Les Dialyse, verdieping.

Dialyse
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dialyse

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialyse

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Dialyse 

Peritoneaaldialyse
Hemodialyse 
Wanneer welke vorm? 
Verpleegkundige op de dialyse

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen.
Je kunt aan het einde van de les het volgende benoemen:
-De verschillende vormen van dialyse met de daarbij horende principes. 
-De werking van het buikvlies.
- Leefregels van een nierpatiënt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de nier

1. zuiveren van bloed
2. reguleren vocht en zouten
3. aanmaken hormonen
4. vitamine D
5. Uitscheiding van water.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten dialyse

- CAPD

- CCPD

- Hemodialyse


(dit zijn de meest voorkomende)




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Principe van peritoneaal dialyse. 
Het buikvlies ligt als een dubbel vlies rond de organen in de buik. Het is rijk aan bloedvaatjes. Dit vlies werkt als een filter. Bij dialyse gaan de afvalstoffen (zoals ureum en creatinine), maar ook wat nuttige stoffen (zoals vitaminen), via het buikvlies naar de spoelvloeistof.





Slide 8 - Tekstslide

Dit gebeurt totdat de concentratie van deze stoffen in de spoelvloeistof gelijk is aan de concentratie van het lichaamsvocht. 
Na een aantal uur is de vloeistof verzadigd en dient deze vervangen te worden.
Nuttige stoffen kunnen ook vanuit de spoelvloeistof in het lichaam worden opgenomen, bijvoorbeeld
antibiotica.
Door te dialyseren met een glucoseoplossing wordt vocht aan het lichaam onttrokken.

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen van het Streefgewicht 
-klinische observatie's
-observatie RR tijdens Dialyse's
- X- thorax
- echo hart
-welbevinden van de patiënt
- oedeem. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefregel betreft Dieet.

-Eiwit/ Fosfaat verrijkt
-natrium beperkt
-Kalium beperkt (tomaat, koffie, chocolade, vruchtensap, vlees)
-Vetten: onverzadigde vetten zijn gunstig 
-Vocht.


Slide 12 - Tekstslide

fosfaat: stevigheid voor skelet
vitaminen en mineralen: verlies door dialyse en dieet. 

Alcohol smaakt vaak niet meer lekker.
Broodmaaltijden worden vaak beter verdragen. Kaas en melk wordt vaak wel genuttigd. 
vocht: Vocht zit in vele voedingsmiddelen: brood, beleg, warme maaltijd, dessert. bedraagt 500 ml. 
 
Vocht
De restfunctie van de nieren meet je door 24 uurs urine te verzamelen.
Deze hoeveelheid + 800 ml per dag = de vochtbeperking van de patiënt.


Slide 13 - Tekstslide

bv. iemand plast 450 ml per 24 u.

800 ml + 450 ml= 1250 ml 
iemand mag dus per 24 u 1250 ml aan vocht nuttigen. 
denk hierbij aan drinken, soep, toetje. 
CAPD - peritoneaal dialyse Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse

* Buikvlies (peritoneum) van de patiënt gebruikt wordt als filter voor de verwijdering van afvalstoffen en overtollig vocht.


1. Spoelvloeistof loopt via katheter in buikholte.

2. Osmose en Diffusie tussen bloed en spoelvloeistof.

3. Na vier uur wordt het vocht incl. afvalstoffen weer verwijderd.


Slide 14 - Tekstslide

Dit is vaak 4 maal daags. Overdag. 
bv. 8-12-16-20 uur of 9-13-17-21 uur. 
Physioneal® spoelvloeistoffen kunnen in drie verschillende glucoseconcentraties worden geleverd:  1,36%; deze onttrekt bijna geen extra water, maar spoelt wel de afvalstoffen goed uit  2,27%; deze onttrekt wat meer water en spoelt ook de afvalstoffen goed uit  3,86%; deze onttrekt het meeste water en spoelt de afvalstoffen goed uit  Nutrineal onttrekt net zo veel water als de 1,36% glucose vloeistof. 
CCPD
Continue Cyclische Peritoneaal Dialyse. ..
Ofwel buikspoelingen voor de nacht  genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is peritoneaal dialyse?
A
Dialyse thuis
B
Dialyse met behulp van een kunstnier
C
Een behandeling voor nierfalen
D
Dialyse met behulp van buikvlies

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak moet peritoneaal dialyse worden uitgevoerd?
A
Meerdere keren per dag
B
Een keer per week
C
Dagelijks
D
Een keer per maand

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hemodialyse

Bij hemodialyse (HD) filtert een kunstnier in een machine je bloed; deze machine sluit je aan op een bloedvat. 
Hierbij is Utrafiltatie en klaren het grootste doel. 

Slide 18 - Tekstslide

(voorbeeld: streefgewicht is bepaald op 62.5 kg. Als iemand 64.2 kg weegt is het UF 2.7 ltr.) 
Aansluiten
Toegang verkrijgen via de bloedbaan kan via 2 manieren. 
Shunt: verbinding tussen een arterie en een vene.

Katheter: voornamelijk via de vena jugularis. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze wordt in de hals geplaatst.  (Halsslagader)
Vena Subclavia ligt onder het sleutelbeen. 
Complicatie's
Hypotensie; Klam, tranpireren, kramp, braken, collaps
Cardiovasculaire compl: Dyspnoe, hypo/hyper RR, Ap klachten, ritmestoornissen.
luchtembolieën: Dyspnoe, pijn, cyanose,acuut hartfalen
Spierkrampen: voornamelijk in benen en handen.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

verpleegtechnische handelingen
aanprikken shunt of verzorgen centraal veneuze katheter
aansluiten/ afsluiten op de dialysemachine
vitale functies bewaken
handelen in acute situaties
medicatie toedienen
bloed afnemen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Alternatief
Transplantatie:
Een Niertransplantatie is een medische ingreep waarbij een nier van een donor wordt getransplanteerd in een patiënt met nierfalen.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie?

Je komt in aanmerking: 
- Bij blijvende nierinsufficiëntie.
- Dialyse: 10-20 % nierfunctie.
- Krijg je van een levende of dode donor.
Verdere medische check moet voldoen, bv. maligniteiten, virussen of cardiovasculair profiel. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Kun je antwoord geven op de gestelde lesdoelen? 
-De verschillende vormen van dialyse met de daarbij horende principes.
-De werking van het buikvlies.
- Leefregels van een nierpatiënt. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 27 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
https://nierstichting.nl/documents/399/FS1-Nierennierschade_en_nierfalen.22.pdf
https://nierstichting.nl/documents/404/FS6Dialyse_vormen_aantal_patienten_en_gevolgen.22.pdf 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de volgende Les.
Maak sub groepjes van 2 personen en lever bij collega M M in, voor de volgende les. 

Ga aan de slag door middel van een verwerkingsopdracht te maken. 
Schrijf een casus vanuit een zelfgekozen werkveld, waarbij een cliënt aan chronisch nierfalen lijd. max 500 woorden. 
Beschrijf de alle bijkomende aspecten die van toepassing zijn op de cliënt. (denk aan: klachten, leefstijl, behandeling,  prognose, enz). 
max 500 woorden. 



Slide 30 - Tekstslide

Tip: Gebruik eventueel literatuur van de website van Nierstichting,  Thieme Meulenhoff en deze PP. 
Hoe heb je de les ervaren?
Geef je mening.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies