PR MC 1 - Het transportstelsel

Human Body
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Human Body

Slide 1 - Tekstslide

Transportstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Het transportstelsel 
zorgt voor het transport van stoffen 
van én naar de cellen. 

Het transportstelsel 

zorgt voor het transport van stoffen 

van én naar de cellen

Slide 3 - Tekstslide


Waaruit bestaat het transportstelsel?
A
het bloedvatenstelsel
B
het hart en de slagaders
C
de aders en de slagaders
D
het hart, de aders, de slagaders en de haarvaten

Slide 4 - Quizvraag

Het transportstelsel bestaat uit:

- het hart
- de slagaders
- de aders
- de haarvaten (!)

Hierdoor stroomt het bloed.

Kleur van bloedvaten is niet realistisch, kleuren op tekening of model geven zuurstofarm (blauw) en zuurstofrijk (rood) bloed aan

Slide 5 - Tekstslide

Het transportstelsel verbindt 
alle andere orgaanstelsels in ons lichaam!

Slide 6 - Tekstslide

Het bloed
= transportsysteem van ons lichaam

- zuurstof en (voedings)stoffen aan weefsels (en dus cellen) afleveren 

- afvalproducten en koolstofdioxide afvoeren

Slide 7 - Tekstslide

Bloed heeft 3 functies:

- transport van stoffen

- lichaamstemperatuur

- bescherming (wonden en ziekteverwekkers)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

1. Het hart
functie: bloed door de bloedvaten pompen

aanpassingen aan transportfunctie:
- hart bestaat uit spierweefsel: kan samentrekken

- wand van de linkerkamer is dikker want moet krachtiger kunnen samentrekken omdat deze het bloed door het hele lichaam pompt (rechterkamer enkel naar longen)

- hartkleppen verhinderen dat bloed terug kan stromen

Slide 10 - Tekstslide

 Wist je dat 

- je hartritme verandert als je muziek luistert?
- je hart gezonder is als je gelukkig bent? 
- een vrouwenhart gemiddeld net iets sneller klopt (78 keer/ minuut) dan dat van een man (70 keer/minuut)?
- een hart per dag wel 100 000 keer klopt? (in een gemiddeld leven betekent dat zo’n 2,5 miljoen keer)
- bij elke hartslag zoveel druk gecreëerd wordt dat het bloed wel 
9 m de lucht in kan spuiten?

Slide 11 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel
bestaat uit:

- slagaders
- aders
- haarvaten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slagader
functie: bloed van het hart naar de organen brengen
  
aanpassing: dikke wand want bloed wordt er krachtig en schoksgewijs door gepompt

Slide 15 - Tekstslide

Ader
functie: bloed van de organen terugvoeren naar het hart

aanpassing: er zitten kleppen in de aders om te verhinderen dat het bloed kan terugstromen want de druk is veel lager dan in de slagaders

Slide 16 - Tekstslide

Haarvat
functie: verschillende stoffen uitwisselen tussen het bloed en de organen/weefsels/cellen
  
aanpassing: héél dun (soms zelfs 1 cellaag) en sterk vertakt om de uitwisseling te vergemakkelijken

Slide 17 - Tekstslide

Het grootste deel van het transportstelsel bestaat uit het netwerk van haarvaten

Slide 18 - Tekstslide

Stofuitwisseling!

Slide 19 - Tekstslide

- cellen zorgen voor energie
- van de ene vorm naar de andere
- zetten wel energie om (bruikbaar voor ons lichaam)
Energieomzetting via celademhaling

Slide 20 - Tekstslide

De weg van het bloed door het lichaam

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Bij de grote bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar...
A
longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 23 - Quizvraag

Waarom spreken we bij zoogdieren over een dubbele bloedsomloop?
A
Het bloed stroomt 2x per cyclus door het hart.
B
Er is zuurstofrijk en zuurstofarm bloed.

Slide 24 - Quizvraag

Bij de kleine bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar..
A
de longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 25 - Quizvraag

De weg van het bloed door het lichaam

Slide 26 - Tekstslide