Mens en Wereld les 2
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Hier zijn twee schilderijen van Amsterdam. De eerste is aan het begin van de eeuw en de tweede is aan het einde van de eeuw. Wat voor verschillen zie je? Welke ontwikkelingen heeft de stad doorgemaakt?
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Amsterdam is een groot handelscentrum en het is handig om in de stad te wonen dicht bij je werk. In de buurten daar, was het goedkoop om huizen neer te zetten. Door de hoogte in te gaan kan je veel meer mensen in een huis laten wonen. Hierdoor is het goedkoper om samen een huis te huren dan als je daar alleen woont, je deelt de kosten.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Industriële revolutie
Slide 8 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
In de tweede helft van de 19e eeuw kwam er een belangrijke uitvinding. Hier hebben we ook een beetje over geleerd in de vorige les. Het is namelijk de stoommachine. De stoommachine hebben ze ook gebruikt voor andere dingen dan de stoomtrein. In 1800 deden ze alles met de hand. Alles wat gemaakt moest worden deden ze met de hand.
Slide 10 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
De machines hebben veel mensen nodig om de machines draaiend te houden, waardoor er meer banen komen. Voorheen moest je een vak leren om geld te verdienen. Je moest jarenlang leren hoe je een product moest maken, zoals een tafel maken of een trui. Maar met de stoommachines was het veel makkelijker om een product te maken.
Slide 12 - Tekstslide
In die tijd was het niet genoeg dat alleen ouders gingen werken in de fabriek. Om genoeg te verdienen moesten de kinderen ook werken in de fabrieken. Het was niet altijd veilig om in de fabriek te werken omdat je onder en tussen de machines moet kruipen.
Slide 13 - Tekstslide
Vroeger was het werken voor kinderen een normaal verschijnsel. Ze werkten op het land, in de werkplaats of in de winkel. Vaak was het gewoon nodig om het gezinsinkomen hoog genoeg te houden. Kinderen waren namelijk erg goedkope arbeidskrachten en werden graag aangenomen als personeel door de fabriekseigenaren. Maar hoe meer fabrieken er kwamen, hoe meer verzet tegen de kinderarbeid. In 1874 verbeidt het Kinderwetje van Van Houten voor kinderen tot twaalf jaar arbeid.
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom groeide Amsterdam zo hard tijdens 1800-1900?
A
Mensen wilde grotere huizen
B
Er werden meer grachten gelegd
C
Er werden meer huizen gebouwd
D
Er kwam meer handel
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom kwamen er meer mensen naar Amsterdam?
A
Als vakantie
B
Voor werk
C
Voor werk en wonen
D
De grachten
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gingen ze huizen bouwen?
A
In de buitenwijk
B
In de hoogte
C
In de binnenwijk
D
Op het water
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was de grootste uitvinding in 1800-1900
A
De stoomtrein
B
De stoommachine
C
Fabrieken
D
Textielmachine
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Werken in de fabrieken was....
A
Gevaarlijk
B
Overprikkelend
C
Ingewikkeld
D
Vermoeidend
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie moesten in de fabriek werken
A
Vader
B
Moeder
C
De kinderen
D
Heel het gezin
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer verbood het Kinderwetje van Van Houten kinderarbeid?
A
1874
B
1901
C
1884
D
1902
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
