Franse Revolutie! Te wapen! | Rami Kooti Arab

Rami Kooti Arab | G2A
Revolutie! Te wapen!
Rami Kooti Arab | G2A
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rami Kooti Arab | G2A
Revolutie! Te wapen!
Rami Kooti Arab | G2A

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Gebeurtenissen
  • De Staten-Generaal
  • De Bestorming van de Bastille
  • De Eed in de Kaatsbaan / De Nationale Vergadering
  • De Grondwet
  • De koning naar Parijs
  • De vlucht van de Koning
  • De Republiek
  • De Terreur
  • Napoleon 

Slide 2 - Tekstslide

Gebeurtenissen

Slide 3 - Tekstslide

De Staten-Generaal
  • De laatste bijeenkomst van de Staten-Generaal was in 1614. 
  • Lodewijk XIV besloot om de Staten-Generaal weer bij elkaar te roepen in 1789.
  •  Het volk greep die kans om klachten in te dienen over wat er allemaal in Frankrijk moest veranderen. 

Slide 4 - Tekstslide

De Bestorming van de Bastille
  • Boze burgers bestormden de Bastille op 14 juli 1789 in Parijs. 
  • Voor velen was de Bastille het symbool van de macht van de koning. 
  • Er zaten maar zeven gevangenen en weinig wapens in de gevangenis
  • Het luidde het begin van de Franse revolutie in.

Slide 5 - Tekstslide

De Eed in de Kaatsbaan / De Nationale Vergadering
  • De Eed in de Kaatsbaan was een eed van de derde stand dat ze niet gingen rusten voordat zij een grondwet aan het koninkrijk hadden gegeven. 
  • De grondwet heet ook wel ''de Verklaring van de rechten van de mens''. Het fundament daarin waren de ideeën van filosoof John Locke over de natuurrecht en de tolerantie.

Slide 6 - Tekstslide

De Grondwet

  • Op 4 augustus 1789 deed de adel uit eigen wil afstand van zijn voorrechten.
  • De motto van Frankrijk werd en is vrijheid, gelijkheid en broederschap  (Frans: Liberté, égalité, fraternité) 
  • In november 1789 begon het overleg over de grondwet. De adel werd afgeschaft.
  • Vrijheid van godsdienst werd ingevoerd, het bezit van de kerk werd onteigend en de macht van de koning werd beperkt. 
  • Hij probeerde te voorkomen dat de grondwet werd ingevoerd door zijn invloed aan te wenden. Zijn idee mislukt.
  • De grondwet werd door hem bekrachtigd in september 1791.

Slide 7 - Tekstslide

De koning naar Parijs
  • Een boze menigte was boos over de belasting en wat de koning deed. Het gevolg hiervan is dat de menigte de koning vervoerde naar Parijs. 
  • De menigte nam hem mee naar een paleis in in Parijs zodat hij daar weer kon wonen. 
  • De koning voelde zich onveilig.

Slide 8 - Tekstslide

De vlucht van de koning
  •  Lodewijk XVI, zijn vrouw Marie-Antoinette en vele edelen vluchtten uit Frankrijk nadat de Franse Revolutie was begonnen.
  • Ze hadden geprobeerd te vluchten naar Luxemburg, maar werden uiteindelijk gearresteerd. Zij moesten vastzitten in een kasteel genaamd le Temple. 
  •  In december 1792 moest de koning boeten voor zijn daden.
  • Hij werd benoemd tot en burger en werd in 1793 onthoofd

Slide 9 - Tekstslide

De Republiek
  • Frankrijk werd een Republiek nadat het koningschap in Frankrijk werd afgeschaft. 
  • Op 21 september 1792 werd de Franse Republiek uitgeroepen door de nieuw opgerichte Nationale Conventie. Napoleon Bonaparte was keizer in de Eerste Republiek. 
  • Deze periode wordt gekenmerkt door de val van de Bourbon Monarchie, het bestuur van de Nationale Conventie en de beruchte Terreur, de oprichting van het Directoire en de Thermidoriaanse Reactie en de opkomst van Napoleon Bonaparte
  • Ondertussen streden de Franse Republiek en de Europese monarchieën tegen elkaar in de Eerste en Tweede Coalitieoorlogen. 

Slide 10 - Tekstslide

De Terreur
  • De revolutie liep uit tot een burgeroorlog. Onder leiding van Robespierre werden er in totaal 40.000 Fransen vermoord. 
  • Robespierre gebruikte het Comité van Algemeen Welzijn om steeds meer radicalere wetten door te voeren waardoor de noodregering bijna een dictatoriale macht kreeg, met Robespierre als hoofd. 
  • Door de Terreur probeerde de commissie het verzet tegen de revolutie te breken om zo voor één eenheid in het land te zorgen.
  • Iedereen die tegen de revolutie was, liep het risico om opgepakt te worden en veroordeeld te worden door het Revolutionair Tribunaal. 
  • De tegenstanders van Robespierre, dus de edelen, geestelijken, familie van mensen die voor de terreur naar het buitenland waren gevlucht en ambtenaren die ontslag namen, waren niet meer veilig.
  • De Girondijnen waren de aanhangers van de rijke bourgeoisie en de Jakobijnen waren radicaal en onder leiding van Robespierre

Slide 11 - Tekstslide

Napoleon
  • Napoleon Bonaparte werd geboren in 15 augustus 1769 in Ajaccio. 
  • Napoleon werd in 1785 benoemd tot tweede luitenant en sloot zich in 1789 aan bij de beweging van de Franse revolutie als legerofficier. 
  • Napoleon profiteerde met zijn functie als legerofficier en werd uiteindelijk keizer. 
  • Napoleon zorgde ervoor dat de Levée en masse kwam, dat was een dienstplicht. 
  • Napoleon kreeg verschillende ruzies in verschillende landen. Napoleon won veel van die ruzies en nam veel landen over. 

Slide 12 - Tekstslide