In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhalen telmethodes
Deze week:
- Herhalen stof tot nu toe
- Roosters
- Combinaties
- Telmethode kiezen
Volgende week:
- Vaardigheden 3
- Voorbereiden toets
Slide 1 - Tekstslide
Welke manieren van tellen heb je tot nu toe geleerd?
Slide 2 - Woordweb
Toen Fré net geboren was, paste ze nog nergens in. Haar moeders konden kiezen uit 3 rompers, 2 mutsen en 4 pakjes. Hoeveel verschillende outfits had Fré?
Slide 3 - Open vraag
Fré heeft 5 verschillende kleuren kattensokken. Elke dag draagt ze één paar. Op hoeveel verschillende volgordes kan ze haar sokken aan?
Slide 4 - Open vraag
Fré heeft niet alleen 5 verschillende kleuren sokken, maar ook 5 verschillende kleuren broeken, schoenen, mutsen en truien. Hoeveel outfits kan je daarmee maken? Noteer je antwoord als een macht.
Bijvoorbeeld 3 tot de macht 6 schrijf je 3^6.
Slide 5 - Open vraag
Fré heeft 12 knuffels. Op hoeveel verschillende volgordes kan ze deze op een rij zetten?
Slide 6 - Open vraag
Er zijn 10 baby's uitgerekend op 1 januari. Uiteindelijk wordt er de eerste week van januari elke dag één baby geboren. Op hoeveel manieren kan dat?
Slide 7 - Open vraag
Er zijn 10 baby's uitgerekend op 1 januari. Uiteindelijk worden er in de eerste week van januari 7 baby's geboren.
Zijn dat een ander aantal mogelijkheden dan de vorige vraag? Leg uit!
Slide 8 - Open vraag
Routes in een rooster
Evy fietst voor het eerst in lange tijd weer naar school. Gelukkig zijn alle straten en hoeken in Arnhem recht. Ga ervanuit dat Evy altijd voor de kortste route kiest. Hoeveel verschillende routes kan zij fietsen?
Evy
MCA
Slide 9 - Tekstslide
Routes in een rooster
En nu?
Evy
MCA
Slide 10 - Tekstslide
Deze week:
Af t/m 4.6
4.4 Routes: vandaag uitleg gehad
4.5 Combinaties: volgende les uitleg
4.6 Telmodel kiezen: hele hoofdstuk toepassen
Volgende week: Vaardigheden 3 en herhalen voor de toets.
Slide 11 - Tekstslide
Vandaag
1. Combinaties (4.5)
2. Lekker hard werken
3. Telmethode kiezen (4.6)
Slide 12 - Tekstslide
Er zijn 10 baby's uitgerekend op 1 januari. Uiteindelijk worden er in de eerste week van januari 7 baby's geboren.
Zijn dat een ander aantal mogelijkheden dan de vorige vraag? Leg uit!
Slide 13 - Open vraag
Combinaties
Wat is het verschil tussen beide situaties?
1. Een week lang elke dag één baby
2. In één week 7 van de 10 baby's.
Tip: schets de situatie
Welke situatie heeft meer verschillende mogelijkheden?
Slide 14 - Tekstslide
Combinaties
Wat is het verschil tussen beide situaties?
1. Een week lang elke dag één baby --> permutatie
2. In één week 7 van de 10 baby's. --> combinatie
Slide 15 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van twee vergelijkbare situaties, waarbij één permutatie en één combinatie
Slide 16 - Open vraag
Combinaties
Kies 7 van de 10 baby's, kan je weergeven als een rooster:
Op hoeveel manieren kan je 10 stappen zetten door er 3 omhoog te doen en 7 naar rechts (of andersom).
Slide 17 - Tekstslide
Combinaties
Kies 7 van de 10 baby's, kan je weergeven als een rooster:
Op hoeveel manieren kan je 10 stappen zetten door er 3 omhoog te doen en 7 naar rechts (of andersom).
Notatie:
Rekenmachine: 10nCr7 =
Slide 18 - Tekstslide
Deze week:
Af t/m 4.6
4.5 Combinaties: vandaag uitleg gehad
4.6 Telmodel kiezen: hele hoofdstuk toepassen
Volgende week: Vaardigheden 3 en herhalen voor de toets.