Context van de zorgvrager Les 5 MW

Context van de zorgvrager
Les 5.
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingHoger onderwijs

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Context van de zorgvrager
Les 5.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WOORDWEB
"Ontwikkeling bij kinderen"
Wat weet je nog (videoles)?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

VERSCHIL DIENSTENCENTRUM – DAGVERZORGINGSCENTRUM?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

VERSCHIL
- Dagverzorgingscentrum = Hier wordt overdag opvang en verzorging geboden voor 1 of meerdere dagen per week, de medewerkers helpen bij wassen en verzorging – ook activiteiten, Warme maaltijd en vervoer
- Dienstencentrum = ontmoetingsplaats voor bewoners van de lokale gemeenschap, Groepsgenoten ontmoeten o.b.v. Aantal gemeenschappelijke kenmerken - Verhalen, nieuwe relaties, cursussen,… = ter ondersteuning van MZ - Informatienamiddagen over thuiszorg, ziektebeelden, draagkracht,…
 Tegemoetkomen aan noden mantelzorgers

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling synthese-opdr.

CASUS C.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling synthese-opdr.
“C. woont zoals gezegd in een WZC. Hier krijgt ze persoonsverzorging. Ze krijgt hulp aan de lavabo. Er is een grote valangst, C. mag niet te veel nadenken over haar verplaatsingen of ze is in paniek. De kiné komt met haar 2 maal per week wandelen op de gang, dit gaat prima. Na het opstaan is het moeilijker om C. te motiveren. C. draagt een inlegger (inco) en wordt geholpen bij de toiletgang. Ze krijgt dagelijks een zakje Movicol om beter stoelgang te kunnen maken.
C. heeft het best naar haar zin in het WZC. Ze kent veel VZ, ze doet haar best om de namen te onthouden van de VZ die haar nauw aan het hart liggen. Ze bidt soms voor hen! Zo heeft ze van harte gebeden voor mij voor een man. Ze vond dat ik een man nodig had :-)

… zie volgende slide”

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling synthese-opdr.
“Het is belangrijk om C. goed te sturen (PAH). Ze heeft concrete instructies nodig voor het draaien in bed ‘s nachts, anders is ze snel in paniek.
C. kan in het WZC genieten van de aangeboden huishoudelijke diensten. Deze worden voor haar gedaan door de poets- en keukendienst. De was wordt naar de wasserij gebracht.
C. Komt uit een erg traditioneel gezin. Door haar ziekte, was het voornamelijk haar man die het gezin ‘in goede banen leidde’. De zoon vertelde me dat C. ooit eens halsoverkop naar de zee is getrokken omdat ze toen verliefd was op een andere man. Toen ik zei: ‘dat moet moeilijk geweest zijn voor jullie’, barstte de zoon in tranen uit. (NAGY: erkenning bij de dimensie relationele ethiek). Je zou kunnen spreken van een onbedoelde ‘verwaarlozende’ opvoedingsstijl. Dit omdat C. er uiteraard niet aan kan doen dat ze ziek is.
… zie volgende slide”

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling synthese-opdr.
“Momenteel is er sprake van het restgezin. C. haar partner is al geruime tijd overleden.
Het is moeilijk voor mij om een type te plaatsen op het gezin; maar ik vrees dat er dikwijls sprake was van het ‘loszand’ gezin, dit omdat voor de gezinsleden de basisveiligheid soms ontbrak door de ziekte van C.
Alle afspraken worden met de zoon gemaakt, een ex-politieagent en een heel aangename man. De zoon komt elke week op bezoek na de markt (zie verder in de sociale context).
Er is ook nog een dochter, die in het buitenland woont en zo haar eigen weg heeft ingeslagen.”

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk D: Sociale context

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15. Verschillende soorten netwerken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.1 Mantelzorgers
= Iemand die zorgt voor een naaste met een ziekte of een beperking’
  • 2 grootst groepen: 
  • Mensen die zorgen voor hulpbehoevende partner
  • Kinderen die zorgen voor hulpbehoevende ouder

  • Overheid: zo lang mogelijk thuis

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorgers
  • Problemen bij mantelzorgers
  •  Waardevolle rol.
  • Oog hebben voor noden

Slide 16 - Tekstslide

  • Problemen: overbelasting, vermoeidheid,… , Tijdelijke of blijvende overname door professionals. 
  • Waardevolle rol! Schakel heden/verleden  INFORMATIE bij opname.
  • Oog hebben voor noden mantelzorger:
  •  Vragen “hoe is het?” (initiatief)
  •  Betrekken!


Opdracht mantelzorg – 10 ptn – SAMEN SITE VERKENNEN
Internet: www.ma-zo.be
   °Wie is de mantelzorger? (typeren/kenmerken?) /2
   °Waarom is de mantelzorger zo belangrijk? (zorgvrager/maatschappij)? /2
   °Hoe zit het met het financiële plaatje van de mantelzorger? /3
   °Waar kan een mantelzorger terecht voor hulp? Som minstens 6 diensten / personen / instellingen op /3

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

15.2 Familiale netwerk
15.2.1 Familiale relaties.
  • Enkel familiaal netwerk = kwetsbaar.
  • Modaal gezin
  • Beperkt gezin
  • Familie kan je niet kiezen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.2.2 Belang van familiale relaties.
  • Soms enige netwerk = vereenzamen.
  • Ouders vaak lijm in contact met kinderen
  • Ouders zorgen voor kinderen
  • Nadien omgekeerd
  • Grootouders minder beschikbaar (werken)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang van familiale relaties
  • Thuisblijven
  •  Lokaal dienstencentra
  • Afhankelijk zorgpartner = onmisbare schakel! 
  • Geslachtsgebonden
  • Effect op zelfbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.2.3 Vrienden en buren.
  • Ontmoeten op basis van gemeenschappelijke kenmerken
  • Wijziging kenmerk = einde vriendschap
  • Nieuw kenmerk = nieuwe vriendschap
  • Verenigingsleven : netwerk versterken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.3 Vrijwilligers
  •  Veel zorginstellingen
  • Dragen bij tot welzijn ZV
  • Geven persoonlijke aandacht
  • Geen emotionele band bij de start
  • Vaak familieleden overleden ZV
  • Als ZK werk afstemmen met vrijwilliger

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk vrijwilligerswerk kennen jullie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

15.4 Lokale dienstencentrum
= ontmoetingsplaats voor bewoners van de lokale gemeenschap
  • Groepsgenoten ontmoeten
  • Aantal gemeenschappelijke kenmerken
  • Verhalen, nieuwe relaties, cursussen,…

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lokale dienstencentrum
= ter ondersteuning van partners/kinderen van ZV
  • Sandwichgeneratie’ (50-60ers)
  • Informatienamiddagen over thuiszorg, ziektebeelden, draagkracht,…
  • Tegemoetkomen aan noden mantelzorgers

  • Diensten, bv: Restaurant, Wasserette, Pedicure/manicure, Boodschappendienst, Sociale dienstverlening (Sociaal Huis), Vorming en ontspanning, Thuiszorg, Vrijwilligerswerk,… 



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16. Familie van de oudere zorgvrager
16.1 Hoe kijk jij als verzorgende naar de familie van de zorgvrager?
Stellingenspel: 
   ° eerst moet je antwoorden 
naar gevoel
   ° nadien word je verplicht om een 
andere denkhoed op te zetten: 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Het zijn altijd dezelfde familieleden die kritiek hebben, je laat hen best links liggen.
Waar
Niet waar

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het zijn altijd dezelfde familieleden die kritiek hebben, je laat hen best links liggen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zijn altijd dezelfde familieleden die kritiek hebben, je laat hen best links liggen - groene denkhoed (creatief)

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Familieleden moet je zowel bij de verzorging als bij de activiteiten betrekken.
Ja
Neen

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Familieleden moet je zowel bij de verzorging als bij de activiteiten betrekken.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Familieleden moet je zowel bij de verzorging als bij de activiteiten betrekken - zwarte denkhoed (kritisch)

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Als verzorgende moet je met elke familie op dezelfde manier omgaan. Je mag geen onderscheid maken.
Ja
Neen

Slide 34 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Als verzorgende moet je met elke familie op dezelfde manier omgaan. Je mag geen onderscheid maken.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als verzorgende moet je met elke familie op dezelfde manier omgaan. Je mag geen onderscheid maken. - rode denkhoed (emotie)

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Als ik aan de familie van de bewoners denk, overheersen de positieve gedachten.
Ja
Neen

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Als ik aan de familie van de bewoners denk, overheersen de positieve gedachten.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als ik aan de familie van de bewoners denk, overheersen de positieve gedachten. - witte denkhoed (objectief)

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Ik vind het fijn om met de familie van de bejaarden om te gaan.
Ja
Neen

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het fijn om met de familie van de bejaarden om te gaan.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het fijn om met de familie van de bejaarden om te gaan. - gele denkhoed (optimisme)

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Het is belangrijk om bewust te worden van je eigen visie
  • Visie bepaalt jouw handelen
  • Sommige ZK op hun gemak - andere niet
  • Moeilijk omgaan met kritiek
  • Moeite om ongepaste vragen te stellen
  • Veel verschillen in families

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2 Waarom zijn goede contacten met familie belangrijk
16.2.1 Voor de oudere zelf - FAMILIE ALS EXPERT 
  • Levensgeschiedenis samen
  • Heel trots op familie
  • Soms leven in onvrede met familie = respect behandelen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2.2 Voor de familie - FAMILIE ALS CLIENT 
  • Zolang mogelijk zorgen
  • Recht op informatie
  • Ouders en familieleden : 1ste verantwoordelijken.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2.3 Voor de verzorgende - FAMILIE ALS COLLEGA 
  • Samenwerken
  • Goed contact met familie: 
  • o zal je je werk aangenamer en zinvoller vinden
  • o zal je de bejaarde beter begrijpen
  • o zal je de familie beter begrijpen
  • o meer kansen om hen te betrekken

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren zei de zoon van Melanie: “mijn moeder is zo lusteloos de laatste tijd, zij eet ook minder”. Dit was mij nog niet opgevallen en Melanie had zelf nog niets gezegd. Door deze opmerking van haar zoon ben ik er zelf meer op beginnen letten. Wat kan je als verzorgende doen in het verder contact met de zoon van Melanie?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies