In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ian Hogarth en Claire Farrow hebben een dansvloer laten aanleggen in hun huis. Schrijf de eerste twee Franse woorden op van de zin waarin je leest waarom zij dat hebben gedaan.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Maak aan de hand van de tekst de top drie van de meest gehouden huisdieren in Frankrijk. 1e plaats: ………….., 2e plaats: ………….., 3e plaats: …………..
Slide 5 - Open vraag
Wat past op de open plek in de tekst?
A
Bref
B
D'abord
C
Par exemple
D
Comment
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wordt in de tekst verklaard waarom er op het doosje een lachende koe staat afgebeeld? Zo ja, antwoord ‘ja’ en schrijf de eerste twee Franse woorden op van de zin waarop je je antwoord baseert. Zo nee, antwoord ‘nee’ en schrijf de eerste twee Franse woorden op van de zin waarop je je antwoord baseert.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is volgens de eerste alinea een andere naam voor de Tour de France?
Slide 10 - Open vraag
Wat past op de open plek in de tweede alinea?
A
Bref
B
Ensuite
C
Par exemple
Slide 11 - Quizvraag
Wat kun je concluderen uit de derde alinea?
A
De radio besteedt veel aandacht aan historische monumenten langs de route van de Tour de France.
B
De televisie gebruikt drones om goede opnames te kunnen maken van de wielrenners.
C
De Tour de France is met name bekend geworden dankzij kranten, radio en televisie.
D
Kranten besteden tegenwoordig steeds minder aandacht aan de Tour de France.
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf de eerste twee Franse woorden op van de zin uit de laatste alinea waarin je leest over welke eigenschap de deelnemers aan de Tour de France moeten beschikken.