Les 2 - periode 2 5 havo 23/24

Telefoon in telefoon-tas  
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Telefoon in telefoon-tas  

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

  • 2.2 Platentekoniek (15 min)
  • SE bespreken (25 min)

Slide 3 - Tekstslide

Deze periode meer aandacht voor

Slide 4 - Tekstslide

Herhalingsvragen
  1. Wat zijn endogene processen?
  2. Wat is de reden dat de oceanische korst lager ligt dan de continentale korst?
  3. Er zijn drie verschillende plaatgrenzen. Noem deze soorten grenzen en beschrijf de beweging van de platen.

Slide 5 - Tekstslide





Wat is plaattektoniek?
Hoe kan plaattektoniek worden aangetoond?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

§2.2




  • Welke drie soorten plaatgrenzen onderscheiden we? Welke bewegingen maken deze platen?

  • Bij welke soort plaatgrenzen komen de meeste aardbevingen voor? Waarom juist daar?

  • Verklaar waarom de golf van een tsunami pas bij de kust echt hoog wordt.



Slide 8 - Tekstslide

Theorie §2.2 


Platentektoniek en aardbevingen

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw van de aarde
Even terug naar de vorige les!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

- Continenten passen in elkaar (platentektoniek)
- Planten en dieren migreerden tussen de verschillende gebieden, door fossielen is de geschiedenis te reconstrueren.


Maar: niemand geloofde hem!



Bewijs van Alfred Wegener:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De kern
  • Afstand aardkorst -> binnenkern (6400 km) 

  • Kern = natuurlijke kernreactor die warmte produceert

  • Bestaat grotendeels uit ijzer

Slide 14 - Tekstslide

Maar hoe weten we dit (zeker)?
  • Dieper dan 10 km boren onmogelijk

  • Aardbevingstrillingen geven ons informatie over de interne aarde

Slide 15 - Tekstslide

Wat is platentektoniek?
Hoe kunnen we dit aantonen?
Pak je aantekeningenstencils erbij

Slide 16 - Tekstslide

Platentektoniek
Platentektoniek is het bewegen van platen. Bij breuklijnen en op de randen van aardplaten treden bewegingen op, als volgt:
  1. Divergente plaatbewegingen            van elkaar af
  2. Convergente plaatbewegingen        naar elkaar toe
  3. Transforme / transversaal  plaatbewegingen      langs elkaar

Slide 17 - Tekstslide

Waarom bewegen platen?

1. Platen worden aangedreven door convectiestroming 
2. Opstijgende magma duwt de aardkorst uit elkaar
3. De zware wegduikende oceaanbodem trekt de rest van de plaat mee

Slide 18 - Tekstslide

Verschil oceanische en continentale platen? Kenmerkend verschil?
Pak je aantekeningenstencils erbij

Slide 19 - Tekstslide

Al deze platen kunnen onderverdeeld worden in twee soorten: continentale en oceanische platen.

Wat is het verschil?

Continentale plaat:  deze platen zijn heel breed, ouder liggen voornamelijk boven zee maar zijn wel lichter. Gesteente: graniet, lagere dichtheid

Oceanische plaat: deze platen zijn dunner, jonger, hier ligt vooral water op maar zijn wel zwaarder.  Gesteente: basalt, hogere dichtheid


Oceanic crust: oceanische plaat
Continental crust: continentale plaat

Slide 20 - Tekstslide

Diepzeeverschijnselen: 
twee vormen

Slide 21 - Tekstslide

1. Diepzeetroggen
Diepzeetroggen zijn super diepe inzinkingen van de zeebodem. Troggen bevinden zich altijd langs plaatgrenzen. Er moet sprake zijn van een convergente beweging, waarbij twee platen naar elkaar toe bewegen. Hier zal dus één plaat onder de andere duiken en afsmelten, dit noem je subductie.

Slide 22 - Tekstslide

2. Mid-oceanische rug


Een voorbeeld van een mid-oceanische rug is de Mid-Atlantische rug in de Atlantische Oceaan. De mid-oceanische ruggen spelen een belangrijke rol in het proces van platentektoniek. Bij de ruggen bewegen verschillende tektonische platen van elkaar af. Het gevolg is dat er een ruimte ontstaat tussen de platen, deze ruimte zal worden opgevuld door magma uit de asthenosfeer (de laag in de Aarde onder de lithosfeer). De magma zal aan het oppervlak stollen, waardoor hier nieuwe oceanische lithosfeer zal worden gevormd. Dit zorgt ervoor dat op mid-oceanische ruggen veel vulkanisme voorkomt.

Slide 23 - Tekstslide

 Terug naar de aantekening in je schrift van vorige les

Slide 24 - Tekstslide

Hoe ontstaan aardbevingen? Relatie platentektoniek?
Pak je aantekeningenstencils erbij

Slide 25 - Tekstslide

Ontstaan aardbevingen
- Langs elkaar schuren van platen:
- Zeer heftige aardbevingen door langdurige spanningsopbouw
  • transform / transversaal
  • convergent - subductie


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen
  • Aardbeving: aardverschuiving
  • Zeebeving: tsunami

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Ontstaan tsunami?
Pak je aantekeningenstencils erbij

Slide 30 - Tekstslide

Hoe ontstaat een tsunami?

1. Er ontstaat een aardbeving die water omhoogdrukt.
2. De golf (die dan nog klein is) gaat richting de kust 
3. De zeebodem wordt ondieper en hoe dichter je bij de kust komt.
4. Het water trekt zich terug van de kust
5. Het water wordt omhoog gestuwd en er ontstaat een enorme golf, een tsunami.

Slide 31 - Tekstslide

Reflecteren
  • Welke drie soorten plaatgrenzen onderscheiden we? Welke bewegingen maken deze platen?
  • Bij welke soort plaatgrenzen komen de meeste aardbevingen voor? Waarom juist daar?
  • Verklaar waarom de golf van een tsunami pas bij de kust echt hoog wordt.

Slide 32 - Tekstslide

Toets bespreken - regels
  • Ik bespreek de toets, jullie luisteren. Daarna luister ik naar jullie.
  • Vragen pas na afloop van de uitleg. Niet onderbreken tijdens uitleg.
  • Welke opdracht geef jij jezelf mee nav bespreking SE?

Slide 33 - Tekstslide

Paar tips alvast
--> Gebruik informatie uit de bronnen
--> Ga uit van gebiedskenmerken
--> toepassen van de opgedane kennis op gebieden. Dus niet uitleggen wat globalisering is, maar hoe je het in gebied X terugziet en waarom juist in dat gebied voorkomt?
--> waar en waarom juist daar?

Slide 34 - Tekstslide

SE
 Bespreken


Welke opdracht geef jij jezelf ter voorbereiding op het volgende SE? Waar ligt jullie ruimte voor verbetering?

(vraag 1 t/m 12 met voorbeeld leerling antwoorden)

Slide 35 - Tekstslide

Vraag 1

Slide 36 - Tekstslide

Vraag 2

Slide 37 - Tekstslide

Vraag 3

Slide 38 - Tekstslide

Vraag 4

Slide 39 - Tekstslide

Vraag 5

Slide 40 - Tekstslide

Vraag 6

Slide 41 - Tekstslide

Vraag 7

Slide 42 - Tekstslide

Vraag 8

Slide 43 - Tekstslide

Vraag 9

Slide 44 - Tekstslide

Vraag 10

Slide 45 - Tekstslide

Vraag 10

Slide 46 - Tekstslide

Vraag 11

Slide 47 - Tekstslide

Vraag 12

Slide 48 - Tekstslide