Hoofdstuk 6.6 Maandag 10 februari 2025

Samen in de wereld

Hoofdstuk 6

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samen in de wereld

Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesopening

- LET OP Maandag 17 februari proefwerk hoofdstuk 6

- Laatste normale hoofdstuk

- Uitleg paragraaf 6

- Noodhulp - Ontwikkelingssamenwerking

- Gebonden hulp - Ongebonden hulp

- Structurele hulp - Bilaterale hulp

- Samen opdracht maken

- Zelfstandig aan het werk

VERGEET NIET NA TE KIJKEN!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

- Multinationals

- IMF

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken opdracht 11, blz.65

A. Angola, rente en aflossing zijn bijna verdubbeld en schuld is met een derde toegenomen. In verhouding zijn rente en aflossing dus harder gegroeid dan de schuld.
B. Instabiele regering, veel corruptie
C. Geld uitlenen tegen gunstige voorwaarden en strenge afspraken maken, zodat het bestuur van arme landen verbetert.

Slide 4 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking

Paragraaf 6 hoofdstuk 6

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking

- Hulpverlening aan en in overleg met ontwikkelingslanden.

Soorten:
Noodhulp = hulp om de ergste gevolgen op te vangen van een natuurramp of oorlog. (Zodat inwoners weer voor hun eigen basisbehoeften kunnen zorgen)
Voorbeelden van Noodhulp zijn:

opvang vluchtelingen

hulp bij herstel land
noodzakelijke goederen (tenten, dekens, voedsel, medicijnen)

Slide 6 - Tekstslide

Structurele hulp

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een probleem van een ontwikkelingsland.
Voorbeelden van structurele hulp:
overdracht van kennis
aanleggen van waterpompen
geld

Slide 7 - Tekstslide

Gebonden en ongebonden hulp

Gebonden hulp: Steun aan een ontwikkelingsland in de vorm van geld dat moet worden besteed aan producten afkomstig uit het steun verlenende land.
Voordeel ontwikkelingsland: er is geld om het land op te bouwen
Nadeel voor ontwikkelingsland: ze zijn verplicht geld in gevende land uit te geven.
Voordeel gevend land: meer werkgelegenheid en winst

Ongebonden hulp: hulp zonder bijkomende voorwaarden. Het ontvangende land beslist zelf wat het beste voor hen is

Slide 8 - Tekstslide

Internationaal

Nederland betaald een deel van de hulp via internationale organisaties die armoede bestrijden.

Vooral aan de Verenigde Naties (VN)

en de Wereldbank

Slide 9 - Tekstslide

Bilaterale hulp

Bilaterale hulp: De ontwikkelingshulp die rechtstreeks door een land aan een arm land geschonken wordt.

Bijvoorbeeld: het LUMC van Nederland komt met hartchirurgen operaties uitvoeren in Suriname en schenkt hier apparatuur.

Slide 10 - Tekstslide

VN Norm

VN norm = de doelstelling van de VN is dat alle landen 0,7% van het
nationaal inkomen besteden aan ontwikkelingssamenwerking

Subsidie = de Nederlandse overheid geeft subsidie aan Nederlandse bedrijven die investeren in fabrieken of andere bedrijven in ontwikkelingslanden.
Hierdoor wordt werkgelegenheid gecreëerd en neemt de welvaart in het
ontwikkelingsland toe.