. 15%

Welk percentage hoort bij 1/3

1. 33,3%
2. 66,67%
3. 75%
4. 25%

Welke breuk hoort er bij 12,5%

1. ​5​​1​​
2. ​8​​1​​
3. ​4​​1​​
4. ​7​​1​​

Welke breuk hoort bij 50%

1. 1/2
2. 1/4
3. 1/5
4. 1/10

Welke breuk hoort bij 75%

1. 1/4
2. 1/2
3. 1/3
4. 3/4

Welke breuk hoort bij 10%

1. 1/8
2. 1/4
3. 1/10
4. 1/3

Welke breuk hoort er bij 30%

1. 1/2
2. 1/4
3. 1/5
4. 3/10

Welke breuk hoort bij 80%

1. 8/10
2. 16/20
3. 80/100
4. 4/5

Welke breuk hoort er bij 5%?

1. 1/10
2. 1/5
3. 1/20
4. 1/4

Welk kommagetal en breuk horen bij
25 %

Welk breuk en welk kommagetal hoort bij 60%

Breuken vereenvoudigen is de breuk:

1. Groter maken
2. Kleiner maken
3. -
4. +

kan ik niet verder vereenvoudigen

​6​​4​​

1. Waar
2. Niet waar

Deze breuk kun je
vereenvoudigen tot...

​35​​15​​

1. 1/2
2. 3/5
3. 3/7
4. 5/7

Bij vereenvoudigen maak je de getallen van de breuk kleiner
4/12 wordt bijvoorbeeld 1/3

1. Waar
2. Niet waar

Bij vereenvoudigen maak je de getallen van de breuk groter
4/12 wordt bijvoorbeeld 8/24

1. Waar
2. Niet waar

Je wil deze breuk vereenvoudigen.
Door welk getal deel de teller en de noemer?

​12​​3​​

1. 2
2. 4
3. 3
4. 12

Welke breuk hoort bij het decimale getal:

0,75

1. ​75​​10​​
2. ​4​​3​​

Als je het getal uitspreekt hoor je de breuk. Deze kan je dan nog vereenvoudigen.

is groter dan 0,70

​4​​3​​

1. niet waar
2. wel waar
3. even groot
4. breuken en decimale getallen kun je niet vergelijken

Mick heeft een grote appelboom in zijn tuin. Hij plukt 24 appels. Dit is 40 procent van alle appels. Hoeveel appels hangen er in de boom?