Leven in een burcht
Wat hoort niet bij een kasteel?
A
Hoge torens
B
Een slotgracht
C
Een adelijke familie woonde er
D
Groot gebouw
1 / 13
Onderdelen in deze les
Wat hoort niet bij een kasteel?
A
Hoge torens
B
Een slotgracht
C
Een adelijke familie woonde er
D
Groot gebouw
Slide 1 - Quizvraag
ringmuur
ophaalbrug
slotgracht
Schietgaten
valhek
mezekouwen
kantelen
Slide 2 - Sleepvraag
Wat doen monniken niet?
A
Miniaturen tekenen
B
De metten opzeggen
C
Boeken overschrijven
D
Met een balpen schrijven
Slide 3 - Quizvraag
Waarvoor diende het tafellaken in de middeleeuwen?
A
om je bord op te zetten
B
om je neus in te snuiten
C
om je billen aan af te vegen
D
om je handen aan af te vegen
Slide 4 - Quizvraag
Geef het juiste woord:
Iemand die teksten voordraagt
en zingt voor de kasteelheer en
zijn gasten.
Iemand die teksten voordraagt
en zingt voor de kasteelheer en
zijn gasten.
Slide 5 - Open vraag
Geef het juiste woord:
Een wapen waarmee ridders
hun tegenstander uit het zadel
proberen te krijgen.
Een wapen waarmee ridders
hun tegenstander uit het zadel
proberen te krijgen.
Slide 6 - Open vraag
Geef het juiste woord:
Iemand die aan tafel zit met
de kasteelheer en zijn vrouw
Iemand die aan tafel zit met
de kasteelheer en zijn vrouw
Slide 7 - Open vraag
Zet de evolutie van kasteel naar burcht in de juiste volgorde.
Slide 8 - Sleepvraag
Hij moet een pacht betalen
A
lijfeigene
B
vrije boer
Slide 9 - Quizvraag
Hij heeft veel rechten
A
lijfeigene
B
vrije boer
Slide 10 - Quizvraag
Eigendom van de heer
A
lijfeigene
B
vrije boer
Slide 11 - Quizvraag
Moesten een groot deel van hun oogst afgeven
A
lijfeigene
B
vrije boer
Slide 12 - Quizvraag
Hoe verliep de quiz voor jou?
đđđđđ
