Les 09 Poëzie (deel 1)

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zou jij poëzie omschrijven?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Mijn gedacht, goed gedacht!
Ga in discussie met je groep over onderstaande vragen. Per vraag krijg je 1 minuut. Zorg dat je na de discussie een korte samenvatting van wat je besproken hebt kunt geven voor de klas.

• Does a poem always have to rhyme?
• What are typical elements of a poem?
• Why does a poet use rhyme?
• What makes a good poem in your opinion?

Slide 5 - Tekstslide

Wat doet het ideale gedicht volgens jou vooral?
A
het ontroert
B
het troost
C
het stemt tot nadenken
D
het zet aan tot actie

Slide 6 - Quizvraag

Wat primeert voor jou in een gedicht?
A
vorm
B
inhoud

Slide 7 - Quizvraag

Wat is volgens jou het belangrijkste thema voor het ideale gedicht?

A
liefde, vriendschap
B
verdriet, afscheid
C
technologie en onze maatschappij
D
het raadsel van ons bestaan

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

The frog
Read the poem. 
Is there a rhyme? 
   Use letters A, B, C to make the rhyme scheme of this poem.
A
A
B
B

Slide 10 - Tekstslide

Ons gedacht, goed gedacht!
Ga in discussie met je groep over onderstaande vragen. Per vraag krijg je 1 minuut. Zorg dat je na de discussie een korte samenvatting van wat je besproken hebt kunt geven voor de klas.

• Does a poem always have to rhyme?
• What are typical elements of a poem?
• Why does a poet use rhyme?
• What makes a good poem in your opinion?

Slide 11 - Tekstslide

1) How many stanzas does this poem have? 

2) Is this a rhymying poem? Why (not)? 

3) What is special about this poem? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

1. Wat is poëzie?
1.1 Opbouw van een gedicht
Gedichten (poëzie, _______________.) verschillen alleen al door de bladschikking van toneel en verhalen. Zinnen lopen niet door zoals in een roman, maar staan verspreid over korte _______________ die opgedeeld worden in _______________. Gedichten zijn meestal korte teksten waarin de _______________ iets wil uitdrukken of oproepen. Hij gebruikt daarvoor beeldspraak, rijm, associaties en allerlei soorten stijlfiguren en vormelementen. Poëzie is het genre bij uitstek om _______________ uit te drukken of los te maken. Nog niet helemaal mee met alle nieuwe termen? Geen paniek! In de tweede en derde graad word je bedolven onder de poëzietermen, nog even geduld dus! 

Slide 14 - Tekstslide

1. Wat is poëzie?
1.1 Opbouw van een gedicht
Gedichten (poëzie, lyriek) verschillen alleen al door de bladschikking van toneel en verhalen. Zinnen lopen niet door zoals in een roman, maar staan verspreid over korte strofen die opgedeeld worden in verzen. Gedichten zijn meestal korte teksten waarin de dichter iets wil uitdrukken of oproepen. Hij gebruikt daarvoor beeldspraak, rijm, associaties en allerlei soorten stijlfiguren en vormelementen. Poëzie is het genre bij uitstek om emoties uit te drukken of los te maken. Nog niet helemaal mee met alle nieuwe termen? Geen paniek! In de tweede en derde graad word je bedolven onder de poëzietermen, nog even geduld dus! 

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen!
Enkele woorden zijn verdwenen in het gedicht. Kun jij een suggestie bedenken? Vul de ontbrekende woorden in in het gedicht. 

Vergelijk met je buur. Is er een verschil?  

Bekijk de vragen in je bundel! 



Slide 16 - Tekstslide

Poem
I eat spaghetti with a spoon.
For soup I use a fork.
I drink my soda from a bottle
stopped up with a cork.


I have a pair of chopsticks
that I use for cutting cheese,
a spatula for salads,
and a knife for eating peas.


I drink my pizza from a cup,
eat ice cream with a stick,
and when I want a glass of milk
my strainer does the trick.


I slurp salami through a straw.
I don’t get too much in.
But that’s the way I always stay
so fabulously thin.


 — Kenn Nesbitt

Slide 17 - Tekstslide

1.2 Onderwerpen en thema 
Het thema van een gedicht is het antwoord op de vraag waarover het gedicht gaat. Een thema is zo goed als altijd een abstract woord (bv. verliefdheid, verlies, winter). 

Slide 18 - Tekstslide

Bart Moeyaert
Dit gedicht bestaat uit:
... verzen;
... strofes.

Het thema is ... 
omdat ... 

Slide 19 - Tekstslide

1.3 Verschillende dichtvormen
Een dichtvorm is een vaste opzet van een gedicht, waarmee het rijmschema, het ritme, de klank of de inhoud van het gedicht kan worden voorgeschreven. 

→ Lees de gedichten en verbind ze met de passende dichtvorm. Werk in groepjes.


Slide 20 - Tekstslide

1 Een haiku

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

1.3 Verschillende dichtvormen
Verbetersleutel oefening:

1 D
2 C
3 A
4 G
5 F
6 H
7 B
8 E

Slide 24 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
  
‘Poëzie is saai!’ ‘Poëzie is moeilijk!’ ‘Poëzie is niets voor mij.’ Ja, poëzie heeft nog altijd flink te kampen met vooroordelen. Zelf heb ik dat nooit erg gevonden, want ze dagen mij als dichter uit om er speels tegenin te gaan. Poëzie is een underdog, die ik maar al te graag laat kwispelen.


- Maud Vanhauwaert -
(stadsdichteres Antwerpen 2018-2019)

Slide 25 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.1 Een typografisch gedicht  
→ Lees de gedichten in stilte.  






timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.1 Een typografisch gedicht  
timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

a) Vind je het gedicht van de Giraffe moeilijk of gemakkelijk om te lezen?
A
heel gemakkelijk
B
eerder moeilijk
C
gewoon
D
te complex

Slide 28 - Quizvraag

b) Vind je het gedicht 'een eigen idee' moeilijk of gemakkelijk om te lezen?
A
heel gemakkelijk
B
eerder moeilijk
C
gewoon
D
te complex

Slide 29 - Quizvraag

c) Vind je dit poëzie?
A
ja, helemaal
B
neen
C
een beetje

Slide 30 - Quizvraag

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.2 Een beeldsonnet

Slide 31 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.3 Stiftgedicht

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.4 Stapelgedicht

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

2. Ook dit is poëzie 
2.2 Muzikale poëzie — 2.2.1 Slam Poetry
→ Bespreek per twee de vragen horend bij deze gedichten. Beantwoord de vragen via de LessonUp. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Link

a) Waarover ging het? Wat viel je op?

Slide 39 - Open vraag

b) Vond je het leuk om naar te kijken/luisteren?

Slide 40 - Open vraag

c) Wat vond je hier mooi/niet mooi aan?

Slide 41 - Open vraag

d) Vond je het makkelijk/moeilijk om te begrijpen?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Video

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.1 Raadgedicht 

Slide 44 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.2 Flarfgedicht 

Slide 45 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Whatsapp-gedicht 

Slide 46 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Poetweet
Via de website Poetweet kan je een gedicht laten maken van tweets. Je hoeft gewoon de naam van het Twitteraccount in te geven van je gekozen Twitteraar. Daarna kan je kiezen tussen drie soorten van gedichten: een sonnet, een rondeel of een achtregelig gedicht. Je moet dan enkel nog even geduld hebben en daar is je gedicht!

Slide 47 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Instapoëzie

Slide 48 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 En nog veel meer

Slide 49 - Tekstslide

3. Poetry Reading Session
Het brengen van poëzie vraagt natuurlijk wel wat oefening. Je mimiek, stemgebruik, tempo ... bepalen hoe jouw publiek het gedicht ervaart. Om wat inspiratie op te doen, kun je alvast even kijken naar het volgende filmpje waarin Maud Vanhauwaert aan het dichten slaat in de Brugse binnenstad. 

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

3. Poetry Reading Session
→ Werk per twee. Speur met je partner naar een gedicht dat jullie aanspreekt. Gebruik het wereldwijde web!


Probeer het gedicht elk op een andere manier te brengen. Je kunt het gedicht bijvoorbeeld erg stilletjes of net met veel volume brengen, je kunt eerder triest klinken of heel veel enthousiasme aan de dag leggen tijdens het voordragen van je verzen.


Wat vinden jullie? En wat vinden jullie klasgenoten? Verandert voor jullie ook de betekenis/inhoud van het gedicht wanneer je een gedicht op een andere manier voordraagt?

Slide 52 - Tekstslide