3k3 chapter 2 Grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Present perfect maak je met..

1. has + voltooid deelwoord
2. have+ voltooid deelwoord
3. have/has + voltooid deelwoord
4. voltooid deelwoord (3de rijtje)

Present perfect gebruik je voor

1. ervaringen tot nu toe
2. gebeurtenissen waar het resultaat nog belangrijk is
3. gebeurtenissen die in het verleden begonnen zijn
4. gebeurtenissen die nog steeds aan de gang

They .... lived in Amsterdam for 3 years

1. did
2. has
3. have

She ... (to travel) very often

1. have traveled
2. did travel
3. travelled
4. has travelled

Luca .... (to break) her leg and now can´t go to the gym

1. has broken
2. did break
3. have broken
4. broke

could

1. Als je iemand wilt vragen of jij / iemand iets kan doen
2. Als je beleeft iets wil vragen
3. advies, maar geen verplichting
4. spreker verplicht zichzelf, sterk advies maar geen verplichting

must

1. Als je iemand wilt vragen of jij / iemand iets kan doen
2. Als je beleeft iets wil vragen
3. advies
4. spreker verplicht zichzelf

Can

1. Als je iemand wilt vragen of jij / iemand iets kan doen
2. Als je beleeft iets wil vragen
3. advies,
4. spreker verplicht zichzelf,

should

1. Als je iemand wilt vragen of jij / iemand iets kan doen
2. Als je beleeft iets wil vragen
3. advies
4. spreker verplicht zichzelf,

have to

1. iets kunnen
2. verplichting vanuit een ander
3. advies
4. spreker verplicht zichzelf

He.... go to the doctor with that wound.

1. should
2. must
3. could
4. can

.... call back a strange number.

1. doesn't
2. do
3. don't

You ....try to get at least 8 hours of sleep each day.

1. could
2. must
3. should
4. have to

..... you tell me where the shop is, please?

1. Can
2. Should
3. Must
4. could

I .... run because of my sore leg

1. can't
2. couldn't
3. shouldn't
4. mustn't

We ..... pass this exam in order to graduate.

1. must
2. should
3. have to
4. could

I .... have asked my mother for advice.

1. can
2. could

Ik haal voor mij proefwerk een:

onder de 5

5

6

7

8

9

10

10 +